Notawisseling tussen de Nederlandse en de Britse Regering tot uitbreiding van het [...] belasting met betrekking tot belastingen van inkomsten, 's-Gravenhage, 27-12-1962

Geraadpleegd op 02-05-2024.
Geldend van 09-04-1963 t/m heden

Notawisseling tussen de Nederlandse en de Britse Regering tot uitbreiding van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland ter vermijding van dubbele belasting met betrekking tot belastingen van inkomsten

Authentiek : EN

Nr. I

BRITISH EMBASSY

The Hague, December 20, 1962.

Your Excellency,

I have the honour, upon instructions from Her Majesty's Principal Secretary of State for Foreign Affairs, to refer to the Convention between the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland and the Kingdom of the Netherlands for the Avoidance of Double Taxation and the Prevention of Fiscal Evasion with respect to Taxes on Income, signed at London on the 15th of October, 1948.

I have the honour to propose on behalf of the Government of the United Kingdom that, in accordance with the provisions of Article XIX, the above-mentioned Convention should be extended to the Federation of Rhodesia and Nyasaland in the manner, subject to the modifications, and with effect from the dates specified in the Annex to the present Note.

If the foregoing proposal is acceptable to the Government of the Kingdom of the Netherlands, I have the honour to suggest that the present Note with its Annex, and Your Excellency's reply to that effect should be regarded as constituting an Exchange of Notes as provided for in the first paragraph of Article XIX of the abovementioned Convention and as placing on record the agreement reached between the two Governments in this matter.

I avail myself of this opportunity to renew to Your Excellency the assurance of my highest consideration.

(sd.) A. N. NOBLE

His Excellency

Dr. J. M. A. H. Luns

ANNEX

I. APPLICATION

  • (a) The said Convention as modified by the present Annex shall apply:

    • (1) as if the contracting parties were the Government of the Kingdom of the Netherlands and the Government of the Federation of Rhodesia and Nyasaland;

    • (2) as if the term “United Kingdom” (except where the context otherwise required) meant the Federation of Rhodesia and Nyasaland;

    • (3) as if the taxes concerned in the Federation of Rhodesia and Nyasaland were the Income Tax, Supertax and undistributed Profits Tax; provided that for the purposes only of the application of paragraph (2) of Article XV of the Convention, the taxes concerned shall include the territorial surcharges charged in Northern Rhodesia, Nyasaland and Southern Rhodesia; and

    • (4) as if references to “the date of signature of the present Convention” were references to the date of the exchange of notes to which the present Annex is appended.

  • (b) When the last of these measures shall have been taken in the Federation of Rhodesia and Nyasaland necessary to give the present extension the force of law in the Federation, the present extension shall have effect-

    • (1) in the Netherlands

      As respects income tax for any year of assessment beginning after 31st December, 1954; as respects the company tax for any chargeable accounting period beginning after 31st December, 1954 and for the unexpired portion of any chargeable accounting period current at that date; and

      as respects any other taxes for the calendar year 1955 and for subsequent years;

    • (2) in the Federation of Rhodesia and Nyasaland as respects tax for the year of assessment beginning on 1st April, 1955, and for subsequent years of assessment.

  • (c) The Government of the United Kingdom shall inform the Government of the Kingdom of the Netherlands in writing when the last of the measures necessary, as indicated in paragraph (b), have been taken in the Federation of Rhodesia and Nyasaland.

  • (d) Except as specified in Part II modification (a) below, the present extension shall remain in force indefinitely and shall continue to remain in force notwithstanding that the convention may have been terminated by either of the High Contracting Parties in accordance with Article XXI thereof. Either High Contracting Party may, however, on or before the 30th June in any calendar year not earlier than the year 1964 give to the other Contracting Party through the diplomatic channel written notice of termination and in such event the present extension shall cease to have effect-

    • (1) in the Netherlands: as respects income tax for any year of assessment beginning after the end of the calendar year in which the notice is given;

      as respects the company tax for any chargeable accounting period beginning after the end of the calendar year in which such notice is given and for the un-expired portion of any chargeable accounting period current at the end of that year; and as respects any other taxes for any calendar year following that in which the notice is given;

    • (2) in the Federation of Rhodesia and Nyasaland as respects tax for any year of assessment beginning on or after the first day of April in the calendar year next following the date of such notice.

II. MODIFICATIONS

The said Convention shall apply with the modifications that:

  • (a) Article VI shall cease to be applicable on the 1st January, 1963, and

  • (b) [Red: Wijzigt het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland ter vermijding van dubbele belasting en ter voorkoming van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen van inkomsten; Londen, 15 oktober 1948.]

Nr. II

MINISTRY OF FOREIGN AFFAIRS

The Hague, 27th December 1962.

Sir,

I have the honour to acknowledge receipt of Your Excellency's Note of the 20th of December, 1962, with Annex, which reads as follows:

[Red: (zoals in Nr. I)]

In reply I have the honour to inform you that the Government of the Kingdom of the Netherlands accept the foregoing proposal and agree to regard your Note, together with the present reply, as constituting an Exchange of Notes as provided for in the first paragraph of Article XIX of the above-mentioned Convention, and as placing on record the agreement reached between the two Governments in this matter.

I avail myself of this opportunity to renew to Your Excellency the assurances of my highest consideration.

(sd.) J. LUNS

His Excellency

Sir Andrew Noble,

Ambassador Extraordinary and Plenipotentiary

of Her Britannic Majesty,

The Hague.

Vertaling : NL

Nr. I

BRITSE AMBASSADE

's-Gravenhage, 20 december 1962.

Excellentie,

In opdracht van Harer Majesteits Minister van Buitenlandse Zaken heb ik de eer te verwijzen naar het op 15 oktober 1948 te Londen ondertekende Verdrag tussen het Verenigd Koninkrijk van Groot- Brittannië en Noord-Ierland en het Koninkrijk der Nederlanden ter vermijding van dubbele belasting en ter voorkoming van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen van inkomsten.

Namens de Regering van het Verenigd Koninkrijk heb ik de eer voor te stellen dat, overeenkomstig de bepalingen van artikel XIX, bovengenoemd Verdrag worde uitgebreid tot de Federatie van Rhodesia en Nyasaland op de wijze, met inachtneming van de wijzigingen, en met ingang van de data nader omschreven in de Bijlage bij deze Nota.

Indien bovenstaand voorstel voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden aanvaardbaar is, heb ik de eer voor te stellen dat deze Nota, met de Bijlage, en Uwer Excellenties terzake dienend antwoord worden beschouwd een notawisseling te vormen als bedoeld in het eerste lid van artikel XIX van bovengenoemd Verdrag, en de overeenstemming vast te leggen welke tussen de beide Regeringen ten aanzien van deze aangelegenheid is bereikt.

Gelief, Excellentie, de hernieuwde verzekering van mijn zeer bijzondere hoogachting wel te willen aanvaarden.

(w.g.) A. N. NOBLE

Zijner Excellentie

Mr. J.M. A.H. Luns

BIJLAGE

I. TOEPASSING

  • (a) Genoemd Verdrag, zoals dat is gewijzigd bij deze Bijlage, is van toepassing:

    • (1) als waren de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Federatie van Rhodesia en Nyasaland de Verdragsluitende Partijen;

    • (2) als betekende de uitdrukking „Verenigd Koninkrijk” (behalve waar het zinsverband een andere betekenis vereist) de Federatie van Rhodesia en Nyasaland;

    • (3) als waren de betrokken belastingen in de Federatie van Rhodesia en Nyasaland de „Income Tax”, de „Supertax” en de „undistributed Profits Tax”, met dien verstande dat, uitsluitend voor de toepassing van lid 2 van artikel XV van het Verdrag, de territoriale opcenten welke in Noord-Rhodesia, Nyasaland en Zuid-Rhodesia worden opgelegd, worden begrepen in de betrokken belastingen; en

    • (4) als waren verwijzingen naar „de datum van ondertekening van dit Verdrag” verwijzingen naar de datum van wisseling der Nota's waaraan deze Bijlage is toegevoegd.

  • (b) Wanneer in de Federatie van Rhodesia en Nyasaland de laatste van die maatregelen is genomen welke noodzakelijk zijn om de onderhavige uitbreiding in de Federatie kracht van wet te verlenen, is de onderhavige uitbreiding van kracht:

    • (1) in Nederland

      met betrekking tot de inkomstenbelasting: voor elk belastingjaar beginnende na 31 december 1954;

      met betrekking tot de vennootschapsbelasting: voor elk belastbaar boekjaar beginnende na 31 december 1954, en voor het niet verstreken gedeelte van elk belastbaar boekjaar dat op die datum lopende is;

      en met betrekking tot iedere andere belasting: voor het kalenderjaar 1955 en volgende jaren;

    • (2) in de Federatie van Rhodesia en Nyasaland met betrekking tot belasting voor het belastingjaar beginnende op 1 april 1955 en voor volgende belastingjaren.

  • (c) De Regering van het Verenigd Koninkrijk doet de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden schriftelijk mededeling wanneer de laatste van de in paragraaf (b) aangegeven noodzakelijke maatregelen in de Federatie van Rhodesia en Nyasaland is genomen.

  • (d) Behoudens hetgeen nader is omschreven in de hierna in Deel II onder(a) opgenomen wijziging 5 blijft de onderhavige uiting voor onbepaalde tijd van kracht en zal zij ook van kracht blijven indien het Verdrag overeenkomstig deszelfs artikel XXI door een van beide Hoge Verdragsluitende Partijen is beëindigd. Elk van beide Hoge Verdragsluitende Partijen kan echter, op of voor de 30ste juni van elk kalenderjaar niet vroeger dan 1964, aan de andere Verdragsluitende Partij langs diplomatieke weg een schriftelijke kennisgeving van beëindiging van de onderhavige uitbreiding doen toekomen, en in zulk geval is de onderhavige uitbreiding niet langer van kracht-

    • (1) in Nederland: met betrekking tot de inkomstenbelasting: voor elk belastingjaar beginnende na het einde van het kalenderjaar waarin de kennisgeving is gedaan;

      met betrekking tot de vennootschapsbelasting: voor elk belastbaar boekjaar beginnende na het einde van het kalenderjaar waarin de kennisgeving is gedaan, en voor het niet verstreken gedeelte van elk belastbaar boekjaar dat aan het einde van dat jaar lopende is; en met betrekking tot elke andere belasting: voor elk kalenderjaar volgende op dat waarin de kennisgeving is gedaan;

    • (2) in de Federatie van Rhodesia en Nyasaland: met betrekking tot de belasting voor elk belastingjaar beginnende op of na 1 april van het kalenderjaar dat direct volgt op de dag waarop die kennisgeving is gedaan.

II. WIJZIGINGEN

Genoemd Verdrag is van toepassing behoudens de volgende wijzigingen:

  • (a) Artikel VI houdt op 1 januari 1963 op van toepassing te zijn; en

  • (b) [Red: Wijzigt het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland ter vermijding van dubbele belasting en ter voorkoming van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen van inkomsten; Londen, 15 oktober 1948.]

Nr. II

MINISTERIE

van

BUITENLANDSE ZAKEN

's-Gravenhage, 27 december 1962.

Sir,

Ik heb de eer de ontvangst te bevestigen van Uwer Excellentie's Nota van 20 december 1962, met Bijlage, welke als volgt luidt:

[Red: (zoals in Nr. I)]

Ten antwoord heb ik de eer te Uwer kennis te brengen, dat de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden bovengenoemd voorstel aanvaardt en dat zij Uw Nota en het onderhavige antwoord beschouwt als vormende een notawisseling bedoeld in het eerste lid van artikel XIX van bovengenoemd Verdrag en als vastleggende de overeenstemming welke tussen de beide Regeringen ten aanzien van deze aangelegenheid is bereikt.

Gelief, Excellentie, de hernieuwde verzekering van mijn zeer bijzondere hoogachting wel te willen aanvaarden.

(w.g.) J. LUNS

Zijner Excellentie

Sir Andrew Noble,

Harer Britse Majesteits Buitengewoon en

Gevolmachtigd Ambassadeur,

's-Gravenhage.

Naar boven