Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Columbia inzake technische samenwerking, Bogotá, 19-07-1966

Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 21-12-1966 t/m heden

Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Columbia inzake technische samenwerking

Authentiek : NL

Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Columbia inzake technische samenwerking

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Columbia, verlangende de tussen hun volken bestaande vriendschapsbanden nauwer aan te halen en in het algemeen de goede betrekkingen tussen hun landen uit te breiden, erkennende, dat het in hun gemeenschappelijk belang is binnen hun mogelijkheden de wetenschappelijke, economische en sociale vooruitgang naar vermogen te bevorderen, en dat een regeling van de technische samenwerking daartoe een belangrijke bijdrage vormt, overwegende, dat hiertoe bevorderlijk kan zijn het scheppen van een algemeen kader waarbinnen zodanige technische samenwerking kan worden tot stand gebracht, komen het volgende overeen:

Artikel I

De beide Regeringen zullen wederzijds binnen de ten dienste staande financiële, personele en materiële mogelijkheden, de technische samenwerking tussen hun beide landen bevorderen.

Artikel II

  • 1 De technische samenwerking zal bestaan uit uitwisseling, in de ruimste zin des woords, van verworven kennis en ervaring, al dan niet vergezeld van materiële steun.

  • 2 Tot daadwerkelijke samenwerking als bedoeld in het vorige lid zal slechts kunnen worden overgegaan nadat hierom uitdrukkelijk is verzocht door het land dat van geboden mogelijkheden van samenwerking met het andere land gebruik wenst te maken en niet dan nadat over de voor deze samenwerking vereiste zakelijke voorwaarden overeenstemming is bereikt.

Artikel III

Wanneer tot technische samenwerking als bedoeld in het eerste lid van Artikel II wordt besloten en dientengevolge deskundigen, leerkrachten en specialisten worden beschikbaar gesteld, fellowships verleend of tot meer uitgebreide vormen van technische samenwerking wordt overgegaan, zullen, in overeenstemming met de beginselen, neergelegd in deze Overeenkomst, de wijze waarop en de voorwaarden waaronder zulks zal geschieden van geval tot geval in gemeenschappelijk overleg nader worden geregeld in administratieve overeenkomsten.

Artikel IV

  • 1 Deskundigen, leerkrachten en specialisten die door de Regering van het ene land ter beschikking worden gesteld voor adviserende of uitvoerende werkzaamheden in het andere land kunnen, gedurende vier maanden na aankomst in het andere land hun bagage, hun persoonlijke en huishoudelijke goederen en hun overige verbruiksartikelen bestemd voor hun persoonlijk of beroepsmatig gebruik, of voor het gebruik van hun gezinnen, invoeren zonder speciale invoervergunning of bewijs van deviezendekking. Het uitnodigende land stelt de invoer vrij van douaneheffingen en andere soortgelijke lasten. Eveneens kunnen zij éénmaal zonder betaling van douanerechten een auto, bestemd voor persoonlijk gebruik, invoeren doch de verkoop daarvan aan derden zal niet worden toegestaan dan bij afloop van hun opdracht in Columbia en na betaling van de vrijgestelde rechten.

  • 2 De deskundigen, leerkrachten en specialisten kunnen gedurende zes maanden na het einde van hun terbeschikkingstelling het door hen ingevoerde weder uitvoeren, waarbij lid 1 van dit artikel van overeenkomstige toepassing is. Hetzelfde geldt, binnen redelijke grenzen, met betrekking tot die persoonlijke en huishoudelijke goederen welke tijdens hun terbeschikkingstelling zijn verworven.

  • 3 De Regering van de Republiek Columbia staat aan de Nederlandse deskundigen, leerkrachten en specialisten, uitgezonden krachtens deze Overeenkomst, en aan hun gezinsleden toe, geneesmiddelen, levensmiddelen, dranken en andere artikelen voor dagelijks gebruik, voor zover bestemd voor eigen gebruik, zonder betaling van douaneheffingen in te voeren.

Artikel V

In de gevallen waarin overeenkomstig het bepaalde in de onderhavige Overeenkomst of in de ter uitvoering daarvan te sluiten overeenkomsten, de Nederlandse Regering machines, instrumenten of uitrusting ter beschikking stelt, staat de Columbiaanse Regering de invoer van deze goederen toe vrij van douane- en bijkomende rechten, van invoerverboden en van invoerbeperkingen alsmede van alle fiscale lasten.

Artikel VI

De Columbiaanse Regering stelt de Nederlandse deskundigen, leerkrachten en specialisten vrij van belastingen op hun inkomen, omvattende salaris, eventuele andere tegemoetkomingen en emolumenten. Deze vrijstelling geldt voor de gehele duur van het verblijf van genoemde personen in Columbia voor zover deze overeenkomt met de voor hen vastgestelde uitzendingsperiode.

Artikel VII

De Columbiaanse Regering stelt schadeloos en vrijwaart de Nederlandse Regering, haar deskundigen, vertegenwoordigers en personeel tegen alle processen inzake wettelijke aansprakelijkheid, tegen gerechtelijke stappen, tegen vorderingen en schadevergoedingseisen - hetzij bijzondere, hetzij algemene - die ontstaan tengevolge van overlijden dan wel voortvloeien uit schade toegebracht aan personen of goederen dan wel betrekking hebben op andere geldelijke verliezen. De Columbiaanse Regering zal tot deze schadeloosstelling en vrijwaring overgaan in geval van een handelen of nalaten van genoemde deskundigen en vertegenwoordigers en genoemd personeel, behalve in geval van grove nalatigheid of opzettelijk onjuist optreden door deze deskundigen en vertegenwoordigers en dit personeel.

Artikel VIII

Voor de gevallen waarin deze Overeenkomst niet voorziet, zullen de beide Regeringen van geval tot geval bij administratieve overeenkomst vaststellen welke faciliteiten, vervat in de „Model Text of Agreement concerning assistance under the United Nations Development Programme”, geldend op het tijdstip van het sluiten van de administratieve overeenkomst, met betrekking tot het beschikbaar stellen van deskundigen, leerkrachten en specialisten en het uitvoeren van projecten van toepassing worden verklaard.

Artikel IX

Zonder inbreuk te maken op hetgeen in de op 6 juli 1964 te Bogotá ondertekende Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Columbia is bepaald met betrekking tot Nederlandse Vrijwilligers, zijn de bepalingen van deze Overeenkomst ook van toepassing op de Nederlandse deskundigen, leerkrachten en specialisten die bij de inwerkingtreding dezer Overeenkomst in Columbia in opdracht van de Nederlandse Regering in het kader van de technische samenwerking werkzaam zijn.

Artikel X

Deze Overeenkomst zal in werking treden op de dag waarop de Columbiaanse Regering en de Nederlandse Regering elkaar schriftelijk mededelen dat voldaan is aan de in hun landen wettelijk voorgeschreven vereisten met betrekking tot de inwerkingtreding.

De Overeenkomst geldt voor een periode van vijf jaar. Zij wordt geacht stilzwijgend te zijn verlengd telkens voor een periode van drie jaar indien zij niet door een der partijen schriftelijk is opgezegd uiterlijk zes maanden voor het einde van de lopende periode.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, hiertoe behoorlijk gemachtigd, deze Overeenkomst hebben ondertekend.

GEDAAN te Bogotá, de negentiende juli negentienhonderd zesenzestig, in twee exemplaren, elk in de Spaanse en de Nederlandse taal, zijnde de beide teksten gelijkelijk authentiek.

Voor de Regering van de Republiek Columbia

(w.g.) CASTOR JARAMILLO ARRUBLA.

Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden

(w.g.) TH. P. BERGSMA.

Nr. I

REPÚBLICA DE COLOMBIA

MINISTERIO DE RELACIONES

EXTERIORES

O/J 640

El Ministerio de Relaciones Exteriores saluda atentamente a la Honorable Embajada del Reino de los Países Bajos y tiene el agrado de informarle que el día dos (2) del mes de agosto en curso, el Consejo de Ministros emitió dictamen favorable acerca del Convenio relativo a la Cooperación Técnica entre el Gobierno de la República de Colombia y el Gobierno del Reino de los Países Bajos y que ese mismo día el Convenio en referencia fue aprobado por el Excelentísimo señor Presidente de la República. Cumplidos en esta forma los requisitos exigidos por la ley 24 de 1.959, el Ministerio de Reíaciones Exteriores se complace en comunicarlo a le Honorable Embajada para efecto de la entrada en vigor del Convenio, previsto en el artículo Décimo del mismo.

El Ministerio de Relaciones Exteriores se vale de esta oportunidad para reiterar a la Honorable Embajada del Reino de los Países Bajos las seguridades de su más alta y distinguida consideración.

Bogotá, D.E. 11 de agosto de 1.966

Nr. II

No. 2224

La Embajada Real de los Países Bajos saluda atentamente al Ministerio de Relaciones Exteriores y tiene el honor de comunicarle, en cumplimiento y para los efectos contemplados por el artículo Décimo del Convenio relativo la Cooperación Técnica entre el Gobierno de la República de Colombia y el Gobierno del Reino de los Países Bajos, que el Convenio ha sido puesto en vigencia por el Gobierno de los Países Bajos con una duración de un (1) año como máximo, en espera del procedimiento de ratificación definitiva en los Países Bajos.

La Embajada Real de los Países Bajos se vale de esta oportunidad para reiterar al Honorable Ministerio de Relaciones Exteriores las seguridades de su más alta y distinguida consideración.

Bogotá, 11 de agosto de 1.966.

Naar boven