Culturele Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten van Brazilië, 's-Gravenhage, 12-10-1966

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 29-05-1968 t/m heden

Culturele Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten van Brazilië

Authentiek : NL

Culturele Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Brazilië

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden

en

De Regering van de Republiek der Verenigde Staten van Brazilië,

Verlangend, de traditionele vriendschapsbanden die de twee volkeren verbinden nauwer aan te halen en de betrekkingen tussen de twee landen op het gebied van het onderwijs, de wetenschappen en dat der kunsten te versterken,

Hebben besloten een overeenkomst inzake de culturele betrekkingen te sluiten en hebben te dien einde als Gevolmachtigden benoemd:

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden,

Zijne Excellentie Mr. J. M. A. H. Luns, Minister van Buitenlandse Zaken, en

De Regering van de Republiek der Verenigde Staten van Brazilië,

Zijne Excellentie de Heer Jayme Sloan Chermont, Buitengewoon en Gevolmachtigd Ambassadeur,

Die, na hun in goede vorm bevonden volmachten te hebben overgelegd, het volgende zijn overeengekomen:

Artikel I

Teneinde in hun respectieve landen een betere kennis van de cultuur van het andere land te bevorderen, zullen de Overeenkomstsluitende Partijen elkaar, zoveel als mogelijk is, bijstaan bij:

  • a) de verspreiding van boeken, tijdschriften en andere publikaties;

  • b) het organiseren van conferenties, concerten en toneelvoorstellingen;

  • c) het organiseren van tentoonstellingen op het gebied der kunst en andere tentoonstellingen met een cultureel karakter;

  • d) het organiseren van radiouitzendingen, de verspreiding van grammofoonplaten en soortgelijke middelen;

  • e) het vertonen van films met een wetenschappelijk, opvoedkundig of cultureel karakter;

  • f) het uitwisselen van kopieën van in de officiële archieven en bibliotheken van elk der twee landen aanwezige documenten die van belang zijn voor het andere land, mits de wettelijke bepalingen van elk der landen zich niet tegen uitwisseling op dit gebied verzetten.

Artikel II

De Overeenkomstsluitende Partijen bevorderen tussen de onderscheiden landen de uitwisseling van professoren, onderzoekers op wetenschappelijk gebied en studenten, alsmede van andere personen die speciale belangstelling hebben voor culturele werkzaamheden.

Artikel III

De Overeenkomstsluitende Partijen stimuleren het organiseren en het ontwikkelen van cursussen aan hun universiteiten en andere instellingen van onderwijs en onderzoek die betrekking hebben op de cultuur en op de beschaving van de andere Partij.

Artikel IV

Teneinde onderdanen van elk der Overeenkomstsluitende Partijen in staat te stellen in het andere land te studeren en onderzoekingen te verrichten, onderzoekt elk der Partijen de mogelijkheid om aan de onderdanen van de andere Partij beurzen en andere faciliteiten te verstrekken.

Artikel V

De Overeenkomstsluitende Partijen bevorderen de samenwerking tussen wetenschappelijke en andere culturele instellingen in de twee landen.

Artikel VI

Elk der Overeenkomstsluitende Partijen vergemakkelijkt voor de onderdanen van de andere Partij de toegang tot haar musea, bibliotheken en andere voorlichtingscentra.

Artikel VII

In elk land zal een Commissie worden ingesteld, die tot taak zal hebben de Regering voorstellen te doen die betrekking hebben op de uitvoering van deze Overeenkomst.

De in Brazilië in te stellen Commissie zal haar zetel hebben in Brasilia en de naam dragen van „Comissão Brasileira”. Haar leden zullen worden aangewezen door de Minister van Buitenlandse Betrekkingen, de Minister van Onderwijs en Cultuur gehoord.

De in Nederland in te stellen Commissie zal haar zetel hebben te 's-Gravenhage en de naam dragen van „Nederlandse Commissie”. Haar leden zullen worden aangewezen door de Nederlandse Ministers van Onderwijs en Wetenschappen en van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk gezamenlijk.

Elke Commissie vergadert steeds wanneer daartoe aanleiding bestaat en ten minste een maal per jaar. De Diplomatieke Vertegenwoordiger van de ene Overeenkomstsluitende Partij kan worden uitgenodigd om deel te nemen aan de beraadslagingen van de Commissie van de andere Overeenkomstsluitende Partij.

Artikel VIII

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, is deze Overeenkomst van toepassing op Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen.

Artikel IX

Deze Overeenkomst dient te worden bekrachtigd en de akten van bekrachtiging zullen zo spoedig mogelijk te Rio de Janeiro worden uitgewisseld.

Deze Overeenkomst treedt in werking op de datum van uitwisseling van de akten van bekrachtiging en zal een geldigheid hebben van vijf jaar. Ingeval geen der Overeenkomstsluitende Partijen zes maanden voor het verstrijken van genoemde termijn aan de andere het voornemen heeft te kennen gegeven zijn werking te willen doen eindigen, zal de Overeenkomst voor onbepaalde tijd van kracht blijven doch door elk der Overeenkomstsluitende Partijen op ieder tijdstip kunnen worden opgezegd, door de andere hiervan in kennis te stellen met een opzeggingstermijn van zes maanden.

TEN BLIJKE WAARVAN bovengenoemde gevolmachtigden deze Overeenkomst hebben ondertekend en van hun zegel hebben voorzien.

GEDAAN te 's-Gravenhage, de twaalfde dag van de maand oktober 1966 in tweevoud, in de Nederlandse en Portugese taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.

Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden:

(w.g.) J. LUNS

Voor de Regering van de Verenigde Staten van Brazilië:

(w.g.) JAYME SLOAN CHERMONT

Naar boven