2946
Note Verbale
De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden heeft de eer het Ministerie van Buitenlandse
Zaken de ontvangst te bevestigen van zijn Note Verbale Nr. 510-511.13/1 NLD van 15
april 1987, waarvan de tekst in het Nederlands als volgt luidt:
„Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de eer de Ambassade van het Koninkrijk
der Nederlanden onder verwijzing naar artikel 1, vijfde lid, van de Overeenkomst van
30 mei 1958 tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland nopens
de samenvoeging van de grenscontrole en de instelling van gemeenschappelijke spoorwegstations
of van grensaflosstations aan de Nederlands-Duitse grens, mede te delen dat de Regering
van de Bondsrepubliek Duitsland kennis heeft genomen van het schrijven van de Bondsminister
van Financiën van 26 november 1986 - III B 8 Z 4415-4/86 en het schrijven van de Nederlandse
Minister van Financiën van 8 december 1986, 286-17731, waarbij overeenkomstig artikel
1, vierde lid, letter a) van de Overeenkomst de volgende regeling wordt getroffen:
Hoofdstuk II Nr. 1 van de Overeenkomst van 27 oktober/ 8 november 1972 over de samenvoeging
van de Nederlandse en de Duitse grenscontrole aan de weg van Emmerich naar Doetinchem,
de rondweg bij 's-Heerenberg, luidt als volgt:
Deze regeling wordt overeenkomstig artikel 1, vijfde lid, van de Overeenkomst bevestigd
en in werking gesteld. Het tijdstip van het in werking treden wordt vastgelegd in
diplomatieke nota's.
Deze regeling kan te allen tijde langs diplomatieke weg worden opgezegd. Zij treedt
6 maanden na opzegging buiten werking.
De Regering van de Bondsrepubliek Duitsland gaat ervan uit dat de bovenstaande regeling
overeenkomstig artikel 1, vijfde lid, van de Overeenkomst van 30 mei 1958 wordt bevestigd
door deze Note Verbale en de antwoordnota van de Ambassade van het Koninkrijk der
Nederlanden en dat de regeling op 1 mei 1987 in werking treedt.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken maakt tevens van deze gelegenheid gebruik, de
Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden opnieuw te verzekeren van zijn bijzondere
hoogachting.”
De Ambassade heeft de eer het Ministerie van Buitenlandse Zaken mede te delen dat
de Nederlandse Regering ermede instemt dat de Note Verbale van het Ministerie van
Buitenlandse Zaken en deze antwoordnota de ingevolge artikel 1, vijfde lid, van genoemde
Overeenkomst voorziene bevestiging van de hierboven weergegeven briefwisseling tussen
de Bondsminister van Financiën en de Nederlandse Minister van Financiën vormen en
dat deze regeling op 1 mei 1987 in werking treedt.
De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik
het Ministerie van Buitenlandse Zaken opnieuw te verzekeren van haar bijzondere hoogachting.
Bonn, 15 april 1987
An das Auswärtige Amt
Bonn