I. Personenvervoer
[Regeling vervallen per 01-05-2005]
Artikel 1
[Regeling vervallen per 01-05-2005]
Alle personenvervoer over de weg tussen de twee Staten is onderworpen aan een vergunningenstelsel,
met uitzondering van de categorieën vervoer die in artikel 5 van deze Overeenkomst
worden omschreven.
Artikel 2
[Regeling vervallen per 01-05-2005]
De geregelde autobusdiensten tussen beide landen worden in onderlinge overeenstemming
vastgesteld door de bevoegde autoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen.
Artikel 3
[Regeling vervallen per 01-05-2005]
Het vervoer van personen door middel van geregelde autobusdiensten wordt verricht
krachtens een bijzondere vergunning. De bijzondere vergunning wordt verleend door
de bevoegde autoriteiten van elke Overeenkomstsluitende Partij voor het gedeelte van
het traject dat op haar grondgebied is gelegen en op basis van wederkerigheid, behoudens
in geval van een andere beslissing van de bevoegde autoriteiten.
De geldigheidsduur van de bijzondere vergunning wordt in onderlinge overeenstemming
vastgesteld door de bevoegde autoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen.
Aan de ondernemingen wordt een bijzondere vergunning verleend voor de uitvoering van
het vervoer op een bepaalde lijn op grond van een aanvraag welke door hen wordt ingediend
bij de bevoegde autoriteit van het land van herkomst van de aanvrager.
De aanvraag dient vergezeld te gaan van de benodigde bescheiden (ontwerpdienstregeling,
-tarief en -reisweg, plan van de jaarlijkse exploitatie, opgave van die voor de ingang
van de dienst voorgestelde datum), alsmede van andere door de bevoegde autoriteiten
van de Overeenkomstsluitende Partijen gewenste inlichtingen.
De bevoegde autoriteit van de ene Overeenkomstsluitende Partij zendt aan de bevoegde
autoriteit van de andere Overeenkomstsluitende Partij de ingewilligde aanvragen, voorzien
van de vereiste bescheiden, alsmede een afschrift van de bijzondere vergunning voor
het uitoefenen van het vervoer over het traject op zijn grondgebied.
Artikel 4
[Regeling vervallen per 01-05-2005]
Aanvragen om een vergunning moeten twee maanden voor de aanvang van de dienst worden
ingediend.
Artikel 5
[Regeling vervallen per 01-05-2005]
Het ongeregelde toeristische vervoer is aan geen enkele vergunning onderworpen. Deze
bepaling geldt telkenmale wanneer dezelfde personen worden vervoerd met hetzelfde
voertuig,
-
a) hetzij tijdens ongeregeld toeristisch transitovervoer,
-
b) hetzij tijdens een gesloten rondrit die moet aanvangen en eindigen in het land van
inschrijving van het voertuig,
-
c) hetzij tijdens een rit welke aanvangt in een plaats van het land van inschrijving
van het voertuig en waarvan de plaats van bestemming is gelegen op het grondgebied
van de andere Overeenkomstsluitende Partij, onder voorwaarde dat, behoudens vergunning
voor het tegendeel, het voertuig ledig terugkeert naar het land van inschrijving.
Artikel 6
[Regeling vervallen per 01-05-2005]
Het pendelvervoer tussen de beide Staten is onderworpen aan een vergunning welke wordt
verleend op grond van een aanvraag die wordt ingediend bij de bevoegde autoriteiten
van het land van inschrijving van het voertuig en die aan de bevoegde autoriteiten
van de andere Overeenkomstsluitende Partij wordt toegezonden ten einde hun toestemming
te verkrijgen.
II. Goederenvervoer
[Regeling vervallen per 01-05-2005]
Artikel 7
[Regeling vervallen per 01-05-2005]
De vervoerders die vervoer van goederen verrichten tussen de beide landen of over
het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij moeten in het bezit zijn
van een legitimatiebewijs. De vervoerders kunnen bij uitzondering goederenvervoer
zonder legitimatiebewijs verrichten, maar in dat geval genieten zij niet de vrijstelling
van betaling van belastingen, voorzien in artikel 15 van deze Overeenkomst.
Artikel 7 bis
[Regeling vervallen per 01-05-2005]
Artikel 8
[Regeling vervallen per 01-05-2005]
Per heen- en terugrit en per vrachtauto, trekker met oplegger of vrachtauto met aanhangwagen
wordt een afzonderlijk legitimatiebewijs afgegeven. Hetzelfde legitimatiebewijs machtigt
de vervoerder retourvracht op te nemen vanuit bet grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende
Partij.
Artikel 9
[Regeling vervallen per 01-05-2005]
De bevoegde autoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen stellen in onderlinge
overeenstemming op basis van wederkerigheid het aantal legitimatiebewijzen geldig
voor elk jaar vast, rekening houdend met de behoeften van het wegvervoer.
Artikel 10
[Regeling vervallen per 01-05-2005]
De legitimatiebewijzen worden afgegeven door de bevoegde autoriteiten van het land
van inschrijving van het voertuig overeenkomstig het in onderlinge overeenstemming
tussen de bevoegde autoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen vastgestelde
model.
De bevoegde autoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen wisselen blanco legitimatiebewijzen
uit, welke behoorlijk gewaarmerkt zijn.
Artikel 11
[Regeling vervallen per 01-05-2005]
De vervoerders die zijn gevestigd op het grondgebied van één van die Overeenkomstsluitende
Partijen zijn niet gemachtigd vervoer te verrichten vanuit het grondgebied van de
andere Overeenkomstsluitende Partij met een derde land als bestemming zonder de goedkeuring
van de bevoegde autoriteiten van deze andere Overeenkomstsluitende Partij, behoudens
een andere beslissing terzake van de Overeenkomstsluitende Partijen.
III. Algemene bepalingen
[Regeling vervallen per 01-05-2005]
Artikel 12
[Regeling vervallen per 01-05-2005]
De vervoerders die zijn gevestigd op het grondgebied van de ene Overeenkomstsluitende
Partij zijn niet gemachtigd personen- of goederenvervoer te verrichten tussen twee
plaatsen gelegen op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij, behoudens
een andere beslissing terzake van de Overeenkomstsluitende Partijen.
Artikel 13
[Regeling vervallen per 01-05-2005]
De bevoegde autoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen stellen in onderlinge
overeenstemming de wijze vast, waarop de jaarlijkse uitwisseling van de documenten
genoemd in artikel 8 van deze Overeenkomst, alsmede de uitwisseling van de statistische
gegevens, zal plaatsvinden, zo mogelijk tegen het eind van de maand december.
Artikel 14
[Regeling vervallen per 01-05-2005]
Onverminderd de wettelijke bepalingen welke van kracht zijn in de Overeenkomstsluitende
Staten, kunnen de bevoegde autoriteiten van het land van herkomst in geval van overtreding
van de bepalingen van deze Overeenkomst het legitimatiebewijs tijdelijk of definitief
intrekken.
De autoriteiten die deze maatregel nemen zijn gehouden de autoriteiten van de andere
Partij daarvan te verwittigen.
Artikel 15
[Regeling vervallen per 01-05-2005]
De ondernemingen die met voertuigen welke op het grondgebied van één van de Overeenkomstsluitende
Partijen zijn ingeschreven, vervoer in het kader van deze Overeenkomst verrichten
op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij, zijn vrijgesteld, op
basis van wederkerigheid, van alle belastingen en rechten met betrekking tot vergunningen,
legitimatiebewijzen en het vervoer zelf, alsmede van alle belastingen op die voertuigen.
Artikel 16
[Regeling vervallen per 01-05-2005]
Elke Overeenkomstsluitende Partij deelt de andere Overeenkomstsluitende Partij mede,
welke die bevoegde autoriteiten zijn die zijn gemachtigd om de vraagstukken met betrekking
tot de toepassing van deze Overeenkomst te behandelen.
Artikel 17
[Regeling vervallen per 01-05-2005]
Op verzoek van één der Overeenkomstsluitende Partijen wordt een gemengde commissie,
bestaande uit afgevaardigden van de beide regeringen, ingesteld ten einde de vraagstukken
te bestuderen, welke tevoren door de bevoegde autoriteiten van de beide Staten zijn
omschreven, alsmede die problemen waarover die autoriteiten niet rechtstreeks tot
overeenstemming kunnen komen.
De conclusies van de gemengde commissie worden aan de goedkeuring onderworpen van
de bevoegde autoriteiten der Overeenkomstsluitende Partijen die belast zijn met de
vraagstukken met betrekking tot het wegvervoer.
Artikel 18
[Regeling vervallen per 01-05-2005]
De nationale wetgeving met betrekking tot douane- en wegverkeeraangelegenheden blijft
ongewijzigd gehandhaafd.
Artikel 19
[Regeling vervallen per 01-05-2005]
Deze Overeenkomst wordt goedgekeurd overeenkomstig de grondwettelijke bepalingen welke
in elk van beide Staten van kracht zijn en treedt in werking op de dag van de wisseling
langs diplomatieke weg van nota's waarin van deze goedkeuring melding wordt gemaakt.
Wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden is deze Overeenkomst slechts van toepassing
op het Europese gebied van het Koninkrijk.
Deze Overeenkomst is een jaar geldig, te rekenen van de datum van inwerkingtreding
af, en wordt elk jaar stilzwijgend verlengd, behoudens opzegging door één der Overeenkomstsluitende
Partijen, zes maanden voor het verstrijken van de geldigheid van de Overeenkomst.