-
1 Teneinde de doelstellingen dezer Overeenkomst te verwezenlijken verbindt elke Overeenkomstsluitende
Partij zich om, binnen de grenzen harer wetten, regelingen en voorschriften, haar
onderdanen, op daartoe gedaan verzoek, te machtigen tot het leveren van kapitaalgoederen
aan, en het uitvoeren van openbare werken ten behoeve van, Overheids- en particuliere
ondernemingen op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij, tegen
overeengekomen betalingen.
De beide Overeenkomstsluitende Partijen bevorderen de grootst mogelijke uitbreiding
van de handelsbetrekkingen tussen hun onderscheiden landen. Hiertoe bevorderen zij,
in het kader van hun wetten, regelingen en voorschriften, de samenwerking tussen alle
maatschappijen, verenigingen, stichtingen en andere organisaties of dochterondernemingen
daarvan, die verband houden met de nationale economie in beide landen, met inbegrip
van alle personen die economische activiteiten verrichten.
Bij beslissingen op verzoeken inzake de instelling van geregelde burgerluchtvaartdiensten
houden de Overeenkomstsluitende Partijen rekening met het belang van de grootst mogelijke
vrijheid in het luchtverkeer.
Derhalve erkennen de Overeenkomstsluitende Partijen dat de beste wijze om het doel
vervat in het eerste lid van dit artikel te verwezenlijken ligt in de naleving van
de bepalingen van de tussen hen van kracht zijnde luchtvaartovereenkomst.
De Overeenkomstsluitende Partijen komen overeen de ontwikkeling van internationale
scheepvaartdiensten te bevorderen. Hierbij handhaven zij de vrije en normale mededingingsvoorwaarden.
Elke Overeenkomstsluitende Partij onthoudt zich van het nemen van enigerlei discriminerende
maatregelen tegen, en van het beperken van de vrije deelneming aan het internationale
verkeer door schepen die worden geëxploiteerd door ondernemingen waarvan de plaats
van daadwerkelijke leiding is gelegen binnen het grondgebied en die de vlag voeren
van de andere Overeenkomstsluitende Partij.
Van deze regeling zijn uitgezonderd de visserij en de kustvaart in de niet-Europese
delen van het Koninkrijk der Nederlanden, waarop alleen de interne regelingen van
deze delen van het Koninkrijk van toepassing zijn, alsmede de visserij en de kustvaart
in Soedan.
In haar havens kent elke Overeenkomstsluitende Partij aan schepen die de vlag van
de andere Overeenkomstsluitende Partij voeren, dezelfde behandeling toe als die welke
zij aan haar eigen schepen toekent. Deze bepaling is van toepassing op de douaneformaliteiten,
het innen van belastingen en havengelden en -rechten, de vrije toegang tot de havens,
het aanwijzen van aanlegsteigers, faciliteiten voor laden en lossen, alsmede op iedere
andere faciliteit verleend aan de scheepvaart en aan economische activiteiten die
betrekking hebben op de schepen, hun bemanningen, hun passagiers en hun lading.
Wat de betaling van belastingen, rechten of heffingen betreft, alsmede de toekenning
van fiscale aftrekken en vrijstellingen, kent elke Overeenkomstsluitende Partij op
haar grondgebied aan onderdanen van de andere Overeenkomstsluitende Partij, die economische
activiteiten verrichten, dezelfde behandeling toe als die welke zij toekent aan haar
eigen onderdanen.
Met inachtneming van de rechten waarin in internationale overeenkomsten is voorzien,
genieten de onderdanen van elke Overeenkomstsluitende Partij, wat betreft de bescherming
van de industriële eigendom, op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende
Partij een niet minder gunstige bescherming dan die welke de onderdanen van de andere
Overeenkomstsluitende Partij genieten. De industriële eigendom omvat onder meer octrooien
op uitvindingen, fabrieks- en handelsmerken, handelsnamen, industriële tekeningen
of modellen en de bestrijding van oneerlijke mededinging.
Elke Overeenkomstsluitende Partij verbindt zich binnen de grenzen harer wetten, regelingen
en voorschriften te vergemakkelijken:
-
(a) het organiseren op haar grondgebied door de andere Overeenkomstsluitende Partij van
economische en commerciële tentoonstellingen en soortgelijke manifestaties;
-
(b) de invoer in haar grondgebied door de andere Overeenkomstsluitende Partij van beroepsuitrusting
en van materialen en uitrusting voor gebruik bij technische werkzaamheden ten behoeve
van overheidsinstellingen of particuliere ondernemingen, en de wederuitvoer daarvan.
-
1 Elke Overeenkomstsluitende Partij waarborgt de eerlijke en billijke behandeling van
de investeringen van onderdanen van de andere Overeenkomstsluitende Partij en belemmert
niet, door ongerechtvaardigde of discriminatoire maatregelen, het beheer, de instandhouding,
het gebruik en het genot daarvan of de beschikking daarover door die onderdanen.
De investeringen van onderdanen van een der Overeenkomstsluitende Partijen op het
grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij mogen niet worden onteigend,
behalve in het openbaar belang en tegen vergoeding. Een zodanige vergoeding vertegenwoordigt
de tegenwaarde van de getroffen investering; zij dient inderdaad verwezenlijkt te
kunnen worden, vrijelijk te kunnen worden overgemaakt en zonder nodeloze vertraging
te worden betaald.
Elke Overeenkomstsluitende Partij die goedkeurt dat op haar grondgebied een investering
wordt verricht, ten aanzien waarvan de andere Overeenkomstsluitende Partij of een
onderdaan daarvan enige financiële zekerheid tegen niet-commerciële risico's heeft
gesteld, erkent de subrogatie van degene die deze zekerheid heeft gesteld in de rechten
van de investeerder met betrekking tot schadevergoeding ten bedrage van iedere verrichte
betaling.
Deze Overeenkomst is van toepassing op alle investeringen verricht op het grondgebied
van een der Overeenkomstsluitende Partijen door een onderdaan van de andere Overeenkomstsluitende
Partij, ongeacht of deze zijn gedaan voor of na de datum waarop deze Overeenkomst
in werking treedt.
-
3 De Gemengde Commissie stelt zich voortdurend op de hoogte van de ontwikkeling van
de economische betrekkingen tussen de twee landen, zowel in bilateraal als in multilateraal
verband. Bovendien doet zij aanbevelingen aan de onderscheiden Regeringen wanneer
de doelstellingen van deze Overeenkomst zouden kunnen worden bevorderd en een grotere
mate van economische samenwerking tot stand zou kunnen worden gebracht.
Voor de toepassing van deze Overeenkomst:
-
1. wordt onder de term „onderdanen” mede verstaan rechtspersonen opgericht overeenkomstig
het recht van elke Overeenkomstsluitende Partij op haar grondgebied;
-
2. wordt onder de term „rechtspersoon” mede verstaan een rechtspersoon opgericht overeenkomstig
het recht van een der Overeenkomstsluitende Partijen op het grondgebied van die Overeenkomstsluitende
Partij, ten aanzien van welke rechtspersoon bij contract is overeengekomen dat hij
ter fine van deze Overeenkomst als een onderdaan van de andere Overeenkomstsluitende
Partij moet worden beschouwd omdat een onderdaan van laatstgenoemde Partij overwegend
belang bij die rechtspersoon heeft;
-
3. wordt onder de term „investering” verstaan alle activa en in het bijzonder, doch niet
uitsluitend:
-
(a) roerende en onroerende goederen, zomede alle andere rechten ter zake zoals hypotheek,
retentierecht, pandrecht, vruchtgebruik en soortgelijke rechten;
-
(b) aandelen of andere soorten belangen in maatschappijen;
-
(c) recht op geld of op iedere verrichting die economische waarde heeft;
-
(d) auteursrecht, rechten van industriële eigendom, technische werkwijzen, handelsnaam
en goodwill en
-
(e) zodanige publiekrechtelijke zakelijke concessies, waaronder concessies betreffende
het zoeken naar of de extractie of winning van natuurlijke rijkdommen, die de houder
daarvan gedurende enige tijd een rechtspositie verlenen.
Een wijziging in de vorm waarin activa zijn geïnvesteerd is niet van invloed op hun
status als investering.
Wanneer een aangelegenheid bij zowel deze Overeenkomst als bij een andere internationale
overeenkomst die verbindend is voor de Overeenkomstsluitende Partijen is geregeld,
belet niets in deze Overeenkomst een onderdaan van een Overeenkomstsluitende Partij,
zich te beroepen op de bepalingen die voor hem het gunstigst zijn.
-
1 Geschillen betreffende de uitlegging of de toepassing van deze Overeenkomst zullen,
zo mogelijk, door de Overeenkomstsluitende Partijen worden geregeld. Indien een geschil
niet op deze wijze kan worden geregeld, wordt het op verzoek van een der Partijen
bij het geschil voorgelegd aan een uit drie leden bestaand scheidsgerecht. Iedere
partij benoemt een scheidsman en de beide aldus benoemde scheidsmannen benoemen samen
een derde scheidsman die geen onderdaan van een der partijen is.
-
4 Indien in de gevallen bedoeld in het tweede en het derde lid van dit artikel, de President
van het Internationale Gerechtshof verhinderd is genoemde functie uit te oefenen of
indien hij onderdaan is van een der partijen, geschieden de noodzakelijke benoemingen
door de Vice-President. Indien deze verhinderd is genoemde functie uit te oefenen
of indien hij onderdaan is van een der partijen, geschieden de noodzakelijke benoemingen
door het in jaren oudste lid van het Hof dat geen onderdaan is van een der partijen.
-
5 Het scheidsgerecht doet uitspraak op de grondslag van de bepalingen van deze Overeenkomst
overeenkomstig de beginselen van het recht. Alvorens uitspraak te doen kan het scheidsgerecht,
in ieder stadium van de procedure, aan de partijen voorstellen dat terzake van het
geschil een minnelijke schikking wordt getroffen. De bovenstaande bepalingen doen
geen afbreuk aan de bevoegdheid van het scheidsgerecht om een uitspraak ex aequo et bono te doen wanneer de partijen aldus overeenkomen.
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, is deze Overeenkomst van toepassing op
het in Europa gelegen grondgebied van het Koninkrijk, op Suriname en op de Nederlandse
Antillen, tenzij in de akte van bekrachtiging van het Koninkrijk der Nederlanden anders
wordt bepaald.
-
2 Deze Overeenkomst treedt in werking op de dag van de uitwisseling van de akten van
bekrachtiging en blijft van kracht voor een periode van vijf jaar. Tenzij een der
Overeenkomstsluitende Partijen ten minste zes maanden voor het verstrijken van de
geldigheidsperiode mededeling van beëindiging van de Overeenkomst heeft gedaan, wordt
de geldigheid van deze Overeenkomst stilzwijgend voor een nieuwe periode van vijf
jaar verlengd, en zo vervolgens, waarbij iedere Overeenkomstsluitende Partij zich
het recht voorbehoudt, de Overeenkomst te beëindigen door daarvan ten minste zes maanden
voor de datum van het verstrijken van de lopende periode kennis te geven.