Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering [...] gebruikt voor het internationale vervoer van goederen, Londen, 01-05-1969

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 05-02-1970 t/m heden

Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland betreffende de regeling van de heffing van belasting op wegvoertuigen gebruikt voor het internationale vervoer van goederen

Authentiek : EN

Agreement between the Government of the Kingdom of the Netherlands and the Government of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland in respect of the regulation of the taxation of road vehicles used for the international carriage of goods

The Government of the Kingdom of the Netherlands and the Government of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland;

Desiring to facilitate the international carriage of goods by road;

Have agreed as follows:

Article 1

For the purposes of this Agreement:

  • (a) the term “vehicle” shall mean any self-propelled road vehicle designed or adapted for the carriage of goods and all trailers for coupling to such vehicles whether imported with the vehicle or rately; and

  • (b) the term “territory” shall mean:

    • (i) in relation to the United Kingdom: England, Wales, Scotland and Northern Ireland;

    • (ii) in relation to the Kingdom of the Netherlands: the territory of the Kingdom of the Netherlands in Europe.

Article 2

  • (1) Vehicles which are:

    • (a) registered in the territory of one of the Contracting Parties;

    • (b) owned by persons resident outside the territory of the other Contracting Party; and

    • (c) temporarily imported into the territory of that other Contracting Party for the purpose of the international carriage of goods for delivery at or collection from any point in the territory of that Contracting Party or in transit through that territory;

    shall be exempted from the taxes and charges levied on the circulation or possession of vehicles in that territory.

  • (2) This exemption shall not apply to tolls, taxes or charges on fuel consumption or taxes or charges on transport.

Article 3

  • (1) The exemption provided for in Article 2 of this Agreement shall be granted in the territory of each Contracting Party so long as the conditions laid down in the Customs regulations in force in that territory for the temporary admission, without payment of import duties and import taxes, of vehicles described in Article 2 of this Agreement are fulfilled.

  • (2) Each Contracting Party may limit the duration of the exemption provided for in Article 2 to a period of one year, even if the vehicle is temporarily admitted without payment of import duties and import taxes for a longer period.

Article 4

Nothing in this Agreement shall be held to confer the exemption in Article 2 upon a vehicle registered in the territory of one of the Contracting Parties used within that territory to tow a trailer temporarily imported from the territory of the other Contracting Party.

Article 5

  • (1) This Agreement shall enter into force thirty days after the Contracting Parties have informed each other in writing that the measures necessary to give effect to the Agreement in their respective territories have been taken.

  • (2) The Agreement shall remain in force for a period of one year after its entry into force. Thereafter it shall continue in force unless it is terminated by either Contracting Party giving three months notice thereof to the other Contracting Party.

IN WITNESS WHEREOF the undersigned, being duly authorised thereto by their respective Governments, have signed this Agreement.

DONE in duplicate at London, this 1st day of May, 1969 in the English language.

For the Government of the Kingdom of the Netherlands:

(sd.) J. H. VAN ROIJEN

For the Government of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland:

(sd.) FREDERICK MULLEY

Vertaling : NL

Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland betreffende de regeling van de heffing van belasting op wegvoertuigen gebruikt voor het internationale vervoer van goederen

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland;

Verlangend het internationale vervoer van goederen over de weg te vergemakkelijken;

Zijn als volgt overeengekomen:

Artikel 1

Voor de toepassing van deze Overeenkomst wordt verstaan:

  • (a) onder de term „voertuig” elk van een mechanisch voortbewegingsmiddel voorzien wegvoertuig, bestemd of ingericht voor het vervoer van goederen, alsmede alle aanhangwagens en opleggers bestemd om aan zodanige voertuigen te worden gekoppeld, ongeacht of zij te zamen met het voertuig dan wel afzonderlijk worden ingevoerd; en

  • (b) onder de term „grondgebied”:

    • (i) wat het Verenigd Koninkrijk betreft, Engeland en Wales, Schotland en Noord-Ierland;

    • (ii) wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, het in Europa gelegen grondgebied van het Koninkrijk.

Artikel 2

  • (1) Voertuigen

    • (a) die zijn ingeschreven op het grondgebied van een der Overeenkomstsluitende Partijen;

    • (b) die toebehoren aan personen wonend of gevestigd buiten het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij; en

    • (c) die tijdelijk worden ingevoerd op het grondgebied van die andere Overeenkomstsluitende Partij voor het internationale vervoer van goederen, voor het afleveren of ophalen daarvan op enigerlei plaats op het grondgebied van die Overeenkomstsluitende Partij of die zich op doorreis door dat gebied bevinden;

    zijn vrijgesteld van de belastingen en heffingen op het rijden met of het houden van voertuigen op dat grondgebied.

  • (2) Deze vrijstelling strekt zich niet uit tot tolgelden, noch tot belastingen of heffingen op motorbrandstof of belastingen of heffingen op het vervoer.

Artikel 3

  • (1) De vrijstelling waarin artikel 2 van deze Overeenkomst voorziet, wordt op het grondgebied van elke Overeenkomstsluitende Partij verleend, zolang de voorwaarden worden nagekomen welke zijn opgenomen in de op het gebied van die Partij van kracht zijnde douanebepalingen voor de tijdelijke invoer zonder betaling van invoerrechten en andere bij de invoer verschuldigde belastingen van voertuigen zoals omschreven in artikel 2 van deze Overeenkomst.

  • (2) Elke Overeenkomstsluitende Partij mag de duur van de vrijstelling waarin artikel 2 voorziet beperken tot een tijdvak van een jaar, zelfs indien de tijdelijke invoer van het voertuig zonder betaling van invoerrechten en andere bij de invoer verschuldigde belastingen is toegestaan voor een langer tijdvak.

Artikel 4

Geen enkele bepaling van deze Overeenkomst mag zodanig worden uitgelegd dat daardoor de in artikel 2 bedoelde vrijstelling tevens geldt voor een op het grondgebied van een der Overeenkomstsluitende Partijen ingeschreven voertuig dat binnen dat grondgebied wordt gebruikt voor het trekken van een vanuit het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij tijdelijk ingevoerde aanhangwagen.

Artikel 5

  • (1) Deze Overeenkomst treedt in werking dertig dagen nadat de Overeenkomstsluitende Partijen elkaar schriftelijk ervan in kennis hebben gesteld dat de in hun onderscheiden landen voor de inwerkingstelling noodzakelijke maatregelen zijn genomen.

  • (2) De Overeenkomst blijft gedurende een tijdvak van een jaar na de inwerkingtreding van kracht. Daarna blijft zij van kracht, tenzij een der Overeenkomstsluitende Partijen haar opzegt; deze geeft hiervan drie maanden tevoren aan de andere Overeenkomstsluitende Partij kennis.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gemachtigd door hun onderscheiden Regeringen, deze Overeenkomst hebben ondertekend.

GEDAAN in tweevoud te Londen, de eerste mei 1969, in de Engelse taal.

Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden:

(w.g.) J. H. VAN ROIJEN

Voor de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannie en Noord-Ierland:

(w.g.) FREDERICK MULLEY

Naar boven