Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België inzake
de invordering van sociale-verzekeringspremies
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Het Koninkrijk der Nederlanden
en
het Koninkrijk België,
Bezield door de wens de organen en autoriteiten van beide Overeenkomstsluitende Partijen
in staat te stellen ook op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij
de premies voor de sociale zekerheid in te vorderen;
Ernaar strevend de toepassing van artikel 51 van Verordening nr. 3 van de Raad van
de Europese Economische Gemeenschap inzake de sociale zekerheid van migrerende werknemers
(Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen, nr. 30/58) te regelen,
Zijn op grond van artikel 7 van deze Verordening het volgende overeengekomen:
Artikel 1
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Deze Overeenkomst regelt de invordering van alle premies, die ingevolge de in artikel
2 van Verordening nr. 3 bedoelde stelsels van sociale zekerheid van een van beide
Overeenkomstsluitende Partijen verschuldigd zijn door personen of ondernemingen die
op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij verblijven, daar hun
zetel hebben of daar bezittingen hebben.
Artikel 2
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Voor de toepassing van deze Overeenkomst wordt verstaan onder:
-
a. bevoegde autoriteiten: de in artikel 1, alinea (d) van Verordening nr. 3 bedoelde
autoriteiten;
-
b. bevoegde organen: de organen of autoriteiten van een Overeenkomstsluitende Partij,
waaraan een persoon of een onderneming die op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende
Partij verblijft, daar haar zetel heeft of daar bezittingen heeft, premie verschuldigd
is. Een orgaan wordt ook als bevoegd orgaan beschouwd met betrekking tot de premies,
die het voor de organen van andere takken van verzekering moet invorderen;
-
c. aangezocht orgaan: de in de bijlage van deze Overeenkomst voor de invordering van
de onderscheiden premies aangewezen organen of autoriteiten;
-
d. „verbindingsorganen”
voor Nederland: het Bureau voor Belgische Zaken de sociale verzekering betreffende
te Breda;
voor België: de Rijksdienst voor Maatschappelijke Zekerheid te Brussel;
-
e. premies: naast premies en bijdragen met inbegrip van verhogingen en boeten van niet-strafrechtelijke
aard, ook interest en kosten voor zover in verband staande met de invordering.
Artikel 3
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Artikel 4
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
2 Tot staving van het verzoek legt het bevoegde orgaan aan het aangezochte orgaan over
een afschrift van de administratieve of gerechtelijke beslissing nopens de vaststelling
van de premies. De daartoe op het grondgebied waar de beslissing is genomen, volgens
de aldaar geldende wetgeving bevoegde instantie dient dit afschrift te hebben gewaarmerkt
onder aantekening, dat de schuld invorderbaar is.
-
3 De in het tweede lid bedoelde beslissing wordt op het grondgebied van de Overeenkomstsluitende
Partij, waar het aangezochte orgaan gevestigd is, door de voor overeenkomstige premievorderingen
bevoegde instantie uitvoerbaar verklaard, voor zover de wettelijke voorschriften van
deze Overeenkomstsluitende Partij zulks nodig maken.
-
4 Het aangezochte orgaan is niet verplicht aan het verzoek gevolg te geven, indien het
bevoegde orgaan op het grondgebied van de Overeenkomstsluitende Partij, waar het gevestigd
is, niet alle middelen tot inning van zijn vordering bij de hoofdschuldenaar heeft
uitgeput.
-
5 Ten aanzien van een schuld, die het voorwerp uitmaakt van een nog niet onherroepelijk
beslist geschil, blijft het verzoek om bijstand beperkt tot het verzoek, door het
heffen van conservatoire maatregelen de invordering der schuld te waarborgen.
Artikel 5
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
3 De procedure, de aard en wijze van invordering alsmede het nemen van conservatoire
maatregelen geschieden overeenkomstig de voorschriften van de Overeenkomstsluitende
Partij, op welks grondgebied het aangezochte orgaan gevestigd is.
-
4 Het aangezochte orgaan is slechts verplicht over te gaan tot die maatregelen, welke
ook voorzien zijn in de wetgeving van de Overeenkomstsluitende Partij, op welks grondgebied
het bevoegde orgaan gevestigd is.
Artikel 6
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Het aangezochte orgaan neemt de voor de invordering noodzakelijke conservatoire maatregelen
ook indien het het verzoek om bijstand overeenkomstig Artikel 4, alinea 4, wil afwijzen.
Artikel 7
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
De ingevolge deze Overeenkomst aan het aangezochte orgaan overgelegde akten en andere
bescheiden staan enkel ter beschikking van de met invordering belaste autoriteiten
en zulks uitsluitend ten behoeve van de invordering. De inhoud mag niet ter kennis
gebracht worden van andere autoriteiten, noch van derden.
Artikel 8
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
-
1 De wederzijdse administratieve en rechtsbijstand van de organen, autoriteiten en gerechtelijke
instanties is in beginsel kosteloos; onverhaalbare vervolgingskosten worden vergoed.
De bevoegde autoriteiten kunnen overeenkomsten aangaan inzake de vergoeding van verdere
kosten of het afzien van vergoeding.
-
2 De bevoegde autoriteiten van beide Overeenkomstsluitende Partijen kunnen de vraagstukken
regelen, die zich bij de bijstand voordoen, zoals de bepaling van een minimumbedrag
van de in te vorderen gelden en de terugbetaling van onverhaalbare vervolgingskosten.
Artikel 9
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
De in artikel 2 genoemde bijlage vormt een wezenlijk bestanddeel van deze Overeenkomst.
Zij kan door de bevoegde autoriteiten van beide Overeenkomstsluitende Partijen in
gemeen overleg gewijzigd of aangevuld worden.
Artikel 10
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, is deze Overeenkomst alleen van toepassing
op het Rijk in Europa.
Artikel 11
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Deze Overeenkomst treedt in werking een maand nadat de Regeringen van de Overeenkomstsluitende
Partijen elkaar hebben medegedeeld, dat in hun onderscheiden landen de grondwettelijke
procedures voor de inwerkingtreding der Overeenkomst hebben plaatsgevonden.
Artikel 12
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Deze Overeenkomst geldt voor onbepaalde tijd. Elk der beide Overeenkomstsluitende
Partijen kan haar uiterlijk drie maanden voor het einde van enig kalenderjaar opzeggen,
in welk geval de Overeenkomst met ingang van het eerstvolgende kalenderjaar ophoudt
van kracht te zijn.