AMBASSADE VAN HET
KONINKRIJK DER NEDERLANDEN
Nr. 12324
De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden heeft de eer het Ministerie van Buitenlandse
Zaken in antwoord op zijn nota van 31 juli 1963, V 7 (587) - 81.60/O, mede te delen
dat alle Nederlandse scholen, welke in de Bondsrepubliek ten behoeve van de aldaar
gelegerde Nederlandse strijdkrachten zijn opgericht, als integrerende delen van de
Nederlandse krijgsmacht in de zin van artikel 1 lid 1a van het NAVO-Status-Verdrag
moeten worden beschouwd.
Tevens veroorlooft de Ambassade zich de onderstelling, vervat in de voorlaatste alinea
van de in aanhef genoemde nota, te bevestigen.
Tenslotte verklaart de Ambassade, dat de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden
van mening is, dat gezien het bovenstaande, de reden voor de overeenkomst, zoals vastgelegd
in de notawisseling van 3 augustus 1959 inzake de scholen voor leden van de Nederlandse
krijgsmacht in Nordrhein-Westfalen, is komen te vervallen en dat derhalve dient te
worden geconstateerd, dat deze notawisseling als niet meer van toepassing zijnde te
beschouwen is.
De Ambassade zal het Ministerie van Buitenlandse Zaken dankbaar zijn voor een mededeling
dat de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland het met de in voorgaande alinea bedoelde
zienswijze eens is.
De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik
het Ministerie van Buitenlandse Zaken de verzekering van haar bijzondere hoogachting
te hernieuwen.
Bonn, 5 oktober 1964.
Aan het
Ministerie van Buitenlandse Zaken,
Bonn.