Notawisseling tussen de Nederlandse en de Venezolaanse Regering inzake de wederzijdse erkenning van scheepsmeetbrieven, Caracas, 11-04-1957

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 12-02-1958 t/m heden

Notawisseling tussen de Nederlandse en de Venezolaanse Regering inzake de wederzijdse erkenning van scheepsmeetbrieven

Authentiek : ES

Nr. I

REPUBLICA DE VENEZUELA

MINISTERIO DE RELACIONES EXTERIORES

Dirección de Política Económica

Caracas: 11 Abril 1957

Señor Embajador:

Tengo a honra dirigirme a Vuestra Excelencia en la ocasión de referirme al deseo de Vuestro Gobierno de que Venezuela otorgue al Reino de los Países Bajos (Holanda, Surinam, Las Antillas Neerlandesas y. la Nueva Guinea Holandesa) el beneficio de reciprocidad previsto en el parágrafo único del Artículo 33 de la Ley de Navegación y por el cual se exime del requisito de arqueo en los puertos de la República a los buques de aquellas naciones que otorguen a los navios venezolanos el mismo beneficio, cuando éstos toquen en sus puertos.

Me es placentero manifestarle, a nombre de mi Gobierno, que la República conviene en otorgar dicho beneficio a los barcos registrados en el Reino de los Países Bajos, siempre que la misma exención sea concedida a los barcos registrados en Venezuela que toquen en los puertos de cualquier parte del Reino, con excepción de aquellos buques cuyo certificado de arqueo presente dudas respecto a los datos contenidos en él.

Esta nota y la de Vuestra Excelencia en el mismo sentido, serán consideradas como constitutivas de un Acuerdo entre los dos Gobiernos.

Las disposiciones del presente Acuerdo serán aplicables inmediatamente de manera provisional y entrarán en vigor tan pronto como el Gobierno Neerlandés haya informado al Gobierno Venezolano de que se ha dado cumplimiento a las formalidades exigidas en el Reino de los Países Bajos por su legislación nacional.

Válgome de la oportunidad para reiterar a Vuestra Excelencia las seguridades de mi más alta y distinguida consideración.

(fdo.) J. L. ARISMENDI

Al Excelentísimo Señor Doctor

Johannes Christoffel van Beusekom,

Embajador Extraordinario y Plenipotenciario

de los Países Bajos.

Presente.

Nr. II

EMBAJADA DE HOLANDA

Caracas: el 11 de Abril de 1957

Señor Ministro:

Tengo el honor de acusar recibo de su atenta nota de esta misma fecha, respecto al deseo que tiene mi Gobierno de que Venezuela otorgue al Reino de los Países Bajos (Holanda, Surinam, las Antillas Neerlandesas y la Nueva Guinea Neerlandesa) el beneficio de reciprocidad previsto en el parágrafo único del Artículo 33 de la Ley de Navegación y por el cual se exime del requisito de arqueo en los puertos de la República a los buques de aquellos naciones que otorguen a los navíos venezolanos el mismo beneficio cuando éstos toquen en sus puertos.

Me es placentero manifestarle, a nombre de mi Gobierno, que el Reino de los Países Bajos conviene en otorgar dicho beneficio a los barcos registrados en Venezuela que toquen en los puertos de cualquier parte del Reino, con excepción de aquellos buques cuyo certificado de arqueo presente dudas respecto a los datos contenidos en él.

Esta nota y la de Vuestra Excelencia en el mismo sentido, serán consideradas como constitutivas de un Acuerdo entro los dos Gobiernos.

Las disposiciones del presente Acuerdo serán aplicables inmediatamente de manera provisional y entrarán en vigor tan pronto como el

Gobierno Neerlandés haya informado al Gobierno Venezolano de que se ha dado cumplimiento a las formalidades exigidas en el Reino de los Países Bajos por su legislación nacional.

Válgome de la oportunidad para reiterar a Vuestra Excelencia las seguridades de mi más alta y distinguida consideración.

(fdo.) J. C. VAN BEUSEKOM

Su Excelencia

Señor Doctor José Loreto Arismendi,

Ministro de Relaciones Exteriores,

Presente.

Vertaling : NL

Nr. I

REPUBLIEK VENEZUELA

MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Directie Economische Politiek

Caracas, 11 april 1957

Ik heb de eer mij tot Uwe Excellentie te richten met verwijzing naar de wens van Uw Regering, dat Venezuela aan het Koninkrijk der Nederlanden (Nederland, Suriname, de Nederlandse Antillen en Nederlands-Nieuw-Guinea) het voorrecht van wederkerigheid verlene, hetwelk is voorzien in de enige paragraaf van artikel 33 van de Scheepvaartwet, krachtens welke paragraaf vrijstelling wordt verleend van de eis tot het bepalen van de tonnenmaat in de havens van de Republiek voor de schepen van die landen die hetzelfde voorrecht verlenen aan de Venezolaanse schepen wanneer deze hun havens aandoen.

Het doet mij genoegen U in naam van mijn Regering te verklaren, dat de Republiek overeenkomt genoemd voorrecht te verlenen aan de schepen die zijn geregistreerd in het Koninkrijk der Nederlanden, zolang dezelfde vrijstelling wordt verleend voor de in Venezuela geregistreerde schepen welke de havens van welk deel ook van het Koninkrijk aandoen, met uitzondering van die schepen welker meetbrief twijfel laat met betrekking tot de daarin vervatte gegevens.

Deze nota en de in dezelfde zin gestelde nota van Uwe Excellentie zullen worden geacht een overeenkomst tussen de twee Regeringen te vormen.

De bepalingen van deze overeenkomst zullen terstond op voorlopige wijze van toepassing zijn en zullen in werking treden, zodra de Nederlandse Regering aan de Venezolaanse Regering heeft medegedeeld, dat de formaliteiten zijn vervuld, welke in het Koninkrijk der Nederlanden door de nationale wetgeving worden vereist.

Ik maak van deze gelegenheid gebruik Uwer Excellentie wederom de gevoelens mijner meeste hoogachting te betuigen.

(w.g.) J. L. ARISMENDI

Zijner Excellentie

dr. Johannes Christoffel van Beusekom,

Buitengewoon en Gevolmachtigd Ambassadeur

der Nederlanden.

Alhier.

Nr. II

AMBASSADE DER NEDERLANDEN

Caracas, 11 april 1957

Mijnheer de Minister,

Ik heb de eer de ontvangst te bevestigen van Uw geachte nota van dezelfde datum, betreffende de wens van mijn Regering, dat Venezuela aan het Koninkrijk der Nederlanden (Nederland, Suriname, de Nederlandse Antillen en Nederlands-Nieuw-Guinea) het voorrecht van wederkerigheid verlene, hetwelk is voorzien in de enige paragraaf van artikel 33 van de Scheepvaartwet, krachtens welke paragraaf vrijstelling wordt verleend van de eis tot het bepalen van de tonnenmaat in de havens van de Republiek voor de schepen van die landen die hetzelfde voorrecht verlenen aan de Venezolaanse schepen wanneer deze hun havens aandoen.

Het doet mij genoegen U in naam van mijn Regering te verklaren, dat het Koninkrijk der Nederlanden overeenkomt genoemd voorrecht te verlenen aan de in Venezuela geregistreerde schepen welke de havens van welk deel ook van het Koninkrijk aandoen, met uitzondering van die welker meetbrief twijfel laat met betrekking tot de daarin vervatte gegevens.

Deze nota en de in dezelfde zin gestelde nota van Uwe Excellentie zullen worden geacht een overeenkomst tussen de twee Regeringen te vormen.

De bepalingen van deze overeenkomst zullen terstond op voorlopige wijze van toepassing zijn en zullen in werking treden, zodra de Nederlandse Regering aan de Venezolaanse Regering heeft mede

gedeeld, dat de formaliteiten zijn vervuld, welke in het Koninkrijk der Nederlanden door de nationale wetgeving worden vereist.

Ik maak van deze gelegenheid gebruik Uwer Excellentie wederom de gevoelens mijner meeste hoogachting te betuigen.

(w.g.) J. C. VAN BEUSEKOM

Zijner Excellentie

dr. José Loreto Arismendi,

Minister van Buitenlandse Zaken,

Alhier.

Naar boven