AMBASSADE VAN HET KONINKRIJK
DER NEDERLANDEN
Nr. 6088
Note Verbale
De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden heeft de eer aan het Ministerie van
Buitenlandse Zaken de ontvangst te bevestigen van zijn note verbale van heden, V 3-81
S.A. 47/1, waarvan de inhoud als volgt luidt:
„Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de eer de Ambassade van het Koninkrijk
der Nederlanden onder verwijzing naar artikel 1, lid 5 van de Overeenkomst van 30
mei 1958 tussen de Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk der Nederlanden nopens
de samenvoeging van de grenscontrole en de instelling van gemeenschappelijke spoorwegstations
of van grensaflosstations aan de Duits-Nederlandse grens, mede te delen, dat de Regering
van de Bondsrepubliek Duitsland kennis heeft genomen van het schrijven van de Bondsminister
van Financiën, dd. 19 februari 1963, III B/3-Z 1108/(Nie)-18/63, en van het schrijven
van de Nederlandse Staatssecretaris van Financiën, dd. 22 maart 1963, D 3/2069, waarbij
door afspraak conform artikel 1, lid 4, sub a, der Overeenkomst de volgende regeling
wordt getroffen.
Op het station Bentheim wordt de grenscontrole voor wat het goederenverkeer per spoor
betreft samengevoegd. De samenvoeging beperkt zich tot het spoorverkeer met goederentreinen
in de verkeersrichting Nederland-Duitsland en met andere door de Oberfinanzdirektion
Hannover en de Directeur van 's Rijks belastingen in Zwolle met instemming van de
administraties der beide spoorwegen aan te wijzen goederentreinen.
-
(2) De details inzake lid 1, sub a, worden door de Oberfinanzdirektion Hannover en de Directeur van 's Rijks belastingen
in Zwolle vastgesteld. Deze verzekeren zich tevoren van de instemming van de Deutsche
Bundesbahn en de bevoegde Nederlandse instanties.
Met de uitwisseling van deze note verbale met de antwoordnota van de Ambassade van
het Koninkrijk der Nederlanden beschouwt de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland
deze regeling overeenkomstig artikel 1, lid 5 van de Overeenkomst als bevestigd.
Deze regeling treedt volgens afspraak in werking op 20 mei 1963. Zij kan te allen
tijde langs diplomatieke weg worden opgezegd. Zij treedt zes maanden na haar opzegging
buiten werking.”
De Ambassade heeft de eer het Ministerie van Buitenlandse Zaken mede te delen, dat
de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden er mede instemt, dat de note verbale
van het Ministerie en deze antwoordnota de in artikel 1, lid 5 van de Overeenkomst
bedoelde bevestiging vormen van de in het voorgaande aangehaalde briefwisseling tussen
de Bondsminister van Financiën en de Nederlandse Staatssecretaris van Financiën, en
dat de regeling op 20 mei 1963 in werking treedt.
De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik
om het Ministerie van Buitenlandse Zaken nogmaals haar bijzondere hoogachting te betuigen.
Bonn, 16 mei 1963.
Aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken
van de Bondsrepubliek Duitsland
te Bonn.