Notawisseling tussen de Nederlandse en de Indiase Regering houdende een overeenkomst inzake de deblokkering van Nederlandse activa in India, New Delhi, 04-12-1954

Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 12-04-1955 t/m heden

Notawisseling tussen de Nederlandse en de Indiase Regering houdende een overeenkomst inzake de deblokkering van Nederlandse activa in India

Authentiek : EN

No. I

MINISTRY OF COMMERCE & INDUSTRY

D.O. No. 81 (2) -

E.T.(A)/43

New Delhi, the 4th December, 1954.

My dear Ambassador,

I refer to our discussions on the 30th September 1954 regarding the question of handing back the assets of Dutch nationals which are at present lying vested in the Custodian of Enemy Property, Bombay, and would like to put on record the following conclusions:

  • 1.

    • (i) The Government of India have reconsidered their earlier proposal that they would deal with 82½ % of the Dutch assets held by their Indian Custodian and that the balance 17½% should be pursued by the Netherlands Government with the Government of Pakistan and have decided to drop the proposal. They now accept full responsibility for dealing with all Dutch funds held by their Custodian of Enemy Property;

    • (ii) The Government of India are prepared to release an amount of about Rs. 8,50,000 (Rupees eight lakhs fifty thousand), being part of the assets, held by the Indian Custodian. The other assets held by the Indian Custodian will not be released at present, owing to the possibility of their representing properties which are, in reality, owned by Germans;

    • (iii) As regards assets of Dutch nationals, which are suspected to be beneficially German owned, further consultations will take place between the Governments of the Netherlands and India.

  • 2. As regards the procedure of releasing the Dutch assets, a devesting order will be issued in each case after necessary verification and after the Netherlands Consul-General, Bombay, has given the appropriate discharge to the Indian Custodian in respect of the money in question. The devesting order will provide for the amount in question to be credited to the Netherlands Trading Society, Bombay for transfer to De Nederlandsche Bank.

  • 3. Further, it has been represented that, besides the assets referred to in the foregoing paragraph, there are cases where Indian nationals owing money to Dutch creditors prior to the outbreak of the war, failed to disclose their debts to the Custodian in time. Unless any of those debts represent properties suspected to be owned by Germans, the Government of India will be prepared to allow them to be settled direct between the respective debtors and creditors and will also provide the necessary foreign exchange for the purpose. A list of cases which are suspected to be German-owned, will be supplied to you shortly.

  • 4. I would also wish to place on record the assurance which you gave in the course of discussions that the Netherlands Government will not place any restrictions on the early settlement of the remaining claims of Indian nationals against their Dutch debtors and also on the release of the necessary foreign exchange for the purpose.

  • 5. I should be grateful to have your confirmation that this letter correctly sets out the understanding reached between you and myself.

  • 6. The present Agreement shall enter into force on the date of receipt by the Government of India of a note in which it is stated on behalf of the Netherlands Government that the approval constitutionally required in the Netherlands has been obtained.

Yours sincerely,

(sd.) H. V. R. IENGAR

His Excellency Baron Floris van Pallandt,

The Netherlands Ambassador,

4, Ratendone Road,

New Delhi.

No. II

NETHERLANDS EMBASSY

No. 5236

New Delhi, December 4th, 1954.

My dear Mr. Iengar,

I acknowledge herewith the receipt of your letter of today, D. O. No. 81 (2) - E. T.(A)/43 reading as follows:

[Red: (zoals in No. I)]

I have the honour to confirm the agreement of the Netherlands Government with the contents of the above.

Yours sincerely,

(sd.) F. C. A. van PALLANDT

Mr. H. V. R. Iengar,

Secretary Ministry of Commerce and Industry,

Government of India,

New Delhi.

Vertaling : NL

No. I

MINISTERIE VAN HANDEL EN INDUSTRIE

D.O. No. 81 (2) -

E.T.(A)/43

New Delhi, 4 December 1954.

Excellentie,

Ik heb de eer te verwijzen naar onze besprekingen van 30 September 1954 met betrekking tot het vraagstuk van de teruggave van de activa van Nederlandse onderdanen, welke momenteel berusten bij de Beheerder van Vijandelijke Eigendommen, Bombay, en zou de volgende conclusies willen vastleggen:

  • 1.

    • (i) De Regering van India heeft haar vroeger voorstel, dat zij 82½% van de bij de Indiase Beheerder berustende Nederlandse activa zou afwikkelen en dat de Nederlandse Regering zich voor de resterende 17½% zou dienen te verstaan met de Regering van Pakistan, opnieuw in overweging genomen en heeft besloten, dit voorstel in te trekken. Zij neemt thans de volledige verantwoordelijkheid op zich voor de afwikkeling van alle bij haar Beheerder van Vijandelijke Eigendommen berustende Nederlandse gelden;

    • (ii) De Regering van India is bereid, een bedrag van ongeveer Rs. 850.000 (acht honderd vijftig duizend rupees), zijnde een deel van de bij de Indiase Beheerder berustende activa, te deblokkeren. De overige bij de Indiase Beheerder berustende activa zullen op het ogenblik nog niet worden gedeblokkeerd, daar de mogelijkheid bestaat, dat zij in werkelijkheid Duits bezit vertegenwoordigen;

    • (iii) Met betrekking tot activa van Nederlandse onderdanen ten aanzien waarvan het vermoeden bestaat dat de uiteindelijke belanghebbende Duits onderdaan is, zal tussen de Nederlandse Regering en de Regering van India verder overleg plaats vinden.

  • 2. Ten aanzien van het deblokkeren der Nederlandse activa zal de procedure worden gevolgd, dat voor elk geval een opdracht tot deblokkering zal worden gegeven nadat de nodige onderzoekingen zijn verricht en nadat de Nederlandse Consul-Generaal te Bombay de Indiase Beheerder ten aanzien van het betreffende bedrag op de juiste wijze kwijting heeft verleend. De opdracht tot deblokkering bepaalt dat de Nederlandsche Handel-Maatschappij, N.V., Bombay, voor het betreffende bedrag wordt gecrediteerd ter overmaking aan De Nederlandsche Bank.

  • 3. Voorts is gesteld dat er behalve de in het vorige lid bedoelde activa, gevallen zijn van Indiase onderdanen die geld schuldig waren aan Nederlandse crediteuren vóór het uitbreken van de oorlog en die hebben nagelaten tijdig van hun schulden opgave te doen aan de Beheerder. Behalve in de gevallen waarin deze schulden eigendommen vertegenwoordigen ten aanzien waarvan het vermoeden bestaat dat zij aan Duitsers toebehoren, is de Regering van India bereid, toe te staan dat deze schulden rechtstreeks tussen de onderscheidene schuldenaars en schuldeisers worden vereffend; zij zal voor dit doel tevens de nodige vreemde valuta ter beschikking stellen. Een lijst van gevallen ten aanzien waarvan het vermoeden bestaat dat het gaat om Duits eigendom, zal U binnenkort worden toegezonden.

  • 4. Ik zou eveneens de verzekering willen vastleggen, welke U in de loop van de besprekingen hebt gegeven, dat de Nederlandse Regering geen beperkingen zal stellen ten aanzien van een snelle vereffening van de overblijvende vorderingen van Indiase onderdanen op hun Nederlandse schuldenaren, en evenmin ten aanzien van het beschikbaarstellen van de voor dit doel noodzakelijke buitenlandse valuta.

  • 5. Ik zou U dankbaar zijn, indien U mij wilde bevestigen dat deze brief een juiste uiteenzetting bevat van de tussen U en mij bereikte overeenkomst.

  • 6. Deze Overeenkomst treedt in werking op de dag van ontvangst door de Regering van India van een nota waarin namens de Nederlandse Regering wordt medegedeeld dat de in Nederland grondwettelijk vereiste goedkeuring is verkregen.

Hoogachtend,

(w.g.) H. V. R. IENGAR

Zijner Excellentie

Baron Floris van Pallandt,

Nederlands Ambassadeur,

4, Ratendone Road,

New Delhi.

No. II

AMBASSADE

DER NEDERLANDEN

No. 5236

New Delhi, 4 December 1954.

Zeer Geachte Heer Iengar,

Hierdoor bevestig ik de ontvangst van Uw brief van heden, D.O. No. 81 (2) - E.T.(A)/43, luidende als volgt:

[Red: (zoals in No. I)]

Ik heb de eer te bevestigen, dat de Nederlandse Regering met de inhoud van het bovenstaande instemt.

Hoogachtend,

(w.g.) F. C. A. van PALLANDT

De Heer H. V. R. Iengar,

Secretaris van het Ministerie van Handel en Industrie,

Regering van India,

New Delhi.

Naar boven