[Toekomstige wijziging(en) op 29-03-1958. Zie het overzicht van wijzigingen]
De Ambassade van Zwitserland biedt zijn complimenten aan het Ministerie van Buitenlandse
Zaken aan en heeft de eer het Ministerie te berichten dat de federale autoriteiten,
ter vergemakkelijking van het personenverkeer tussen Zwitserland en het Koninkrijk
der Nederlanden, bereid zijn de op 15 september 1949 gesloten overeenkomst betreffende
de afschaffing van visa te vervangen door de navolgende bepalingen:
-
1. Zwitserse onderdanen kunnen zonder visum de grens overschrijden bij alle Nederlandse
doorlaatposten in Europa, welke geopend zijn voor het personenverkeer, op vertoon
van een geldig of een ten hoogste vijf jaar verlopen nationaal paspoort, of van een
geldige Zwitserse identiteitskaart vastgesteld volgens eenvormig model.
Kinderen beneden de leeftijd van vijftien jaar kunnen de grens eveneens overschrijden
op vertoon van een geldig laissez-passer voor kinderen. Indien zij bijgeschreven zijn
in het paspoort van hun ouders of van hun wettige vertegenwoordigers en tezamen met
hen reizen, behoeven zij geen afzonderlijk identiteitsbewijs om de Nederlandse grens
te overschrijden.
-
2. Nederlandse onderdanen kunnen zonder visum de grens overschrijden bij alle Zwitserse
doorlaatposten welke geopend zijn voor het personenverkeer, op vertoon van een geldig
of een ten hoogste vijf jaar verlopen nationaal paspoort, of van een geldige toeristenkaart,
vastgesteld volgens eenvormig model.
Kinderen beneden de leeftijd van zestien jaar welke bijgeschreven zijn in het reisdocument
van hun ouders of van hun wettige vertegenwoordigers en tezamen met hen reizen, behoeven
geen afzonderlijk identiteitsbewijs om de Zwitserse grens te overschrijden.
-
3. Zwitserse onderdanen die langer dan drie maanden in Nederland wensen te verblijven
moeten een geldig nationaal paspoort kunnen tonen. Kinderen beneden de leeftijd van
vijftien jaar kunnen in dat geval volstaan met het tonen van een laissez-passer voor
kinderen in plaats van een paspoort.
-
4. Nederlandse onderdanen die langer dan drie maanden in Zwitserland wensen te verblijven
moeten een geldig nationaal paspoort kunnen tonen voor de regeling van de voorwaarden
van hun verblijf.
Bovendien zijn de Nederlanders, die zich naar Zwitserland wensen te begeven om er
in loondienst te treden, gehouden zich van te voren in het bezit te stellen van een
verklaring dat hun een verblijfsvergunning zal worden verleend, welke verklaring moet
worden aangevraagd door bemiddeling van een Zwitserse Vertegenwoordiging in het buitenland
of van hun toekomstige werkgever.
-
5. De Staat wiens autoriteiten een der documenten genoemd onder 1 en 2 hebben verstrekt,
zal in elk geval de houder van dat document op zijn grondgebied toelaten, zelfs indien
de nationaliteit van betrokkene wordt betwist.
-
6. Het recht van de Zwitserse en Nederlandse autoriteiten om bepaalde personen uit te
wijzen om redenen van openbare orde en veiligheid, dan wel wanneer andere openbare
belangen worden bedreigd, wordt door deze overeenkomst niet beperkt.
-
7. De in elk der beide Staten geldende algemene voorschriften betreffende het toezicht
op vreemdelingen, worden niet beïnvloed door de bepalingen der vorige artikelen.
-
8. De toepassing van deze overeenkomst kan door een der overeenkomstsluitende Staten
tijdelijk worden opgeschort, om redenen van openbare orde en veiligheid, dan wel om
redenen van openbare gezondheid.
Van de opschorting zal langs diplomatieke weg kennis moeten worden gegeven aan de
andere overeenkomstsluitende Staat. Dit zal eveneens moeten geschieden zodra bedoelde
maatregel wordt opgeheven.
-
9. Deze overeenkomst is eveneens van toepassing op de betrekkingen tussen het Vorstendom
Liechtenstein en Nederland.
-
10. Deze overeenkomst vervangt die van 15 september 1949.
-
11. Deze overeenkomst zal voor een jaar in werking treden op de dag der uitwisseling dezer
nota, met terugwerkende kracht vanaf 1 maart 1958. Zij zal worden beschouwd als stilzwijgend
verlengd voor onbepaalde tijd, indien geen der beide Regeringen ten minste twee maanden
voor het einde van het eerste jaar aan de andere zijn voornemen kenbaar maakt de overeenkomst
te beeindigen.
Na aldus te zijn verlengd zal de overeenkomst beëindigd worden drie maanden nadat
een der beide Regeringen aan de andere zijn voornemen zal hebben kenbaar gemaakt om
de werking ervan te doen ophouden.
De Ambassade van Zwitserland zal het op prijs stellen van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken te vernemen of de Nederlandse Regering instemt met het bovenstaande, waarbij
deze nota en het antwoord van het Ministerie zullen worden beschouwd een overeenkomst
tussen de twee Regeringen te vormen.
De Ambassade van Zwitserland maakt van de gelegenheid gebruik om het Ministerie van
Buitenlandse Zaken de hernieuwde verzekering van haar bijzondere hoogachting te betuigen.
's-Gravenhage, 29 maart 1958.