AMBASSADE VAN HET
KONINKRIJK DER NEDERLANDEN
No. 5103
Note-Verbale
I
De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden heeft de eer aan het Ministerie van
Buitenlandse Zaken van de Bondsrepubliek Duitsland de ontvangst te bevestigen van
zijn Note-verbale van 25 april 1969, V 3-81 SA 148, waarvan de inhoud als volgt luidt:
„Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de eer de Ambassade van het Koninkrijk
der Nederlanden onder verwijzing naar artikel 1, lid 5, van de Duits-Nederlandse Overeenkomst
nopens de samenvoeging van de grenscontrole en de instelling van gemeenschappelijke
spoorwegstations of van grensaflosstations aan de Duits-Nederlandse grens van 30 mei
1958, mede te delen, dat de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland kennis heeft
genomen van het schrijven van de Bondsminister van Financiën van 30 januari 1969,
IIIB/2/-Z 1108 (Nie)-5/69, en van het schrijven van de Nederlandse Staatssecretaris
van Financiën van 26 maart 1969, D 69/1643, waarbij conform artikel 1, lid 4, sub
a, van de Overeenkomst, de volgende regeling wordt getroffen:
I
Bij de grensovergang Bunderneuland/Nieuwe Schans worden de Duitse en de Nederlandse
grenscontrole samengevoegd.
II
De zones in de zin van artikel 3 van de Overeenkomst omvatten
-
1. de voor de uitvoering van de grenscontrole benodigde dienstvertrekken en installaties
met inbegrip van laadperrons en aangrenzende parkeerterreinen, alsmede
-
2. een gedeelte van de weg van Bunde naar Winschoten, met inbegrip van de op Nederlands
grondgebied ten noorden van en parallel aan deze weg lopende weg, van de gemeenschappelijke
grens tot op een afstand van
-
a) 195 meter, gemeten in de richting Bunde en
-
b) 960 meter, gemeten in de richting Winschoten,
telkens vanaf het snijpunt der gemeenschappelijke grens met de middellijn van de weg.
III
Deze regeling wordt overeenkomstig artikel 1, lid 5 van de Overeenkomst bevestigd
en in werking gesteld. Het tijdstip van het in werking treden wordt in de diplomatieke
nota's vastgelegd.
IV
Deze regeling kan te allen tijde langs diplomatieke weg worden opgezegd. Zij treedt
6 maanden na opzegging buiten werking.
De Regering van de Bondsrepubliek Duitsland gaat ervan uit dat bovenstaande regeling
overeenkomstig artikel 1, lid 5, van de Overeenkomst bevestigd wordt door deze Note-verbale
en de antwoordnota van de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden. Zij is het
ermede eens dat de regeling, zoals voorgesteld, op 29 april 1969 in werking treedt
en dat zij te allen tijde langs diplomatieke weg kan worden opgezegd om dan na 6 maanden
buiten werking te treden”.
De Ambassade heeft de eer het Ministerie van Buitenlandse Zaken mede te delen, dat
de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden er mede instemt, dat de Note-verbale
van het Ministerie en deze antwoordnota de in artikel 1, lid 5, van de bovengenoemde
Overeenkomst bedoelde bevestiging vormen van de hierboven aangehaalde briefwisseling
tussen de Bondsminister van Financiën en de Staatssecretaris van Financiën van het
Koninkrijk der Nederlanden en dat de regeling op 29 april 1969 in werking treedt.
De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik
het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Bondsrepubliek Duitsland haar bijzondere
hoogachting te betuigen.
Bonn, 28 april 1969.
Aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken
van de Bondsrepubliek Duitsland,
te Bonn