Notawisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering [...] Drugs Eenheid te 's-Gravenhage worden tewerkgesteld, Bonn, 22-12-1994

Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 07-01-1995 t/m heden

Notawisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland houdende een verdrag inzake voorrechten en immuniteiten te verlenen aan verbindingsambtenaren en andere personeelsleden die vanwege de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland bij de Europol Drugs Eenheid te 's-Gravenhage worden tewerkgesteld

Authentiek : DE

Nr. I

Nr. Bon-35183

Sträßchensweg 10

53113 Bonn

Nota

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden biedt het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Bondsrepubliek Duitsland zijn complimenten aan en heeft de eer, onder verwijzing naar het Ministerieel Akkoord tot instelling van de Europol Drugs Eenheid, vastgesteld tussen de TREVI ministers tijdens hun bijeenkomst in Kopenhagen van 1 en 2 juni 1993, alsmede naar het besluit van de Europese Raad van 29 oktober 1993 tot vestiging van Europol te 's-Gravenhage, en vooruitlopende op de oprichting van Europol bij verdrag, namens de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden het volgende voor te stellen.

1.

Verbindingsambtenaren en andere personeelsleden, die ingevolge bovengenoemd Ministerieel Akkoord vanwege de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland bij de Europol Drugs Eenheid te 's-Gravenhage worden tewerkgesteld en die zich uit dien hoofde in Nederland vestigen, alsmede hun gezinsleden die deel uitmaken van hun huishouding en die niet de Nederlandse nationaliteit hebben, zullen in en jegens het Koninkrijk der Nederlanden de voorrechten en immuniteiten genieten overeenkomstig de voorrechten en immuniteiten die ingevolge het Verdrag van Wenen inzake Diplomatiek Verkeer van 18 april 1961 toekomen aan leden van de administratieve en technische staf van in Nederland gevestigde diplomatieke zendingen, met dien verstande dat deze immuniteit zich niet zal uitstrekken tot schade veroorzaakt door voertuigen, of andere transportmiddelen die hun eigendom zijn of door hen werden bestuurd, noch tot verkeersovertredingen en dat de immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken niet geldt voor gedragingen die niet in de uitoefening van hun functie zijn verricht.

2.

De verplichtingen voor Zendstaten en hun personeel die ingevolge het Verdrag van Wenen van toepassing zijn met betrekking tot leden van de administratieve en technische staf van in Nederland gevestigde diplomatieke zendingen zijn van toepassing met betrekking tot de onder 1 bedoelde personen.

3.

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden zal de onder 1 bedoelde personen op aanvrage in het bezit stellen van een legitimatiebewijs waaruit hun status blijkt.

De Ambassade stelt voor dat deze nota en de bevestigende nota van het Ministerie van Buitenlandse Zaken tezamen een verdrag vormen tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland, dat in werking zal treden op de vijftiende dag na ontvangst van de bevestigende nota van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en dat een looptijd zal hebben van een jaar waarbij, indien aan het einde van de looptijd nog geen verdrag inzake de oprichting van Europol in werking is getreden, een nieuwe notawisseling tot verlenging van het verdrag zal kunnen plaatsvinden.

De Ambassade maakt van deze gelegenheid gebruik om het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Bondsrepubliek Duitsland de hernieuwde verzekering van zijn zeer bijzondere hoogachting te geven.

30 november 1994

Aan het Ministerie van

Buitenlandse Zaken van de

Bondsrepubliek Duitsland

53113 Bonn

Nr. II

AUSWÄRTIGES AMT

Az.: 301-511.11/3

Verbalnote

Das Auswärtige Amt beehrt sich, den Eingang der Verbalnote der Botschaft des Königreichs der Niederlande vom 30. November 1994 zu bestätigen, die in deutscher Übersetzung wie folgt lautet:

»Die Botschaft des Königreichs der Niederlande beehrt sich, dem Auswärtigen Amt der Bundesrepublik Deutschland unter Bezugnahme auf die von den TREVI-Ministern auf ihrer Tagung in Kopenhagen am 1. und 2. Juni 1993 angenommene Ministervereinbarung über die Einrichtung der Europol-Drogeneinheit und auf den Beschluß des Europäischen Rates vom 29. Oktober 1993, dem zufolge Europol seinen Sitz in Den Haag haben soll, bis zur Einrichtung von Europol durch Vertrag im Namen der Regierung des Königreichs der Niederlande folgendes vorzuschlagen:

1.

Verbindungsbeamte und andere Mitglieder des Personals, die im Namen der Regierung der Bundesrepublik Deutschland im Rahmen der genannten Ministervereinbarung in der Europol-Drogeneinheit in Den Haag beschäftigt werden und sich aus diesem Grund in den Niederlanden niederlassen, sowie die zu ihrem Haushalt gehörenden Familienmitglieder, die nicht die niederländische Staatsangehörigkeit besitzen, genießen die Vorrechte und Immunitäten in und gegenüber dem Königreich der Niederlande, die Mitgliedern des Verwaltungs- und technischen Personals der in den Niederlanden eingerichteten diplomatischen Missionen nach dem Wiener Übereinkommen vom 18. April 1961 über diplomatische Beziehungen zustehen; die Immunitäten erstrecken sich jedoch weder auf Schäden, die von einem ihnen gehörenden oder von ihnen geführten Kraftfahrzeug oder anderen Verkehrsmittel verursacht werden, noch auf Verstöße gegen die Straßenverkehrsvorschriften, und die Immunität von der Strafgerichtsbarkeit erstreckt sich nicht auf ihre nicht in Ausübung ihrer dienstlichen Tätigkeit vorgenommenen Handlungen.

2.

Die Pflichten der Entsendestaaten und ihres Personals, die nach dem Wiener Übereinkommen für Mitglieber des Verwaltungs- und technischen Personals der in den Niederlanden eingerichteten diplomatischen Missionen gelten, finden auf die unter Nummer 1 genannten Personen Anwendung.

3.

Die Regierung des Königreichs der Niederlande stellt den unter Nummer 1 genannten Personen auf Verlangen einen Ausweis aus, aus dem ihr Status ersichtlich ist.

Die Botschaft schlägt vor, daß diese Note und die zustimmende Antwortnote des Auswärtigen Amts eine Vereinbarung zwischen der Regierung des Königreichs der Niederlande und der Regierung der Bundesrepublik Deutschland bilden, die am fünfzehnten Tag nach Eingang der zustimmenden Note des Auswärtigen Amts in Kraft tritt und ein Jahr lang in Kraft bleibt; falls am Ende dieses Zeitraums ein Vertrag über die Einrichtung von Europol nicht in Kraft ist, kann die Vereinbarung durch einen weiteren Notenwechsel verlängert werden."

Das Auswärtige Amt beehrt sich, der Botschaft des Königreichs der Niederlande mitzuteilen, daß sich die Regierung der Bundesrepublik Deutschland mit den Vorschlägen der Regierung des Königreichs der Niederlande einverstanden erklärt. Demgemäß bilden die Verbalnote der Botschaft des Königreichs der Niederlande vom 30. November 1994 und diese Antwortnote eine Vereinbarung zwischen der Regierung der Bundesrepublik Deutschland und der Regierung des Königreichs der Niederlande, die am fünfzehnten Tag nach Eingang bei der Botschaft des Königreichs der Niederlande in Kraft tritt und ein Jahr lang in Kraft bleibt; falls am Ende dieses Zeitraums ein Vertrag über die Einrichtung von Europol nicht in Kraft ist, kann die Vereinbarung durch einen weiteren Notenwechsel verlängert werden.

Das Auswärtige Amt benutzt diesen Anlaß, die niederländische Botschaft erneut seiner ausgezeichneten Hochachtung zu versichern.

Bonn, den 22. Dezember 1994

An die Botschaft des

Königreichs der Niederlande

Sträßchenweg 10

53113 Bonn

Naar boven