Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België, regelende [...] en bebakening van de Westerschelde en haar mondingen, 's-Gravenhage, 23-10-1957

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 15-07-1959 t/m heden

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België, regelende de verlichting en bebakening van de Westerschelde en haar mondingen

Authentiek : NL

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België, regelende de verlichting en de bebakening van de Westerschelde en haar mondingen

Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden en Zijne Majesteit de Koning der Belgen, de noodzakelijkheid hebbende erkend nieuwe schikkingen te treffen aangaande de verlichting en de bebakening van de Westerschelde en haar mondingen, hebben te dien einde tot Hun gevolmachtigden benoemd, te weten:

Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden:

Zijne Excellentie de Heer J. M. A. H. Luns, Minister van Buitenlandse Zaken,

Zijne Majesteit de Koning der Belgen:

Zijne Excellentie F. X. J. M. G. Baron van der Straten-Waillet, Ambassadeur te 's-Gravenhage,

Die, na elkander hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten te hebben overgelegd, zijn overeengekomen als volgt:

Artikel 1

Voor de verlichting en de bebakening van de Westerschelde en haar mondingen zijn of worden:

  • A. uitgelegd de volgende lichtboeien:

    Wielingen

     

    1.

    Een rood-wit verticaal gestreepte stompe lichtboei, gemerkt A 3, op:

    (lichtboei voorzien van radarreflector)

    51-24,9 N

    ————

    03-24,5 E

    2.

    Een rood-wit verticaal gestreepte spitse lichtboei, gemerkt A 4, op:

    51-25 N

    ————

    03-28 E

    3.

    Een witte lichtboei met vier verticale blauwe strepen, gemerkt in rode letters G G, op:

    51-25 N

    ————

    03-30 E

    4.

    Een witte lichtboei met vier verticale blauwe strepen, gemerkt in rode letters G G, op:

    51-25 N

    ————

    03-30 E

    5.

    Een rood-wit verticaal gestreepte bolvormige lichtboei, gemerkt A 5, op:

    51-25,4 N

    ————

    03-30,7 E

    Oostgat

     

    6.

    Een rood-wit spiralen gestreepte lichtbrulboei, gemerkt K L, op:

    51-35,7 N

    ————

    03-23,2 E

    7.

    Een rood-wit verticaal gestreepte lichtbrulboei, gemerkt O G, op:

    51-33,6 N

    ————

    03-25,1 E

    8.

    Een zwarte lichtbrulboei, gemerkt O G 1, op:

    (lichtboei voorzien van radarreflector)

    51-31,2 N

    ————

    03-25,6 E

    9.

    Een zwarte lichtboei, gemerkt O G 5, op:

    51-30 N

    ————

    03-28 E

    10.

    Een zwarte lichtboei, gemerkt O G 9, op:

    51-28,6 N

    ————

    03-30 E

    11.

    Een rode lichtboei, gemerkt O G 2, op:

    51-27,5 N

    ————

    03-31,5 E

    12.

    Een zwarte lichtboei, gemerkt O G 13, op:

    51-27 N

    ————

    03-32 E

    Sardijngeul

     

    13.

    Een rood-wit horizontaal gestreepte lichtboei, gemerkt S G - W, op:

    51-26,5 N

    ————

    03-33,7 E

    Vaarwater langs Hoofdplaat

     

    14.

    Een zwart-wit horizontaal gestreepte lichtbrulboei, gemerkt S S - V H, op:

    (lichtboei voorzien van radarreflector)

    51-24,6 N

    ————

    03-33,5 E

    15.

    Een zwarte lichtboei, gemerkt V H 1, op:

    (ligt slechts uit van 1 oktober tot 1 april)

    51-22,7 N

    ————

    03-40,8 E

    Vaarwater langs de Paulinapolder

     

    16.

    Een zwarte lichtboei, gemerkt P P 1, op:

    (ligt slechts uit van 1 oktober tot 1 april)

    51-21,3 N

    ————

    03-43,8 E

    Honte

     

    17.

    Een rood-wit horizontaal gestreepte lichtboei, gemerkt H - S L, op:

    51-26,5 N

    ————

    03-39 E

    18.

    Een zwarte lichtboei, gemerkt 1, op:

    (lichtboei voorzien van radarreflector)

    51-26 N

    ————

    03-38 E

    19.

    Een zwarte lichtboei, gemerkt 3, op:

    51-26,2 N

    ————

    03-39,3 E

    20.

    Een zwarte lichtboei, gemerkt 5, op:

    (lichtboei voorzien van radarreflector)

    51-26,1 N

    ————

    03-40,5 E

    21.

    Een zwarte lichtbrulboei, gemerkt 7, op:

    51-25,5 N

    ————

    03-41 E

    22.

    Een zwarte lichtboei, gemerkt 9, op:

    (lichtboei voorzien van radarreflector)

    51-25,3 N

    ————

    03-42,2 E

    Pas van Terneuzen

     

    23.

    Een rood-wit horizontaal gestreepte lichtboei, gemerkt P v N - E, op:

    51-24,5 N

    ————

    03-43 E

    24.

    Een rode lichtboei, gemerkt 6, op:

    51-23,5 N

    ————

    03-43,3 E

    25.

    Een zwarte lichtboei, gemerkt 17, op:

    (lichtboei voorzien van radarreflector)

    51-23 N

    ————

    03-43 E

    26.

    Een rode lichtboei, gemerkt 10, op:

    (lichtboei voorzien van radarreflector)

    51-22,6 N

    ————

    03-44,3 E

    27.

    Een rode lichtboei, gemerkt 14, op:

    51-22 N

    ————

    03-46,5 E

    28.

    Een zwarte lichtboei, gemerkt 25, op:

    51-21,1 N

    ————

    03-47,1 E

    29.

    Een rode lichtboei, gemerkt 18, op:

    (lichtboei voorzien van radarreflector)

    51-21,1 N

    ————

    03-48,5 E

    30.

    Een rode lichtboei, gemerkt 22, op:

    51-20,8 N

    ————

    03-50,2 E

    31.

    Een rode lichtboei, gemerkt 30, op:

    (lichtboei voorzien van radarreflector)

    51-21,5 N

    ————

    03-53,4 E

    Middelgat

     

    32.

    Een zwart-wit horizontaal gestreepte lichtboei, gemerkt M G - G v O, op:

    51-22,2 N

    ————

    03-54,5 E

    33.

    Een rood-wit horizontaal gestreepte lichtboei, gemerkt M G - E, op:

    (lichtboei voorzien van radarreflector)

    51-22,4 N

    ————

    03-54 E

    34.

    Een zwarte lichtboei, gemerkt 39, op

    (lichtboei voorzien van radarreflector)

    51-26 N

    ————

    03-56 E

    35.

    Een zwarte lichtboei, gemerkt 41, op:

    (lichtboei voorzien van radarreflector)

    51-26,9 N

    ————

    03-56,9 E

    36.

    Een rode lichtboei, gemerkt 38, op:

    51-27,4 N

    ————

    03-57,7 E

    37.

    Een zwarte lichtboei, gemerkt 43, op:

    51-27 N

    ————

    03-57,7 E

    38.

    Een zwarte lichtboei, gemerkt 47, op:

    51-26,3 N

    ————

    03-59,7 E

    Zuidergat en Overloop van Valkenisse

     

    39.

    Een zwarte lichtboei, gemerkt 51, op:

    (lichtboei voorzien van radarreflector)

    51-25,6 N

    ————

    04-01 E

    40.

    Een rood-wit horizontaal gestreepte lichtboei, gemerkt Z G - S v W, op:

    51-25,2 N

    ————

    04-01 E

    41.

    Een zwart-wit horizontaal gestreepte lichtboei, gemerkt Z G - G v O, op:

    (lichtboei voorzien van radarreflector)

    51-24,4 N

    ————

    04-01,5 E

    42.

    Een rode lichtboei, gemerkt 46, op:

    51-24,5 N

    ————

    04-02 E

    43.

    Een rode lichtboei, gemerkt 48, op:

    (lichtboei voorzien van radarreflector)

    51-23,4 N

    ————

    04-02,7 E

    44.

    Een zwart-wit horizontaal gestreepte lichtboei, gemerkt W N - Z G, op:

    51-23,5 N

    ————

    04-02,3 E

    45.

    Een zwart-wit horizontaal gestreepte lichtboei, gemerkt W Z - Z G, op:

    51-22,5 N

    ————

    04-03,7 E

    46.

    Een rode lichtboei, gemerkt 54, op:

    51-22,5 N

    ————

    04-04,8 E

    47.

    Een rode lichtboei, gemerkt 56, op:

    (lichtboei voorzien van radarreflector)

    51-22,4 N

    ————

    04-05,8 E

    Schaar van Walsoorden

     

    48.

    Een zwarte lichtboei, gemerkt 59, op:

    (lichtboei voorzien van radarreflector)

    51-23 N

    ————

    04-03 E

    49.

    Een rode lichtboei, gemerkt 50, op:

    51-22,9 N

    ————

    04-03,6 E

    Nauw van Bath

     

    50.

    Een rode lichtboei, gemerkt 60, op:

    51-22,5 N

    ————

    04-08 E

    51.

    Een rode lichtboei, gemerkt 64, op:

    51-22,7 N

    ————

    04-08,5 E

    52.

    Een zwart-wit horizontaal gestreepte lichtboei, gemerkt N v B - S v N, op:

    (lichtboei voorzien van radarreflector)

    51-23 N

    ————

    04-09,9 E

    53.

    Een zwarte lichtboei, gemerkt 73, op:

    51-23,7 N

    ————

    04-11 E

    54.

    Een zwarte lichtboei, gemerkt 75, op:

    (lichtboei voorzien van radarreflector)

    51-23,9 N

    ————

    04-11,5 E

    55.

    Een zwarte lichtboei, gemerkt 77, op:

    51-23,8 N

    ————

    04-12 E

    Vaarwater boven Bath

     

    56.

    Een zwarte lichtboei, gemerkt 79, op:

    51-23,5 N

    ————

    04-12,4 E

    57.

    Een rode lichtboei, gemerkt 68, op:

    51-23,3 N

    ————

    04-12,8 E

    58.

    Een zwarte lichtboei, gemerkt 81, op:

    51-23 N

    ————

    04-12,8 E

    59.

    Een rode lichtboei, gemerkt 72, op:

    51-22,4 N

    ————

    04-13,2 E

    60.

    Een rode lichtboei, gemerkt 76, op:

    51-21,8 N

    ————

    04-13,7 E

    61.

    Een zwart-wit horizontaal gestreepte lichtboei, gemerkt S - O D, op:

    51-21,4 N

    ————

    04-14,4 E

    Schelde tot Antwerpen

     

    62.

    Een zwarte lichtboei, gemerkt 87, op:

    51-21,1 N

    ————

    04-15 E

    63.

    Een zwarte lichtboei, gemerkt 91, op:

    51-20,5 N

    ————

    04-16,2 E

    64.

    Een zwart-wit horizontaal gestreepte lichtboei, gemerkt F - O D, op:

    51-19,9 N

    ————

    04-16,2 E

    65.

    Een rode lichtboei, gemerkt 84, op:

    51-19,3 N

    ————

    04-16,3 E

    66.

    Een rode lichtboei, gemerkt 90, op:

    51-18,3 N

    ————

    04-16,7 E

    67.

    Een rode lichtboei, gemerkt 92, op:

    51-17,9 N

    ————

    04-17,7 E

    68.

    Een zwarte lichtboei, gemerkt 97, op:

    51-17,5 N

    ————

    04-18,6 E

    69.

    Een zwarte lichtboei, gemerkt 101, op:

    51-17,2 N

    ————

    04-19,2 E

    70.

    Een zwarte lichtboei, gemerkt 103, op:

    51-16,8 N

    ————

    04-19,1 E

    71.

    Een rode lichtboei, gemerkt 94, op:

    51-16,3 N

    ————

    04-18,5 E

    72.

    Een rode lichtboei, gemerkt 98, op:

    51-15,9 N

    ————

    04-18 E

    73.

    Een rode lichtboei, gemerkt 102, op:

    51-15,4 N

    ————

    04-18,4 E

    74.

    Een zwarte lichtboei, gemerkt 105, op:

    51-15,2 N

    ————

    04-19,4 E

    75.

    Een rode lichtboei, gemerkt 108, op:

    51-15,2 N

    ————

    04-19,5 E

    76.

    Een rode lichtboei, gemerkt 112, op:

    51-14,7 N

    ————

    04-20,5 E

    77.

    Een rode lichtboei, gemerkt 114, op:

    51-14,5 N

    ————

    04-21 E

    78.

    Een rode lichtboei, gemerkt 116, op:

    5144,4 N

    ————

    04-21,7 E

    79.

    Een zwarte lichtboei, gemerkt 109, op:

    51-14,1 N

    ————

    04-23,9 E

    Onder lichtboei wordt verstaan een lichtboei compleet uitgerust met lantaarn, tonketting en tonsteen.

  • B. opgesteld de volgende lichtbakens, lichtopstanden of lichttorens:

    Wielingen

         

    1.

    Een gaslicht, op:

    51-24 N

     

    Kruishoofd

    ————

    03-28 E

             

    2.

    Een elektrisch licht, op:

    51-24,5 N

    }

    lichtenlijn Nieuwe Sluis

    ————

    03-30,5 E

    3.

    Een elektrisch licht, op:

    51-24,5 N

    ————

    03-31,5 E

    Oostgat

         

    4.

    Een elektrisch licht, op:

    51-32,5 N

     

    Noorderhoofd

    ————

    03-26 E

    5.

    Een elektrisch licht, op:

    51-32 N

     

    Westkapelle

    ————

    03-27 E

    6.

    Een gaslicht, op:

    51-31,5 N

     

    Zuiderhoofd

    ————

    03-26,5 E

    7.

    Een elektrisch licht, op:

    51-30 N

     

    Zoutelande

    ————

    03-28,5 E

    8.

    Een elektrisch licht, op:

    51-28,5 N

    }

    lichtenlijn Kaapduinen

    ————

    03-31,1 E

    9.

    Een elektrisch licht, op:

    51-28,5 N

    ————

    03-31 E

    Sardijngeul

         

    10.

    Een gaslicht, op:

    51-27 N

     

    Fort De Nolle

    ————

    03-33 E

    Honte

         

    11.

    Een elektrisch licht, op:

    51-26,5 N

     

    Leugenaar

    ————

    03-34 E

    12.

    Een elektrisch licht, op:

    51-26,5 N

     

    Vlissingen

    ————

    03-34,5 E

    13.

    Een elektrisch licht, op:

    51-26,5 N

     

    Roeiershoofd

    ————

    03-34,5 E

    14.

    Een elektrisch licht, op:

    51-25 N

     

    Borsele

    ————

    03-44 E

    Pas van Terneuzen

         

    15.

    Een gaslicht, op:

    51-21 N

     

    Verklikker Brakman

    ————

    03-46 E

    16.

    Een elektrisch licht, op:

    51-20,5 N

    }

    lichtenlijn Nieuw Neuzenpolder

    ————

    03-48,5 E

    17.

    Een elektrisch licht, op:

    51-20,5 N

    ————

    03-48,5 E

         

    18.

    Een elektrisch licht, op:

    51-20,5 N

     

    Terneuzen

    ————

    03-49 E

    19.

    Een gaslicht, op:

    51-21 N

     

    Margarethapolder

    ————

    03-53 E

    20.

    Een gaslicht, op:

    51-21,5 N

    }

    lichtenlijn Eendrachtpolder

    ————

    03-54,5 E

    21.

    Een gaslicht, op:

    51-21,5 N

    ————

    03-54,5 E

    Middelgat

         

    22.

    Een gaslicht, op:

    51-23,5 N

     

    Baarland

    ————

    03-54 E

    23.

    Een elektrisch licht, op:

    51-25 N

     

    Hoedekenskerke

    ————

    03-55 E

    24.

    Een elektrisch licht, op:

    51-26 N

    }

    lichtenlijn Biezelingsche Ham

       

    ————

    03-55,5 E

         

    25.

    Een elektrisch licht, op:

    51-26 N

    ————

    03-55,5 E

         

    26.

    Een elektrisch licht, op:

    51-26,5 N

     

    bermlicht Biezelingsche Ham

       

    ————

    03-55,5 E

    27.

    Een elektrisch licht, op:

    51-26,5 N

     

    Hansweert

       

    ————

    04-00,5 E

    Zuidergat en Overloop van Valkenisse

             

    28.

    Een gaslicht, op:

    51-23,5 N

    }

    lichtenlijn Zuidergat

       

    ————

    04-02 E

    29.

    Een elektrisch licht, op:

    51-23,5 N

    ————

    04-02 E

    30.

    Een gaslicht, op:

    51-23,5 N

     

    O. bermlicht Walsoorden

       

    ————

    04-02 E

    31.

    Een elektrisch licht, op:

    51-22,5 N

    }

    lichtenlijn Groenendijk

       

    ————

    04-02,5 E

    32.

    Een elektrisch licht, op:

    51-22,5 N

    ————

    04-02 E

     

    33.

    Een gaslicht, op:

    51-22 N

     

    Baalhoek

       

    ————

    04-05 E

    34.

    Een gaslicht, op:

    51-22 N

     

    Konijnenschor

       

    ————

    04-07 E

    35.

    Een gaslicht, op:

    51-22,5 N

     

    Marlemonsche Plaat

       

    ————

    04-09 E

    Nauw van Bath

             

    36.

    Een gaslicht, op:

    51-23,5 N

     

    Westketel

       

    ————

    04-10,5 E

    37.

    Een gaslicht, op:

    51-24 N

     

    Middenketel

    }

    lichtenlijn Bath

    ————

    04-11 E

    38.

    Een gaslicht, op:

    51-24,5 N

     

    Noordketel

    ————

    04-11,5 E

    39.

    Een gaslicht, op:

    51-24 N

     

    Oostketel

    ————

    04-11,5 E

    40.

    Een gaslicht ,op:

    51-24 N

    }

    lichtenlijn Reigersbergsche Polder

    ————

    04-12,5 E

    41.

    Een gaslicht, op:

    51-24 N

    ————

    04-12,5 E

    Vaarwater boven Bath

         

    42.

    Een gaslicht, op:

    51-22 N

     

    Z. Saaftinge

    ————

    04-13 E

    Schelde tot Antwerpen

         

    43.

    Een gaslicht, op:

    51-21,5 N

     

    N. Ballastplaat

    ————

    04-15 E

    44.

    Een gaslicht, op:

    51-21 N

     

    Z. Ballastplaat

    ————

    04-15,5 E

    45.

    Een gaslicht, op:

    51-21 N

    }

    lichtenlijn Santvliet en Oudendijk

    ————

    04-16 E

    46.

    Een gaslicht, op:

    51-21 N

    ————

    04-16 E

    47.

    Een gaslicht, op:

    51-20,5 N

    ————

    04-16 E

    48.

    Een gaslicht, op:

    51-20 N

    }

    lichtenlijn Frederik

    ————

    04-17 E

    49.

    Een gaslicht, op:

    51-20 N

    ————

    04-17 E

    50.

    Een gaslicht, op:

    51-19 N

    }

    lichtenlijn Doel

    ————

    04-16 E

    51.

    Een gaslicht, op:

    51-19 N

    ————

    04-16 E

    52.

    Een gaslicht, op:

    51-19 N

     

    Doel

    ————

    04-16 E

    53.

    Een elektrisch licht, op:

    51-18 N

     

    Lillo

    ————

    04-17,5 E

    54.

    Een gaslicht, op:

    51-18 N

     

    Liefkenshoek

    ————

    04-17 E

    55.

    Een gaslicht, op:

    51-18 N

     

    Belgische Sluis

    ————

    04-18,5 E

    56.

    Een gaslicht, op:

    51-17,5 N

     

    Kruisschans

    ————

    04-19,5 E

    57.

    Een gaslicht, op:

    51-16,5 N

     

    Meestoof

    ————

    04-19,5 E

    58.

    Een gaslicht, op:

    51-16 N

     

    De Parel

    ————

    04-18 E

    59.

    Een gaslicht, op:

    51-15,5 N

     

    Philippe

    ————

    04-18,5 E

    60.

    Een gaslicht, op:

    51-15,5 N

    }

    lichtenlijn Krankeloon

    ————

    04-18 E

    61.

    Een gaslicht, op:

    51-15,5 N

    ————

    04-17,5 E

    62.

    Een gaslicht, op:

    51-15 N

    }

    lichtenlijn Boerenschans

    ————

    04-20 E

    63.

    Een gaslicht, op:

    51-15 N

    ————

    04-20,5 E

    64.

    Een gaslicht, op:

    51-14,5

     

    Pijp Tabak

    ————

    04-20,5 E

    65.

    Een gaslicht, op:

    51-14 N

     

    Draaiende Sluis (hoge licht)

    ————

    04-21 E

    66.

    Een gaslicht, op:

    51-14,5 N

     

    Pijp Tabak (lage licht)

    ————

    04-21 E

    67.

    Een gaslicht, op:

    51-14,5 N

     

    Pijp Tabak (hoge licht)

    ————

    04-20,5 E

    68.

    Een gaslicht, op:

    51-14,5 N

     

    Oosterweel

    ————

    04-23 E

    69.

    Een gaslicht, op:

    51-14, 5 N

     

    Oosterweel

    ————

    04-23,5 E

    70.

    Een neonlicht, op:

    51-14,3 N

    }

    lichtenlijn Oosterweel

    ————

    04-23,9 E

    71.

    Een neonlicht, op:

    51-14,3 N

    ————

    04-24 E

    72.

    Een elektrisch licht, op:

    51-13, 9 N

     

    Antwerpen

    ————

    04-23,6 E

    73.

    Een elektrisch licht, op:

    51-13,3 N

     

    Antwerpen

    ————

    04-23,5 E

  • C. opgesteld de volgende onverlichte bakens:

    1.

    Een cylinderbaak, Belgische Sluis, op:

    51-17,7 N

    ————

    04-18,8 E

    2.

    Een bolbaken nabij Pijp Tabak, op:

    51-14,5 N

    ————

    04-20,5 E

  • D. opgesteld de volgende peilschalen:

    1.

    Een onverlichte peilschaal, Borsele, op:

    ±

    51-24,7 N

    ————

    03-44,1 E

    2.

    Een onverlichte peilschaal, Margriet, op:

    ±

    51-21 N

    ————

    03-53,1 E

    3.

    Een verlichte peilschaal, Hoedekenskerke, op

    ±

    51-25,3 N

    ————

    03-55 E

    4.

    Een verlichte peilschaal, Kapellebank, op:

    ±

    51-27,2 N

    ————

    03-59,2 E

    5.

    Een onverlichte peilschaal, Walsoorden, op:

    ±

    51-23,7 N

    ————

    04-02 E

    6.

    Een verlichte peilschaal, Konijnenschor, op:

    ±

    51-22,2 N

    ————

    04-07 E

    7.

    Een verlichte peilschaal, Zuid-Saaftinge, op:

    ±

    51-21,8 N

    ————

    04-13,2 E

    8.

    Een onverlichte peilschaal, Oudendijk, op:

    ±

    51-20,7 N

    ————

    04-16,2 E

    9.

    Een verlichte peilschaal, Liefkenshoek, op:

    ±

    51-17,8 N

    ————

    04-17,1 E

    10.

    Een verlichte peilschaal, Kruisschans, op:

    ±

    51-17,5 N

    ————

    04-19,5 E

    11.

    Een onverlichte peilschaal, Pijp Tabak, op:

    ±

    51-14,5 N

    ————

    04-20,6 E

    12.

    Een verlichte peilschaal, Oosterweel, op:

    ±

    51-14,4 N

    ————

    04-23,6 E

Artikel 2

De aanschaffing, de plaatsing, het onderhoud en de instandhouding van de lichtboeien, lichtbakens en lichtopstanden of lichttorens met bijbehorende opstallen, alsmede van de bakens en de peilschalen, geschieden op Belgisch grondgebied door en voor rekening van de Belgische Regering.

Artikel 3

De aanschaffing, de plaatsing, het onderhoud en de instandhouding van de lichtboeien genoemd in artikel 1 onder A. nrs. 3, 4, 6, 7, 15, 16, 21, 26, 50 en 55, alsmede van de lichtbakens en de lichtopstanden of lichttorens met bijbehorende opstallen genoemd in artikel 1 onder B. nrs. 4, 6, 10, 11, 13, 27 en 38, geschieden door en voor rekening van de Nederlandse Regering.

Wat betreft de aanschaffing, de plaatsing, het onderhoud en de instandhouding van de lichtbakens, lichtopstanden of lichttorens met bijbehorende opstallen genoemd in artikel 1 onder B. nrs. 5, 12, 14 en 18, blijft toegepast het regime vastgesteld in artikel 18 van het Tractaat van 5 november 1842 en in het Reglement van 20 mei 1843 ter uitvoering van dit artikel.

Artikel 4

Met uitzondering van wat voorzien is in voorgaand artikel, geschieden de aanschaffing, de plaatsing, het onderhoud en de instandhouding van de lichtboeien, lichtbakens en lichtopstanden of lichttorens met bijbehorende opstallen, genoemd in artikel 1 en gelegen op Nederlands grondgebied, alsmede van de peilschalen genoemd in hetzelfde artikel en gelegen op hetzelfde grondgebied, door de zorg van de Nederlandse Regering in overleg met en voor rekening van de Belgische Regering.

Artikel 5

De Nederlandse Regering verplicht zich de lichtboeien, lichtbakens, lichtopstanden of lichttorens met bijbehorende opstallen, alsmede de peilschalen, bedoeld in artikel 4, in goede staat te onderhouden.

Zij kan deze voorwerpen niet zonder toestemming van de Belgische Regering wegnemen, noch aan hun bestemming onttrekken, behoudens in geval van oorlog of oorlogsgevaar.

Deze voorwerpen blijven eigendom van de Nederlandse Staat, zolang zij gebruikt worden voor het doel waarvoor zij bestemd zijn; doch, in geval van wijzigingen, welke tot de opheffing of het buiten gebruik stellen van één of meer dezer voorwerpen leiden, worden zij aan de Belgische Regering overgedragen.

Zodra voorwerpen, bedoeld in de eerste alinea van dit artikel, door ouderdom dan wel door zware beschadiging of verlies, niet veroorzaakt door schuld of nalatigheid van de Nederlandse overheidsdienst belast met de instandhouding en het onderhoud daarvan, niet meer kunnen worden gebruikt, zal door de Nederlandse Regering voor rekening van de Belgische Regering voor vervanging worden zorg gedragen.

In geval van beschadiging door derden draagt de Nederlandse Regering zorg voor verhaal van de kosten der noodzakelijke herstellingen en vervangingen op de betrokken derden. Indien geen volledige terugbetaling dezer kosten kan worden verkregen, wordt het niet terugbetaalde gedeelte ten laste gebracht van de Belgische Regering.

Wanneer een regeling in der minne wordt getroffen, wordt deze vooraf aan de goedkeuring van de Permanente Commissarissen van toezicht op de Scheldevaart, als bedoeld in paragraaf 2 van artikel 9 van het Tractaat, gesloten tussen Nederland en België op 19 april 1839, onderworpen. Voor het geval de schade veroorzaakt: is door onbekenden of door overmacht, geschiedt de herstelling of vervanging voor rekening van de Belgische Regering.

Artikel 6

Indien lichtboeien bedoeld in artikel 4 of andere voorwerpen bedoeld in hetzelfde artikel moeten worden voorzien van radarreflectoren, ramarks, responders of andere hulpmiddelen voor de navigatie, zullen deze - nadat hierover tussen beide Regeringen overeenstemming is bereikt - door de zorgen van de Nederlandse Regering in overleg met en voor rekening van de Belgische Regering worden aangeschaft, geplaatst en onderhouden op de voorwaarden als in artikel 5 overeengekomen.

Het bovenstaande geldt eveneens met betrekking tot andersoortige op Nederlands grondgebied gelegen of te plaatsen installaties, tenzij de Permanente Commissarissen van toezicht op de Scheldevaart in onderlinge overeenstemming anders bepalen.

Artikel 7

Ten einde op Nederlands grondgebied te kunnen voorzien in onmiddellijke behoeften, verband houdende met beschadiging, verlies, onderhoudswerkzaamheden, vermeerdering van het aantal uit te leggen lichtboeien of anderszins, stelt de Belgische Regering een door de Permanente Commissarissen van toezicht op de Scheldevaart vast te stellen aantal complete reserve lichtboeien ter beschikking van de Nederlandse Regering.

Artikel 8

Voor het onderhouden, herstellen, plaatsen, verplaatsen, wijzigen, uitbreiden, aanvullen en in stand houden van lichtboeien bedoeld in artikel 4 is de Belgische Regering aan de Nederlandse Regering jaarlijks een vergoeding verschuldigd voor de tijd, dat deze voorwerpen werkelijk hebben dienst gedaan. Deze vergoeding wordt voor iedere lichtboei bepaald op drieduizend gulden voor een vol jaar. Zij kan jaarlijks worden herzien, indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven.

De betaling van de vergoeding geschiedt binnen drie maanden na toezending aan de Belgische Regering van een declaratie door of namens de Nederlandse Regering. Deze declaratie, opgemaakt over het kalenderjaar, wordt uiterlijk op de 15e januari, volgend op het jaar waarop zij betrekking heeft, ingediend. Als bijlage wordt daarbij gevoegd een staat waarin de tijden zijn vermeld, waarop de bedoelde lichtboeien in dat kalenderjaar hebben dienst gedaan.

Artikel 9

Alle kosten voor personeel en materieel door de Nederlandse Regering te maken voor het onderhouden, herstellen, plaatsen, verplaatsen, wijzigen, uitbreiden, aanvullen en in stand houden van de in de artikelen 4 en 6 genoemde maar niet onder artikel 8 begrepen voorwerpen, zullen door de Permanente Commissarissen van beide landen in gemeen overleg worden vastgesteld naar de regelen welke gelden voor de andere diensten van dezelfde aard op de Nederlandse wateren.

De betalingen zullen plaats vinden binnen twee maanden nadat door of namens de Nederlandse Regering aan de Belgische Regering betaallijsten of declaraties, vergezeld van de bewijsstukken tot staving van de uitgaven naar behoren door de bevoegde Nederlandse autoriteiten gewaarmerkt, zullen zijn aangeboden.

Artikel 10

Alle kosten voor personeel en materieel, verbonden aan het plaatsen van lichtboeien of andere installaties, benodigd voor het aangeven van wrakken of andere scheepvaarthindernissen op Nederlands grondgebied, komen voor rekening van de Nederlandse Regering.

Artikel 11

De Belgische Permanente Commissarissen van toezicht op de Scheldevaart zullen het recht hebben alle werken welke door de zorgen van de Nederlandse Regering voor rekening van de Belgische Regering worden uitgevoerd, te onderzoeken en op het onderhoud daarvan toe te zien.

Ingeval door henzelve of op andere wijze geconstateerd wordt, dat de lichten of andere voorwerpen bedoeld in de artikelen 4 en 6 niet naar behoren functioneren, onderhouden of geplaatst worden, zullen zij er hun Nederlandse ambtgenoten terstond van in kennis stellen, opdat maatregelen genomen kunnen worden om hierin te voorzien.

Artikel 12

De plannen en begrotingen van alle uit te voeren werken op Nederlands gebied welke geschieden voor rekening van de Belgische Regering, zullen zoveel mogelijk in contracten worden vastgelegd. Deze werken zullen, zoveel mogelijk, in het openbaar worden aanbesteed.

Zij worden niet uitgevoerd, dan nadat zij door de Permanente Commissarissen van beide landen zullen zijn goedgekeurd.

Artikel 13

De Permanente Commissarissen van beide landen worden bij deze gemachtigd tot het treffen der maatregelen welke voor de uitvoering van de vorenstaande artikelen nodig zullen zijn.

Voorts hebben zij de bevoegdheid in onderlinge overeenstemming aan de verlichting, bebakening, peilschalen en andere in dit Verdrag genoemde installaties wijzigingen en uitbreidingen aan te brengen, indien dit noodzakelijk mocht blijken.

Artikel 14

De plaatsing van lichtschepen en lichtboeien in de Wielingen laat de wederzijdse soevereine aanspraken op dit gebied onverlet.

Artikel 15

Het leggen en verleggen, zomede het onderhouden van de thans of in de toekomst nodig geachte onverlichte tonnen blijft geschieden door beide Regeringen, elk in haar gedeelte van de stroom, overeenkomstig het bepaalde in artikel 9, paragraaf 2, van het Tractaat gesloten tussen België en Nederland op 19 april 1839.

Artikel 16

De volgende overeenkomsten worden bij deze vervallen verklaard:

  • 1. de Overeenkomst tussen België en Nederland tot invoering van een nieuw stelsel van verlichting op de Wester-Schelde en in haar mondingen, ondertekend te 's-Gravenhage op 31 maart 1866;

  • 2. de eerste aanvullende Overeenkomst bij deze Overeenkomst, ondertekend te 's-Gravenhage op 2 augustus 1873;

  • 3. de tweede aanvullende Overeenkomst bij deze Overeenkomst, ondertekend te 's-Gravenhage op 9 februari 1881;

  • 4. de Overeenkomst tussen België en Nederland tot verbetering en aanvulling van de betonning der Schelde, ondertekend te 's-Gravenhage op 9 februari 1881;

  • 5. de Overeenkomst tussen België en Nederland tot verbetering van de verlichting en betonning der Schelde, ondertekend te 's-Gravenhage op 25 maart 1891, alsmede het Additioneel Artikel bij deze Overeenkomst, ondertekend te 's-Gravenhage op 30 november 1891;

  • 6. de Overeenkomst tussen België en Nederland voor de verbetering der verlichting van de Schelde en haar mondingen, ondertekend te 's-Gravenhage op 5 april 1905;

  • 7. de Overeenkomst tussen België en Nederland voor de verbetering van de verlichting en bebakening der Schelde, ondertekend te 's-Gravenhage op 8 oktober 1907.

Artikel 17

Dit Verdrag zal worden bekrachtigd en de akten van bekrachtiging zullen zo spoedig mogelijk te Brussel worden uitgewisseld.

Het zal in werking treden op de dag van de uitwisseling der akten van bekrachtiging.

TEN BLIJKE WAARVAN de bovengenoemde gevolmachtigden dit Verdrag hebben ondertekend en van hun zegel hebben voorzien.

GEDAAN in tweevoud te 's-Gravenhage, 23 oktober 1957, in de Nederlandse en in de Franse taal, beide teksten gelijkelijk authentiek.

Voor het Koninkrijk der Nederlanden,

(w.g.) J. LUNS

Voor het Koninkrijk België,

(w.g.) VAN DER STRATEN

Naar boven