Overeenkomst betreffende de vaststelling van de familierechtelijke betrekking tussen het onwettige kind en zijn moeder, Brussel, 12-09-1962

Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 23-04-1964 t/m heden

Overeenkomst betreffende de vaststelling van de familierechtelijke betrekking tussen het onwettige kind en zijn moeder

Authentiek : FR

Convention relative à l'établissement de la filiation maternelle des enfants naturels

La République Fédérale d'Allemagne, la République d'Autriche, le Royaume de Belgique, la Republique Française, le Royaume de Grèce, la République Italienne, le Grand-Duché de Luxembourg, le Royaume des Pays-Bas, la Confédération Suisse et la République Turque, membres de la Commission Internationale de l'Etat Civil,

Désireux d'harmoniser les règles concernant rétablissement de la filiation maternelle des enfants naturels,

Sont convenus des dispositions suivantes:

Article premier

Lorsqu'une personne est désignée dans l'acte de naissance d'un enfant naturel comme étant la mère de ce dernier, la filiation maternelle est établie par cette désignation. Cette filiation peut toutefois être contestée.

Article 2

Lorsque la mère n'est pas désignée dans l'acte de naissance, elle a la faculté de faire une déclaration de reconnaissance devant l'autorité compétente de chacun des Etats contractants.

Article 3

Lorsque la mère est désignée dans l'acte de naissance et qu'elle justifie qu'une déclaration de reconnaissance est néanmoins nécessaire pour satisfaire aux exigences de la loi d'un Etat non contractant, elle a la faculté de faire une telle déclaration devant l'autorité compétente de chacun des Etats contractants.

Article 4

Les dispositions des articles 2 en 3 ne préjugent pas de la validité de la reconnaissance.

Article 5

Les dispositions de l'article premier ne concernent, pour chaque Etat contractant, que les naissances postérieures à l'entrée en vigueur de la présente Convention.

Article 6

La présente Convention sera ratifiée et les instruments de ratification seront déposés auprès du Conseil Fédéral Suisse.

Celui-ci avisera les Etats contractants et le Secrétariat Général de la Commission Internationale de l'Etat Civil de tout dépôt d'instrument de ratification.

Article 7

La présente Convention entrera en vigueur le trentième jour suivant la date du dépôt du deuxième instrument de ratification prévu à l'article précédent.

Pour chaque Etat signataire, ratifiant postérieurement la Convention, celle-ci entrera en vigueur le trentième jour suivant la date du dépôt de son instrument de ratification.

Article 8

La présente Convention s'applique de plein droit sur toute l'étendue du territoire métropolitain de chaque Etat contractant.

Tout Etat contractant pourra, lors de la signature, de la ratification, de l'adhésion, ou ultérieurement, déclarer par notification adressée au Conseil Fédéral Suisse que les dispositions de la présente Convention seront applicables à l'un ou plusieurs de ses territoires extra-métropolitains, des Etats ou des territoires dont les relations internationales sont assurées par lui. Le Conseil Fédéral Suisse avisera de cette notification chacun des Etats contractants et le Secrétariat Général de la Commission Internationale de l'Etat Civil. Les dispositions de la présente Convention deviendront applicables dans le ou les territoires désignés dans la notification le soixantième jour suivant la date à laquelle le Conseil Fédéral Suisse aura reçu ladite notification.

Tout Etat qui a fait une déclaration conformément aux dispositions de l'alinéa 2 du présent article, pourra, par la suite, déclarer à tout moment, par notification adressée au Conseil Fédéral Suisse, que là présente Convention cessera d'être applicable à l'un ou plusieurs des Etats ou territoires désignés dans la déclaration.

Le Conseil Fédéral Suisse avisera de la nouvelle notification chacun des Etats contractants et le Secrétariat Général de la Commission Internationale de l'Etat Civil.

La Convention cessera d'être applicable au territoire visé, le soixantième jour suivant la date à laquelle le Conseil Fédéral Suisse aura reçu ladite notification.

Article 9

Tout Etat membre du Conseil de l'Europe ou de la Commission Internationale de l'Etat Civil pourra adhérer à la présente Convention. L'Etat désirant adhérer notifiera son intention par un acte qui sera déposé auprès du Conseil Fédéral Suisse. Celui-ci avisera chacun des Etats contractants et le Secrétariat Général de la Commission Internationale de l'Etat Civil de tout dépôt d'acte d'adhésion. La Convention entrera en vigueur, pour l'Etat adhérent, le trentième jour suivant la date du dépôt de l'acte d'adhésion.

Le dépôt de l'acte d'adhésion ne pourra avoir lieu qu'après l'entrée en vigueur de la présente Convention.

Article 10

La présente Convention demeurera en vigueur sans limitation de durée. Chacun des Etats contractants aura toutefois la faculté de la dénoncer en tout temps au moyen d'une notification adressée par écrit au Conseil Fédéral Suisse qui en informera les autres Etats contractants et le Secrétariat Général de la Commission Internationale de l'Etat Civil.

Cette faculté de dénonciation ne pourra être exercée avant l'expiration d'un délai de cinq ans à compter de la date de la ratification ou de l'adhésion.

La dénonciation produira effet six mois après la date à laquelle le Conseil Fédéral Suisse aura reçu ladite notification.

EN FOI DE QUOI les représentants soussignés, dûment autorisés à cet effet, ont signé la présente Convention.

FAIT à Bruxelles, le 12 septembre 1962, en un seul exemplaire qui sera déposé dans les archives du Conseil Fédéral Suisse et dont une copie certifiée conforme sera remise par la voie diplomatique à chacun des Etats contractants et au Secrétariat Général de la Commission Internationale de l'Etat Civil.

Vertaling : NL

Overeenkomst betreffende de vaststelling van de familierechtelijke betrekking tussen het onwettige kind en zijn moeder

De Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Oostenrijk, het Koninkrijk België, de Franse Republiek, het Koninkrijk Griekenland, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de Zwitserse Bondsstaat en de Turkse Republiek, leden van de Internationale Commissie voor de Burgerlijke Stand,

Verlangende de voorschriften betreffende de vaststelling van de familierechtelijke betrekking tussen het onwettige kind en zijn moeder met elkaar in overeenstemming te brengen,

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1

Wanneer een vrouw in de akte van geboorte van een onwettig kind als de moeder van dit kind wordt vermeld, staat door deze vermelding de familierechtelijke betrekking tussen het kind en de moeder vast. Deze familierechtelijke betrekking is niettemin voor betwisting vatbaar.

Artikel 2

Wanneer de moeder niet in de akte van geboorte wordt vermeld, is zij bevoegd om ten overstaan van de bevoegde autoriteit van elk der Overeenkomstsluitende Staten een verklaring af te leggen, waarbij zij het kind als het hare erkent.

Artikel 3

Wanneer de moeder in de akte van geboorte wordt vermeld, is zij niettemin bevoegd om ten overstaan van de bevoegde autoriteit van elk der Overeenkomstsluitende Staten een verklaring af te leggen, waarbij zij het kind als het hare erkent, indien zij aantoont dat een zodanige verklaring noodzakelijk is om te voldoen aan de eisen van de wet van een niet-Overeenkomstsluitende Staat.

Artikel 5

Voor elke Overeenkomstsluitende Staat geldt, dat het bepaalde in artikel 1 slechts betrekking heeft op geboorten vallende na de inwerkingtreding van de Overeenkomst.

Artikel 6

Deze Overeenkomst dient te worden bekrachtigd en de akten van bekrachtiging worden nedergelegd bij de Zwitserse Bondsraad.

Deze doet van elke nederlegging van een akte van bekrachtiging mededeling aan de Overeenkomstsluitende Staten en aan het Secretariaat-Generaal van de Internationale Commissie voor de Burgerlijke Stand.

Artikel 7

Deze Overeenkomst treedt in werking op de dertigste dag na de datum van nederlegging van de tweede akte van bekrachtiging als bedoeld in het vorige artikel.

Ten aanzien van iedere ondertekenende Staat die de Overeenkomst nadien bekrachtigt, treedt zij in werking op de dertigste dag na de datum van nederlegging van zijn akte van bekrachtiging.

Artikel 8

Deze Overeenkomst is van rechtswege van toepassing in het gehele moederland van elke Overeenkomstsluitende Staat.

Elke Overeenkomstsluitende Staat kan bij de ondertekening, de bekrachtiging, de toetreding of nadien door middel van een aan de Zwitserse Bondsraad gerichte kennisgeving verklaren, dat de bepalingen van deze Overeenkomst van toepassing zullen zijn in een of meer van zijn buiten het moederland gelegen gebieden, of in een of meer staten of gebieden waarvan hij de internationale betrekkingen behartigt. De Zwitserse Bondsraad doet van deze kennisgeving mededeling aan elk der Overeenkomstsluitende Staten en aan het Secretariaat-Generaal van de Internationale Commissie voor de Burgerlijke Stand. De bepalingen van deze Overeenkomst worden van toepassing in het gebied of de gebieden die in de kennisgeving genoemd zijn op de zestigste dag na de datum waarop de Zwitserse Bondsraad bedoelde kennisgeving heeft ontvangen.

Iedere Staat die een verklaring heeft afgelegd overeenkomstig het bepaalde in lid 2 van dit artikel kan nadien op ieder tijdstip door middel van een aan de Zwitserse Bondsraad gerichte kennisgeving verklaren, dat deze Overeenkomst zal ophouden van toepassing te zijn in een of meer van de staten of gebieden die in de verklaring zijn genoemd.

De Zwitserse Bondsraad doet van deze kennisgeving mededeling aan elk der Overeenkomstsluitende Staten en aan het Secretariaat-Generaal van de Internationale Commissie voor de Burgerlijke Stand.

De Overeenkomst houdt op van toepassing te zijn in het bedoelde gebied op de zestigste dag na de datum waarop de Zwitserse Bondsraad de voornoemde kennisgeving heeft ontvangen.

Artikel 9

Iedere lid-staat van de Raad van Europa of van de Internationale Commissie voor de Burgerlijke Stand kan tot deze Overeenkomst toetreden. De staat die wenst toe te treden, geeft van zijn voornemen kennis door middel van een akte die wordt nedergelegd bij de Zwitserse Bondsraad. Deze doet van elke nederlegging van een akte van toetreding mededeling aan elk der Overeenkomstsluitende Staten en aan het Secretariaat-Generaal van de Internationale Commissie voor de Burgerlijke Stand. Ten aanzien van de toetredende staat treedt de Overeenkomst in werking op de dertigste dag na de datum van nederlegging van de akte van toetreding.

De nederlegging van de akte van toetreding kan niet plaats hebben dan nadat deze Overeenkomst in werking is getreden.

Artikel 10

Deze Overeenkomst blijft voor onbepaalde tijd van kracht. Elk der Overeenkomstsluitende Staten is evenwel bevoegd de Overeenkomst te allen tijde op te zeggen door middel van een schriftelijke kennisgeving gericht aan de Zwitserse Bondsraad, die de andere Overeenkomstsluitende Staten en het Secretariaat-Generaal van de Internationale Commissie voor de Burgerlijke Stand hiervan op de hoogte stelt.

Van deze bevoegdheid tot opzegging kan echter eerst gebruik worden gemaakt na het verstrijken van een termijn van vijf jaren te rekenen van de dag van bekrachtiging of toetreding af.

De opzegging wordt van kracht zes maanden na de datum waarop de Zwitserse Bondsraad de bedoelde kennisgeving heeft ontvangen.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende, daartoe behoorlijk gemachtigde vertegenwoordigers deze Overeenkomst hebben ondertekend.

GEDAAN te Brussel, de 12e september 1962, in een enkel exemplaar, dat zal worden nedergelegd in het archief van de Zwitserse Bondsraad, en waarvan een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift langs diplomatieke weg zal worden toegezonden aan elk der Overeenkomstsluitende Staten en aan het Secretariaat-Generaal van de Internationale Commissie voor de Burgerlijke Stand.

Naar boven