HET HOOFD
van het Federale Departement
van Justitie en Politie
Bern, 20 November 1952.
Mijnheer de Minister,
Onder verwijzing naar de besprekingen gevoerd tussen het Federale Departement van
Justitie en Politie en Harer Majesteits Gezantschap betreffende de uitwisseling van
stagiaires tussen Zwitserland en Nederland, heb ik de eer te Uwer kennis te brengen
dat de Bondsraad bereid is om de volgende overeenkomst te sluiten:
-
1) Deze regeling is van toepassing op „stagiaires”, dat wil zeggen, op onderdanen van
een van beide Staten, die zich voor een beperkte tijdsduur naar de andere Staat begeven,
teneinde hun vak- of talenkennis te vervolmaken door daar te lande een betrekking
te vervullen.
-
1) Het is stagiaires toegestaan om een betrekking te vervullen onder de in deze regeling
vastgestelde voorwaarden, zonder dat de toestand op de arbeidsmarkt, wat hun beroep
betreft, in aanmerking kan worden genomen.
-
1) Het aantal stagiaires dat in elk van beide Staten kan worden toegelaten, mag niet
meer bedragen dan honderdvijftig per jaar. Aanvragen boven dit aantal zullen echter
in welwillende overweging worden genomen, indien de toestand op de arbeidsmarkt zulks
toelaat.
-
2) Dit contingent geldt voor elk kalenderjaar. Stagiaires, die op 1 Januari reeds op
het gebied van de andere Staat verblijven, zijn niet begrepen in het contingent van
het lopende jaar. Het aantal van honderdvijftig stagiaires per jaar mag worden bereikt,
ongeacht de duur van in de loop van het voorafgaande jaar verleende vergunningen.
-
3) Indien het vastgestelde contingent in de loop van een jaar door de stagiaires van
een van beide Staten niet zou zijn bereikt, mag deze Staat het aantal vergunningen,
te verlenen aan stagiaires van de andere Staat, niet verminderen; evenmin mag deze
Staat het niet gebruikte deel van zijn contingent voegen bij dat van het volgende
jaar.
-
4) Het contingent kan later gewijzigd worden krachtens een overeenkomst welke, op voorstel
van een van beide Staten, uiterlijk op 1 December, met betrekking tot het volgende
jaar, moet worden gesloten.
-
1) De stagiaires kunnen slechts worden toegelaten, indien de werkgevers die hen in dienst
wensen te nemen zich tegenover de bevoegde instanties verplichten hun, zodra zij normale
arbeid verrichten, een vergoeding uit te betalen volgens de bij collectieve arbeidsovereenkomsten
vastgestelde tarieven, of, bij gebreke van zodanige overeenkomsten, volgens de voor
het beroep en in de streek normale en gangbare loonschalen.
-
1) Personen die gebruik wensen te maken van het bij deze regeling bepaalde, dienen een
desbetreffend verzoek te richten tot de instantie in hun land, welke is belast met
het ontvangen van de aanvragen om toelating van stagiaires. Zij moeten tegelijkertijd
alle aanwijzingen geven welke nodig zijn voor het onderzoek van hun aanvraag en moeten
in het bijzonder naam en adres van hun toekomstige werkgever vermelden, alsmede de
betrekking die zij voornemens zijn te vervullen.
-
3) Het „Office fédéral de l'industrie, des arts et métiers et du travail” te Bern ontvangt
de aanvragen van Zwitserse candidaat-stagiaires. Het Rijksarbeidsbureau te 's-Gravenhage
doet evenzo voor de Nederlandse candidaat-stagiaires. Beide instanties geven de door
haar aanvaarde aanvragen rechtstreeks aan elkaar door.
De bevoegde instanties van beide Staten zullen de door de candidaat-stagiaires te
nemen stappen om een betrekking te vinden vergemakkelijken. Zo nodig kunnen de candidaten
zich wenden tot het orgaan in hun land, dat speciaal ermede belast is om hun pogingen
te steunen, te weten de „Commission pour l'échange de stagiaires avec l'étranger”
in Zwitserland en het Rijksarbeidsbureau in Nederland.
De bevoegde instanties zullen al het mogelijke doen om de aanvragen in de kortst mogelijke
tijd te doen onderzoeken. Zij zullen eveneens de moeilijkheden, welke zich zouden
kunnen voordoen bij het binnenkomen en het verblijf van stagiaires, met de meeste
spoed uit de weg ruimen.
In elk van beide Staten zijn de voorschriften op het gebied van de sociale zekerheid,
welke van toepassing zijn op werknemers van de andere Staat, eveneens van toepassing
op stagiaires van die Staat.
De bevoegde instanties van de beide Staten nemen in gemeenschappelijk overleg de maatregelen,
welke nodig zijn voor de toepassing van deze regeling.
-
1) Deze regeling blijft van kracht tot 31 December 1953; vervolgens wordt zij stilzwijgend
verlengd, telkens voor de tijd van een jaar, tenzij door een van beide overeenkomstsluitende
partijen de regeling vóór 1 Juli wordt opgezegd, met ingang van 1 Januari daaropvolgend.
Door deze regeling zijn de bepalingen van de Overeenkomst van 20 Mei 1936 betreffende
de toelating van stagiaires in Zwitserland en Nederland afgeschaft.
Deze nota en Uw bevestigend antwoord zullen een overeenkomst tussen de beide Regeringen
vormen, welke in werking treedt op de datum van Uw antwoord.
Gelief, Mijnheer de Minister, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden.
(w.g.) FELDMANN
Zijner Excellentie
de Heer A. Baron Bentinck,
Harer Majesteits Gezant te Bern