Excellentie,
Ik heb de eer te verwijzen naar de besprekingen die onlangs hebben plaats gevonden
tussen vertegenwoordigers van onze beide Regeringen betreffende de deelneming van
Uw Regering aan een gemeenschappelijk programma, ingevolge de doelstellingen en toepasselijke
bepalingen van het Verdrag tot wederzijdse hulpverlening inzake verdediging, dat gericht
is op de ontwikkeling en de levering van nieuwe en verbeterde speciale wapens (uitgezonderd
atoomwapens) voor de verdediging van het Noordatlantisch gebied door de landen welke
partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag, met inbegrip van de Verenigde Staten.
Het doel van het programma is, de verdediging van het Noordatlantisch gebied verder
te versterken en aldus de doeltreffende deelneming van de partijen bij het Verdrag
aan het systeem voor collectieve veiligheid der Verenigde Naties te vergemakkelijken.
Het is mogelijk, dat Uw Regering bezig is of later bezig zal zijn met de ontwikkeling
van een aantal nieuwe en speciale militaire uitrustingsstukken. Bepaalde van deze
projecten zouden tijdens hun ontwikkeling zo veelbelovend kunnen blijken, dat door
hun vroegtijdige en succesvolle voltooiing nieuwe en verbeterde uitrustingsstukken
aan de NAVO-strijdkrachten ter beschikking zouden kunnen worden gesteld, hetgeen het
vermogen van deze strijdkrachten, de veiligheid in het Noordatlantisch gebied te handhaven,
zeer zou vergroten.
Om tot dit doel bij te dragen is mijn Regering bereid, bijstand te verlenen voor dezulke
dezer projecten, die beschouwd worden de grootste potentiële bijdrage tot de NAVO-verdediging
te vormen.
De aldus aan Uw Regering te verlenen bijstand uit hoofde van de „Mutual Security Act”
van 1951, als gewijzigd, zal worden verstrekt overeenkomstig de doelstellingen en
toepasselijke bepalingen van het Verdrag tot wederzijdse hulpverlening inzake verdediging
tussen onze beide Regeringen, gedateerd 27 januari 1950, als gewijzigd en aangevuld,
en krachtens andere toepasselijke overeenkomsten of regelingen, welke eventueel tussen
onze beide Regeringen van kracht zijn.
Er is overeengekomen, dat, wanneer enig militair uitrustingsstuk tot welks ontwikkeling
de Verenigde Staten heeft bijgedragen, gereed is om in produktie te worden genomen,
Uw Regering, op voorwaarde dat de financiering daarvan wordt geregeld, bereid zal
zijn de produktie daarvan in Nederland ter hand te nemen en het op redelijke en billijke
voorwaarden te leveren ten behoeve van strijdkrachten, op de been gebracht voor de
verdediging van het Noordatlantisch gebied; en dat, indien zulks niet uitvoerbaar
is, Uw Regering de produktie van een dergelijk militair uitrustingsstuk in andere
NAVO-landen die bereid en in staat zijn het te produceren, zal vergemakkelijken door
aan die landen, ten behoeve van de NAVO-verdediging, op redelijke en billijke voorwaarden
de voor de produktie noodzakelijke rechten en technische inlichtingen over te dragen,
opdat het militaire uitrustingsstuk beschikbaar zal komen ter versterking van de verdediging
van het Noordatlantisch gebied.
Er is verder overeengekomen, dat Uw Regering, voor het uitsluitend gebruik door de
strijdkrachten van de Verenigde Staten, aan de Regering van de Verenigde Staten het
recht zal toekennen, ieder uitrustingsstuk dat onder dit programma valt en waartoe
de Regering van de Verenigde Staten heeft bijgedragen, te gebruiken en in de Verenigde
Staten te produceren. Voorzover Uw Regering de rechten en technische inlichtingen,
welke noodzakelijk zijn voor de produktie van het uitrustingsstuk, in eigendom heeft,
dan wel de overdracht daarvan kan bewerkstelligen zonder verplichtingen aan te gaan
tegenover de eigenaar, zullen aan deze rechten en technische inlichtingen geen kosten
verbonden zijn. Voorzover Uw Regering bij het beschikbaar stellen van zodanige rechten
of technische inlichtingen aan de Regering van de Verenigde Staten, op verzoek van
laatstgenoemde Regering, tegenover de eigenaar van zodanige rechten geldelijke verplichtingen
aangaat, zal Uw Regering daarvoor terugbetaling ontvangen. Voorzover het rechten en
technische inlichtingen betreft, welke de Nederlandse Regering niet in eigendom heeft
of waarover zij geen zeggenschap heeft, zal Uw Regering al het mogelijke in het werk
stellen om te verzekeren, dat zij ter beschikking van de Regering van de Verenigde
Staten worden gesteld tegen kosten welke niet hoger zijn dan die, welke aan Uw Regering
voor haar eigen gebruik in rekening worden gebracht. Er is overeengekomen, dat betalingen
door de Regering van de Verenigde Staten aan Uw Regering geen winst voor Uw Regering
zullen meebrengen.
Bij de uitvoering van dit programma zullen onze beide Regeringen, handelende door
middel van hun daarvoor in aanmerking komende ambtenaren, terzake van speciale projecten
gedetailleerde overeenkomsten aangaan, met inbegrip van passende regelingen tot het
bewaren van de veiligheid ten aanzien van uitrustingsstukken welke voortkomen uit
de onderscheidene ontwikkelingsprojecten, en regelingen welke zoveel als volgens het
Amerikaanse recht mogelijk is, pariiculiere eigendomsrechten en technische inlichtingen
beschermen.
Er is verder overeengekomen, dat dit programma generlei betrekking heeft op wapens
of wapensystemen welke vallen binnen het gebied van de „United States Atomic Energy
Act” van 1946.
Voorgesteld wordt dat, indien deze overeengekomen punten de goedkeuring van Uw Regering
kunnen wegdragen, deze nota en Uwer Excellenties antwoord beschouwd zullen worden
de bevestiging te vormen van deze regelingen tussen onze beide Regeringen.
Gelief, Excellentie, de hernieuwde verzekering van mijn bijzondere hoogachting wel
te willen aanvaarden.
(w.g.) H. FREEMAN MATTHEWS
Amerikaanse Ambassade, 's-Gravenhage.
4 juni 1954
Zijner Excellentie mr. J. W. Beyen,
Minister van Buitenlandse Zaken,
Plein 23,
's-Gravenhage.