Notawisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering [...] aan de autoweg Venlo-Duisburg en de weg Venlo-Herongen, Bonn, 16-02-1970

Geraadpleegd op 06-05-2024.
Geldend van 16-02-1970 t/m heden

Notawisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland inzake de samenvoeging van de grenscontrole aan de autoweg Venlo-Duisburg en de weg Venlo-Herongen

Authentiek : NL

Bonn, 16 februari 1970

Nr. XLI

AUSWÄRTIGES AMT

V3 – 81 SA 47

Verbalnote

Das Auswärtige Amt beehrt sich, der Königlich Niederländischen Botschaft unter Bezugnahme auf Artikel 1 Absatz 5 des Abkommens vom 30. Mai 1958 zwischen der Bundesrepublik Deutschland und dem Königreich der Niederlande über die Zusammenlegung der Grenzabfertigung und über die Einrichtung von Gemeinschafts- oder Betriebswechselbahnhöfen an der deutsch-niederländischen Grenze mitzuteilen, dass die Regierung der Bundesrepublik Deutschland das Schreiben des Bundesministers der Finanzen vom 22. Januar 1970 III B/2-Z 1108 (Nie)-10/70 und das Schreiben des niederländischen Staatssekretärs der Finanzen vom 6. Februar 1970 B 70/2963 zur Kenntnis genommen hat, durch welche gemäss Artikel 1 Absatz 4 Buchstabe a) des Abkommens folgende Vereinbarung getroffen wird:

I

Im Strassenverkehr werden die deutsche und die niederländische Grenzabfertigung zusammengelegt

  • 1. an der Autostrasse von Venlo nach Duisburg auf deutschem und niederländischem Gebiet,

  • 2. an der Strasse von Venlo nach Herongen auf niederländischem Gebiet.

II

Die Zonen im Sinne des Artikels 3 des Abkommens umfassen die zur Durchführung der Grenzabfertigung erforderlichen Diensträume und Anlagen einschliesslich der Rampen und Parkplätze sowie

  • 1. einen Abschnitt der Autostrasse von der gemeinsamen Grenze bis zu einer Entfernung

    • a) von 500 Metern, gemessen in Richtung Venlo, und

    • b) von 300 Metern, gemessen in Richtung Duisburg,

    jeweils vom Schnittpunkt der gemeinsamen Grenze mit der Achse der Strasse,

  • 2. einen Abschnitt der Strasse von Venlo nach Herongen von der gemeinsamen Grenze bis zu einer Entfernung von 150 Metern, gemessen in Richtung Venlo, vom Schnittpunkt der gemeinsamen Grenze mit der Achse der Strasse.

III

Diese Vereinbarung wird gemäss Artikel 1 Absatz 5 des Abkommens bestätigt und in Kraft gesetzt. Der Zeitpunkt des Inkrafttretens wird in den diplomatischen Noten festgelegt.

IV

Diese Vereinbarung kann jederzeit auf diplomatischem Wege gekündigt werden. Sie tritt 6 Monate nach ihrer Kündigung ausser Kraft.

Die Regierung der Bundesrepublik Deutschland geht davon aus, dass die vorstehende Vereinbarung gemäss Artikel 1 Absatz 5 des Abkommens vom 30. Mai 1958 durch diese Verbalnote und die Antwortnote der Königlich Niederländischen Botschaft bestätigt wird; sie ist damit einverstanden, dass die Vereinbarung, wie vorgeschlagen, am 16. Februar 1970 in Kraft tritt, und dass sie jederzeit auf diplomatischem Wege gekündigt werden kann, um sodann nach sechs Monate ausser Kraft zu treten.

Das Auswärtige Amt benutzt diesen Anlass, die Königlich Niederländische Botschaft erneut seiner ausgezeichneten Hochachtung zu versichern.

Bonn, den 16. Februar 1970.

An die Königlich Niederländische Botschaft

Nr. XLII

AMBASSADE VAN HET

KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

No. 1994

Nota-verbaal

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden heeft de eer aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Bondsrepubliek Duitsland de ontvangst te bevestigen van zijn Nota-verbaal V 3 - 81 SA 47 van 16 februari 1970 waarvan de inhoud, in Nederlandse vertaling, als volgt luidt:

„Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de eer de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden, onder verwijzing naar artikel 1, lid 5, van de Overeenkomst van 30 mei 1958 tussen de Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk der Nederlanden nopens de samenvoeging van de grenscontrole en de instelling van gemeenschappelijke spoorwegstations of van grensaflosstations aan de Duits-Nederlandse grens, mede te delen, dat de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland kennis heeft genomen van het schrijven van de Bondsminister van Financiën van 22 januari 1970, III B/2-Z 1108 (Nie)-10/70, en van het schrijven van de Nederlandse Staatssecretaris van Financiën van 6 februari 1970, B 70/2963, waarbij, in overeenstemming met artikel 1, lid 4, sub a, van de Overeenkomst, de volgende regeling wordt getroffen:

I

In het wegverkeer worden de Duitse en de Nederlandse grenscontrole samengevoegd

  • 1. aan de autoweg van Venlo naar Duisburg op Duits en Nederlands grondgebied,

  • 2. aan de weg van Venlo naar Herongen op Nederlands grondgebied.

II

De zones in de zin van artikel 3 van de Overeenkomst omvatten de voor de uitvoering van de grenscontrole benodigde dienstvertrekken en installaties met inbegrip van de laadperrons en parkeerterreinen, alsmede

  • 1. een gedeelte van de autoweg van de gemeenschappelijke grens tot op een afstand van

    • a) 500 meter, gemeten in de richting Venlo, en

    • b) 300 meter, gemeten in de richting Duisburg,

    telkens vanaf het snijpunt der gemeenschappelijke grens met de middellijn van de weg,

  • 2. een gedeelte van de weg van Venlo naar Herongen van de gemeenschappelijke grens tot op een afstand van 150 meter, gemeten in de richting Venlo, vanaf het snijpunt der gemeenschappelijke grens met de middellijn van de weg.

III

Deze regeling wordt overeenkomstig artikel 1, lid 5, van de Overeenkomst bevestigd en in werking gesteld. Het tijdstip van het in werking treden wordt in de diplomatieke nota's vastgelegd.

IV

Deze regeling kan te allen tijde langs diplomatieke weg worden opgezegd. Zij treedt 6 maanden na opzegging buiten werking.

De Regering van de Bondsrepubliek Duitsland gaat ervan uit dat de bovenstaande regeling overeenkomstig artikel 1, lid 5, van de Overeenkomst van 30 mei 1958 wordt bevestigd door deze Nota-verbaal en de antwoordnota van de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden; zij is het er mede eens dat de regeling, zoals voorgesteld, op 16 februari 1970 in werking treedt en te allen tijde langs diplomatieke weg kan worden opgezegd om dan na zes maanden buiten werking te treden.”.

De Ambassade heeft de eer het Ministerie van Buitenlandse Zaken mede te delen, dat de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden er mede instemt, dat de Nota-verbaal van het Ministerie en deze antwoordnota de in artikel 1, lid 5, van de Overeenkomst bedoelde bevestiging vormen van de hierboven aangehaalde briefwisseling tussen de Bondsminister van Financiën en de Nederlandse Staatssecretaris van Financiën en dat de regeling op 16 februari 1970 in werking treedt.

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Bondsrepubliek Duitsland haar bijzondere hoogachting te betuigen.

Bonn, 16 februari 1970.

Aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken

van de Bondsrepubliek Duitsland,

te Bonn

Naar boven