Elk der Overeenkomstsluitende Partijen laat op haar gebied groepen jeugdige personen
toe die komen uit het gebied van een der andere Overeenkomstsluitende Partijen en
reizen op een collectief reisdocument dat beantwoordt aan de voorwaarden die zijn
aangegeven in deze Overeenkomst.
Een ieder die voorkomt op een collectief paspoort voor jeugdige personen moet onderdaan
zijn van het land dat dit reisdocument heeft afgegeven.
Jeugdige personen kunnen tot hun 21e jaar gebruik maken van collectieve reisdocumenten
die krachtens deze Overeenkomst zijn afgegeven.
De leider van een groep, die minstens 21 jaar moet zijn, houder van een geldig individueel
paspoort, en aangewezen volgens de voorschriften die eventueel van kracht zijn op
het gebied van de Overeenkomstsluitende Partij die het collectieve reisdocument heeft
afgegeven, moet:
-
- het collectieve reisdocument bewaren,
-
- de groep begeleiden,
-
- de formaliteiten aan de grenzen vervullen,
-
- erop toezien dat de leden van de groep bij elkaar blijven.
Ieder collectief reisdocument voor jeugdige personen moet minstens vijf en maximaal
vijftig namen bevatten, de leider van de groep niet meegerekend.
Alle personen die voorkomen op een collectief reisdocument moeten bij elkaar blijven.
Indien, in tegenstelling tot de bepalingen van artikel 6, een der leden van de groep
die voorkomt op het collectieve reisdocument voor jeugdige personen gescheiden wordt
van de groep of, om welke reden dan ook, niet met de andere leden van de groep terugkeert
in het land dat het collectieve reisdocument heeft af gegeven moet de leider van de
groep dit onverwijld melden aan de plaatselijke autoriteiten en, voor zover mogelijk,
aan de diplomatieke of consulaire vertegenwoordiger van het land dat genoemd document
heeft afgegeven.
Bij het verlaten van het land moet hij in ieder geval de grenspost ervan op de hoogte
stellen.
Het lid dat niet met zijn groep het land verlaat moet, indien dit noodzakelijk is,
een individueel reisdocument aanvragen bij de vertegenwoordiger van zijn land.
De duur van het verblijf van een groep die op een collectief reisdocument voor jeugdige
personen reist mag niet langer zijn dan drie maanden.
Het collectieve reisdocument voor jeugdige personen dient, overeenkomstig het aangehechte
model, in ieder geval de volgende gegevens te bevatten:
-
a) datum en plaats van afgifte en de instantie die het document heeft afgegeven;
-
b) beschrijving van de groep;
-
c) land(en) van bestemming;
-
d) geldigheidsduur;
-
e) naam, voornamen en nummer van het paspoort van de leider der groep;
-
f) namen (in alfabetische volgorde), voornamen, geboortedatum en -plaats, alsmede woonplaats,
van ieder lid van de groep.
De instantie die normaliter belast is met de afgifte van de paspoorten geeft het collectieve
reisdocument af overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 en verklaart dat alle erop
vermelde personen onderdanen zijn van het land van afgifte van het document, zoals
bepaald in artikel 2.
Iedere wijziging van of toevoeging aan een collectief reisdocument dient te worden
verricht door de instantie die het heeft afgeleverd.
Ieder collectief reisdocument wordt in beginsel slechts in een enkel origineel exemplaar
afgegeven.
Iedere Overeenkomstsluitende Partij kan, op het ogenblik van de ondertekening van
deze Overeenkomst of van de nederlegging van haar akte van bekrachtiging of goedkeuring
of toetreding, door middel van een tot de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa
gerichte verklaring mededelen, welk aantal extra exemplaren zij eventeel zou kunnen
verlangen.
De leden van de groep die op een collectief paspoort reizen worden ontheven van de
verplichting een nationaal identiteitsbewijs over te leggen.
Zij dienen echter, indien nodig, in staat te zijn op de een of andere manier hun identiteit
te bewijzen.
Iedere Overeenkomstsluitende Partij kan, op het ogenblik van de ondertekening van
deze Overeenkomst of van de nederlegging van haar akte van bekrachtiging of goedkeuring
of toetreding, door middel van een tot de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa
gerichte verklaring mededelen, op welke manier de leden van een groep hun identiteit
dienen te bewijzen.
Op het ogenblik van de ondertekening van deze Overeenkomst of van de nederlegging
van haar akte van bekrachtiging of goedkeuring of toetreding, kan elk der Overeenkomstsluitende
Partijen, voor de toelating tot en het verblijf op haar gebied en onder voorbehoud
van wederkerigheid, door middel van een tot de Secretaris-Generaal van de Raad van
Europa gerichte verklaring, de bepalingen van deze Overeenkomst uitbreiden tot jeugdige
vluchtelingen en staatlozen die op regelmatige wijze op het gebied van een andere
Overeenkomstsluitende Partij gevestigd zijn en wier terugkeer naar dat gebied gewaarborgd
is. Deze verklaring kan ieder ogenblik worden ingetrokken door middel van een kennisgeving,
gericht tot de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa.
Deze Overeenkomst staat ter ondertekening open voor de leden van de Raad van Europa,
die er partij bij kunnen worden door:
-
a) ondertekening zonder voorbehoud van bekrachtiging of goedkeuring, of
-
b) ondertekening onder voorbehoud van bekrachtiging of goedkeuring, gevolgd door bekrachtiging
of goedkeuring.
De akten van bekrachtiging of goedkeuring worden nedergelegd bij de Secretaris-Generaal
van de Raad van Europa.
Deze Overeenkomst treedt in werking een maand na de datum waarop drie leden van de
Raad, overeenkomstig de bepalingen van artikel 14, de Overeenkomst zonder voorbehoud
van bekrachtiging of goedkeuring hebben ondertekend, of haar hebben bekrachtigd of
goedgekeurd.
Voor ieder lid dat de Overeenkomst later zonder voorbehoud van bekrachtiging of goedkeuring
ondertekent, of bekrachtigt of goedkeurt, treedt de Overeenkomst in werking een maand
na de datum van ondertekening of van de nederlegging van de akte van bekrachtiging
of goedkeuring.
Na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst kan het Comité van Ministers van de Raad
van Europa iedere staat die geen lid is van de Raad uitnodigen tot deze Overeenkomst
toe te treden. De toetreding wordt van kracht een maand na de datum van de nederlegging
van de akte van toetreding bij de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa.
De Secretaris-Generaal van de Raad van Europa doet de Leden van de Raad en de toetredende
staten mededeling van:
-
a) de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst en de namen van de Leden die haar
hebben ondertekend zonder voorbehoud van bekrachtiging of goedkeuring, of die haar
hebben bekrachtigd of goedgekeurd;
-
b) de nederlegging van iedere akte van toetreding, overeenkomstig het bepaalde in artikel
16;
-
c) iedere verklaring en kennisgeving, ontvangen overeenkomstig het bepaalde in artikel
11, 12 en 13;
-
d) iedere mededeling ontvangen overeenkomstig het bepaalde in artikel 18 alsmede de datum
waarop de mededeling van kracht wordt.
Deze Overeenkomst blijft voor onbeperkte tijd van kracht.
Iedere Overeenkomstsluitende Partij kan harerzijds de toepassing: van deze Overeenkomst
beëindigen, door daarvan zes maanden tevoren mededeling te doen aan de Secretaris-Generaal
van de Raad van Europa.