MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Directie Verdragen
's-Gravenhage, 19 maart 1959
Excellentie,
Ik heb de eer de ontvangst te bevestigen van Uwer Excellentie's brief van 19 maart
1959, welke de volgende inhoud heeft:
„Ik heb de eer Uwer Excellentie in opdracht van mijn Regering mede te delen, dat het
van Oostenrijkse zijde wenselijk wordt geacht, ter verdere vergemakkelijking van het
verkeer tussen de beide Staten onder toepassing van artikel 24 van het zowel door
Nederland als door Oostenrijk bekrachtigde Verdrag nopens het wegverkeer van 19 september
1949 een Oostenrijks-Nederlandse overeenkomst van de volgende inhoud tot stand te
brengen:
Ieder rijbewijs, dat voor het besturen van een motorvoertuig in het eigen land is
uitgereikt en geldig is, geeft aan de houder het recht, in het andere land gedurende
een tijdelijk verblijf, dat niet langer dan telkens een jaar mag duren, een motorvoertuig
overeenkomstig de verleende bevoegdheid te besturen; ten aanzien van een werknemer,
die voor het besturen van motorvoertuigen is aangesteld, geldt het vorenstaande slechts
onder voorwaarde dat het motorvoertuig in een ander land dan het bezochte land is
geregistreerd. Dit recht vervalt, zodra de betrokkene zich blijvend in het bezochte
land vestigt.
Deze regeling treedt op 18 april 1959 in werking. Zij kan door elke partij met inachtneming
van een termijn van zes maanden worden opgezegd.
Voor zover deze Overeenkomst het Koninkrijk der Nederlanden betreft, zal deze gelden
voor Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen.
Ingeval deze regeling ook van Nederlandse zijde wenselijk wordt geacht, zullen deze
nota en Uw antwoordnota een overeenkomst vormen.”
Ik heb de eer Uwer Excellentie de instemming van de Nederlandse Regering met het bovenstaande
te bevestigen. Uw brief alsmede dit antwoord vormen de overeenkomst welke in deze
aangelegenheid tussen onze beide Regeringen is tot stand gekomen.
Ik maak van deze gelegenheid gebruik, Mijnheer de Ambassadeur, Uwer Excellentie de
hernieuwde verzekering te geven van mijn zeer bijzondere hoogachting.
(w.g.) J. LUNS
Zijner Excellentie Dr. Georg Afuhs,
Buitengewoon en Gevolmachtigd Ambassadeur
van Oostenrijk
te 's-Gravenhage.