Notawisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering [...] bij de grensovergang Bunderneuland/Nieuwe Schans, Bonn, 28-04-1969

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 29-04-1969 t/m heden

Notawisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland inzake de samenvoeging van de grenscontrole bij de grensovergang Bunderneuland/Nieuwe Schans

Authentiek : NL

Nr. XXXIX

AUSWÄRTIGES AMT

V 3-81. SA 148

Verbalnote

I

Das Auswärtige Amt beehrt sich, der Königlich Niederländischen Botschaft unter Bezugnahme auf Artikel 1 Absatz 5 des deutsch-niederländischen Abkommens über die Zusammenlegung der Grenzabfertigung und über die Einrichtung von Gemeinschafts- oder Betriebswechselbahnhöfen an der deutsch-niederländischen Grenze vom 30. Mai 1958 mitzuteilen, dass die Regierung der Bundesrepublik Deutschland das Schreiben des Bundesministers der Finanzen vom 30. Januar 1969, III B/2/-Z 1108 (Nie)-5/69, und das Schreiben des Niederländischen Staatssekretärs der Finanzen vom 26. März 1969, D 69/1643, zur Kenntnis genommen hat, durch welche gemäss Artikel 1 Absatz 4 Buchstabe a) des Abkommens folgende Vereinbarung getroffen wird:

I

Am Grenzübergang Bunderneuland/Nieuwe Schans werden die deutsche und die niederländische Grenzabfertigung zusammengelegt.

II

Die Zonen im Sinne des Artikels 3 des Abkommens umfassen

  • 1. die zur Durchführung der Grenzabfertigung erforderlichen Diensträume und Anlagen einschliesslich der Rampen und angrenzenden Parkplätze sowie

  • 2. einen Abschnitt der Strasse von Bunde nach Winschoten, einschliesslich des auf niederländischem Gebiet nördlich dieser Strasse und parallel dazu verlaufenden Weges, von der gemeinsamen Grenze bis zu einer Entfernung

    • a) von 195 Metern, gemessen in Richtung Bunde, und

    • b) von 960 Metern, gemessen in Richtung Winschoten,

    jeweils vom Schnittpunkt der gemeinsamen Grenze mit der Achse der Strasse.

III

Diese Vereinbarung wird gemäss Artikel 1, Abs. 5 des Abkommens bestätigt und in Kraft gesetzt. Der Zeitpunkt des Inkrafttretens wird in den diplomatischen Noten festgelegt.

IV

Diese Vereinbarung kann jederzeit auf diplomatischem Wege gekündigt werden. Sie tritt 6 Monate nach ihrer Kündigung ausser Kraft.

Die Regierung der Bundesrepublik Deutschland geht davon aus, dass die vorstehende Vereinbarung gemäss Artikel 1 Absatz 5 des Abkommens vom 30. Mai 1958 durch diese Verbalnote und die Antwortnote der Königlich Niederländischen Botschaft bestätigt wird; sie ist damit einverstanden, dass die Vereinbarung, wie vorgeschlagen, am 29. April 1969 in Kraft tritt und dass sie jederzeit auf diplomatischem Wege gekündigt werden kann, um sodann nach 6 Monaten ausser Kraft zu treten.

Das Auswärtige Amt benutzt diesen Anlass, die Königlich Niederländische Botschaft erneut seiner ausgezeichneten Hochachtung zu versichern.

Bonn, den 25. April 1969.

An die Königlich Niederländische Botschaft

Nr. XL

AMBASSADE VAN HET

KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

No. 5103

Note-Verbale

I

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden heeft de eer aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Bondsrepubliek Duitsland de ontvangst te bevestigen van zijn Note-verbale van 25 april 1969, V 3-81 SA 148, waarvan de inhoud als volgt luidt:

„Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de eer de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden onder verwijzing naar artikel 1, lid 5, van de Duits-Nederlandse Overeenkomst nopens de samenvoeging van de grenscontrole en de instelling van gemeenschappelijke spoorwegstations of van grensaflosstations aan de Duits-Nederlandse grens van 30 mei 1958, mede te delen, dat de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland kennis heeft genomen van het schrijven van de Bondsminister van Financiën van 30 januari 1969, IIIB/2/-Z 1108 (Nie)-5/69, en van het schrijven van de Nederlandse Staatssecretaris van Financiën van 26 maart 1969, D 69/1643, waarbij conform artikel 1, lid 4, sub a, van de Overeenkomst, de volgende regeling wordt getroffen:

I

Bij de grensovergang Bunderneuland/Nieuwe Schans worden de Duitse en de Nederlandse grenscontrole samengevoegd.

II

De zones in de zin van artikel 3 van de Overeenkomst omvatten

  • 1. de voor de uitvoering van de grenscontrole benodigde dienstvertrekken en installaties met inbegrip van laadperrons en aangrenzende parkeerterreinen, alsmede

  • 2. een gedeelte van de weg van Bunde naar Winschoten, met inbegrip van de op Nederlands grondgebied ten noorden van en parallel aan deze weg lopende weg, van de gemeenschappelijke grens tot op een afstand van

    • a) 195 meter, gemeten in de richting Bunde en

    • b) 960 meter, gemeten in de richting Winschoten,

    telkens vanaf het snijpunt der gemeenschappelijke grens met de middellijn van de weg.

III

Deze regeling wordt overeenkomstig artikel 1, lid 5 van de Overeenkomst bevestigd en in werking gesteld. Het tijdstip van het in werking treden wordt in de diplomatieke nota's vastgelegd.

IV

Deze regeling kan te allen tijde langs diplomatieke weg worden opgezegd. Zij treedt 6 maanden na opzegging buiten werking.

De Regering van de Bondsrepubliek Duitsland gaat ervan uit dat bovenstaande regeling overeenkomstig artikel 1, lid 5, van de Overeenkomst bevestigd wordt door deze Note-verbale en de antwoordnota van de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden. Zij is het ermede eens dat de regeling, zoals voorgesteld, op 29 april 1969 in werking treedt en dat zij te allen tijde langs diplomatieke weg kan worden opgezegd om dan na 6 maanden buiten werking te treden”.

De Ambassade heeft de eer het Ministerie van Buitenlandse Zaken mede te delen, dat de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden er mede instemt, dat de Note-verbale van het Ministerie en deze antwoordnota de in artikel 1, lid 5, van de bovengenoemde Overeenkomst bedoelde bevestiging vormen van de hierboven aangehaalde briefwisseling tussen de Bondsminister van Financiën en de Staatssecretaris van Financiën van het Koninkrijk der Nederlanden en dat de regeling op 29 april 1969 in werking treedt.

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Bondsrepubliek Duitsland haar bijzondere hoogachting te betuigen.

Bonn, 28 april 1969.

Aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken

van de Bondsrepubliek Duitsland,

te Bonn

Naar boven