Notawisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering [...] Haanrade, Waubach, Rimburg, Tegelen en Schoonebeek, Bonn, 10-04-1963

Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 20-04-1963 t/m heden

Notawisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland inzake samenvoeging van de grenscontrole bij Bleyerheide, Haanrade, Waubach, Rimburg, Tegelen en Schoonebeek

Authentiek : NL

Bonn, 6/10 april 1963

Nr. XV

AUSWÄRTIGES AMT

V 3 (502)-81.SA 47/1

Verbalnote

Das Auswärtige Amt beehrt sich, der Botschaft des Königreichs der Niederlande unter Bezugnahme auf Artikel 1 Abs. 5 des Abkommens vom 30. Mai 1958 zwischen der Bundesrepublik Deutschland und dem Königreich der Niederlande über die Zusammenlegung der Grenzabfertigung und über die Einrichtung von Gemeinschafts- oder Betriebswechselbahnhöfen an der deutsch-niederländischen Grenze mitzuteilen, dass die Regierung der Bundesrepublik Deutschland das Schreiben des Bundesministers der Finanzen vom 29. November 1962 — III A/5-Z 1108 (Nie)-180/62 — und das Schreiben des niederländischen Staatssekretärs der Finanzen vom 1. März 1963 — D 3/555 — zur Kenntnis genommen hat, mit denen gemäss Artikel 1 Abs. 4 Buchstabe a des Abkommens folgende Vereinbarung getroffen wird:

I.

Im Strassenverkehr wird die deutsche und niederländische Grenzabfertigung wie folgt zusammengelegt:

  • 1. an der Strasse von Kohlscheid nach Bleyerheide auf deutschem und niederländischem Gebiet,

  • 2. an der Strasse von Herzogenrath nach Haanrade auf deutschem und niederländischem Gebiet,

  • 3. an der Strasse von Scherpenseel nach Waubach auf deutschem und niederländischem Gebiet,

  • 4. an der Strasse von Marienberg nach Rimburg auf deutschem und niederländischem Gebiet,

  • 5. an der Strasse von Kaldenkirchen nach Tegelen auf deutschem und niederländischem Gebiet,

  • 6. an der Strasse von Emlichheim nach Schoonebeek auf deutschem Gebiet.

II.

Die Zonen im Sinne des Artikels 3 des Abkommens umfassen die zur Durchführung der Grenzabfertigung erforderlichen Diensträume und Anlagen einschliesslich der Rampen sowie

  • 1. einen Abschnitt der Roermonder Strasse und der Nieuwstraat von der gemeinsamen Grenze bis zu einer Entfernung von jeweils 41 Metern, gemessen vom Schnittpunkt der gemeinsamen Grenze mit der Achse der Strassen,

  • 2. einen Abschnitt der Strasse von Herzogenrath nach Haanrade von der gemeinsamen Grenze bis zu einer Entfernung von jeweils 35 Metern, gemessen in beiden Richtungen, vom Schnittpunkt der gemeinsamen Grenze mit der Achse der Strasse,

  • 3. einen Abschitt der Strasse von Scherpenseel nach Waubach von der gemeinsamen Grenze bis zu einer Entfernung von jeweils 55 Metern, gemessen in beiden Richtungen, vom Schnittpunkt der gemeinsamen Grenze mit der Achse der Strasse,

  • 4. einen Abschnitt der Strasse von Marienberg nach Rimburg von der gemeinsamen Grenze bis zu einer Entfernung

    • a) von 55 Metern, gemessen in Richtung Marienberg, und

    • b) von 45 Metern, gemessen in Richtung Rimburg,

    jeweils vom Schnittpunkt der gemeinsamen Grenze mit der Achse der Strasse,

  • 5. einen Abschnitt der Strasse von Kaldenkirchen nach Tegelen von der gemeinsamen Grenze bis zu einer Entfernung

    • a) von 250 Metern, gemessen in Richtung Kaldenkirchen, und

    • b) von 120 Metern, gemessen in Richtung Tegelen,

    jeweils vom Schnittpunkt der gemeinsamen Grenze mit der Achse der Strasse,

  • 6. einen Abschnitt der Strasse von Emlichheim nach Schoonebeek von der gemeinsamen Grenze bis zu einer Entfernung von 140 Metern, gemessen in Richtung Emlichheim von der Mitte der Grenzaa.

Die Regierung der Bundesrepublik Deutschland betrachtet den Austausch dieser Verbalnote und der Antwortnote der Botschaft des Königreichs der Niederlande nach Artikel 1 Abs. 5 des Abkommens als Bestätigung dieser Vereinbarung.

Diese Vereinbarung tritt am 20. April 1963 in Kraft. Diese Vereinbarung kann jederzeit auf diplomatischem Wege gekündigt werden. Sie tritt 6 Monate nach Kündigung ausser Kraft.

Das Auswärtige Amt benutzt diesen Anlass, die Botschaft des Königreichs der Niederlande erneut seiner ausgezeichneten Hochachtung zu versichern.

Bonn, den 6. April 1963

An die

Königlich Niederländische Botschaft

Nr. XVI

AMBASSADE VAN HET KONINKRIJK

DER NEDERLANDEN

Nr. 4595

Note Verbale

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden heeft de eer aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken de ontvangst te bevestigen van zijn note verbale van 6 dezer, V3 (502)-81.SA 47/I, waarvan de inhoud als volgt luidt:

„Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de eer de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden, onder verwijzing naar artikel 1, lid 5, van de Overeenkomst van 30 mei 1958 tussen de Bondsregering Duitsland en het Koninkrijk der Nederlanden nopens de samenvoeging van de grenscontrole en de instelling van gemeenschappelijke spoorwegstations of van grensaflosstations aan de Duits-Nederlandse grens, mede te delen, dat de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland kennis heeft genomen van het schrijven van de Bondsminister van Financiën, d.d. 29 november 1962, III A/5 — Z 1108 (Nie) — 180/62, en van het schrijven van de Nederlandse Staatssecretaris van Financiën, d.d. 1 maart 1963, D 3/555, waarbij conform artikel 1, lid 4, sub a der Overeenkomst de volgende regeling wordt getroffen:

I.

In het wegverkeer worden de Duitse en de Nederlandse grenscontrole als volgt samengevoegd:

  • 1. op de straatweg van Kohlscheid naar Bleyerheide op Nederlands en Duits gebied,

  • 2. op de straatweg van Herzogenrath naar Haanrade op Nederlands en Duits gebied,

  • 3. op de straatweg van Scherpenseel naar Waubach op Nederlands en Duits gebied,

  • 4. op de straatweg van Marienberg naar Rimburg op Nederlands en Duits gebied,

  • 5. op de straatweg van Kaldenkirchen naar Tegelen op Nederlands en Duits gebied,

  • 6. op de straatweg van Emlichheim naar Schoonebeek op Nederlands en Duits gebied.

II.

De zones als bedoeld in artikel 3 der Overeenkomst omvatten de voor de uitvoering van de grenscontroles benodigde dienstvertrekken en installaties, met inbegrip van de platforms, alsmede

  • 1. een gedeelte van de Roermonder Strasse en de Nieuwstraat, vanaf de gemeenschappelijke grens aan twee zijden tot op een afstand van 41 meter, gemeten vanaf het snijpunt van de gemeenschappelijke grens met de as der straten,

  • 2. een gedeelte van de weg van Herzogenrath naar Haanrade, vanaf de gemeenschappelijke grens aan twee zijden tot op een afstand van 35 meter, in beide richtingen gemeten vanaf het snijpunt van de gemeenschappelijke grens met de as van de weg,

  • 3. een gedeelte van de weg van Scherpenseel naar Waubach, vanaf de gemeenschappelijke grens aan twee zijden tot op een afstand van 55 meter, in beide richtingen gemeten vanaf het snijpunt van de gemeenschappelijke grens met de as van de weg,

  • 4. een gedeelte van de weg van Marienberg naar Rimburg, vanaf de gemeenschappelijke grens tot op een afstand van

    • a) 55 meter in de richting Marienberg gemeten, en

    • b) 45 meter in de richting Rimburg gemeten,

    in beide gevallen vanaf het snijpunt van de gemeenschappelijke grens met de as van de weg,

  • 5. een gedeelte van de weg van Kaldenkirchen naar Tegelen vanaf de gemeenschappelijke grens tot op een afstand van

    • a) 250 meter in de richting van Kaldenkirchen gemeten, en

    • b) 120 meter in de richting van Tegelen gemeten,

    in beide gevallen vanaf het snijpunt van de gemeenschappelijke grens met de as van de weg,

  • 6. een gedeelte van de weg van Emlichheim naar Schoonebeek vanaf de gemeenschappelijke grens aan twee zijden tot op een afstand van 140 meter, gemeten in de richting van Emlichheim vanaf het midden van het Schoonebeekerdiep (Grenzaa).

De Regering van de Bondsrepubliek Duitsland beschouwt door de uitwisseling van deze note verbale met de antwoordnota van de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden deze regeling overeenkomstig artikel 1, lid 5 van de Overeenkomst als bevestigd.

Deze regeling treedt in werking op 20 april 1963. De regeling kan te allen tijde langs diplomatieke weg worden opgezegd. Zij treedt zes maanden na opzegging buiten werking.”

De Ambassade heeft de eer het Ministerie ervan in kennis te stellen, dat de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden ermede instemt, dat de note verbale van het Ministerie en deze antwoordnota de in artikel 1, lid 5 van de Overeenkomst bedoelde bevestiging vormen van de in het voorgaande aangehaalde briefwisseling tussen de Bondsminister van Financiën en de Nederlandse Staatssecretaris van Financiën, en dat de regeling op 20 april 1963 in werking treedt.

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik om het Ministerie van Buitenlandse Zaken nogmaals haar bijzondere hoogachting te betuigen.

Bonn, 10 april 1963.

Aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken

van de Bondsrepubliek Duitsland

te Bonn.

Naar boven