Notawisseling houdende een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Europese [...] (EURATOM) inzake de registratie van stagiairs, Petten, 06-11-2009

Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 15-06-2010 t/m heden

Notawisseling houdende een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (EURATOM) inzake de registratie van stagiairs

Authentiek : EN

Nr. I

TREATIES DIVISION

The Hague, 27 February 2009

DJZ/VE-172/09

Agreement between the Kingdom of the Netherlands and the Institute for Energy regarding the registration of interns

The Ministry of Foreign Affairs of the Kingdom of the Netherlands presents its compliments to the European Atomic Energy Community – the Institute for Energy, Joint Research Center (hereinafter referred to as the Institute for Energy), and, with reference to the Agreement between the Kingdom of the Netherlands and the European Atomic Energy Community (Euratom) regarding the installation at Petten of an Establishment of the Joint Nuclear Research Centre of 25 July 1961 as well as to the consultations between the Ministry and the Institute for Energy regarding the registration of interns who have been accepted by the Institute for Energy into its internship programme in the Netherlands, has the honour to propose the following:

  • 1. For the purpose of this Agreement, the following definition of an intern shall apply: A student, who has been accepted by the Institute for Energy into the internship programme of the Institute for Energy and who, on that basis, performs certain tasks for the Institute for Energy for which he or she will receive a monthly allowance. This allowance should cover his or her living expenses. An intern shall in no case fall under the definition of an official of the Institute for Energy.

  • 2. Within eight (8) days after first arrival of an intern in the Netherlands, the Institute for Energy shall request the Ministry of Foreign Affairs to register the intern in accordance with paragraph 3.

  • 3. The Ministry of Foreign Affairs shall register an intern for the purpose of his intern with the Institute for a maximum period of six months, provided that the Institute supplies the Ministry of Foreign Affairs with a declaration signed by the intern, accompanied by adequate proof, to the effect that:

    • a) the intern entered the Netherlands in accordance with the applicable immigration procedures;

    • b) the intern has sufficient financial means for living expenses and for repatriation, as well as sufficient medical insurance (including coverage of costs of hospitalization for at least the duration of the internship plus one month) and third party liability insurance, and will not be a charge on the public purse of the Netherlands;

    • c) the intern will not work in the Netherlands during his or her internship otherwise than as an intern at the Institute for Energy;

    • d) the intern will not bring any family members to reside with him or her in the Netherlands other than in accordance with the applicable immigration procedures;

    • e) the intern will leave the Netherlands within 14 days after the end of the internship unless he or she is otherwise entitled to stay in the Netherlands in accordance with the applicable immigration legislation.

  • 4. Upon registration of the intern in accordance with paragraph 3, the Ministry of Foreign Affairs shall issue an identity card bearing the code ZF to the intern.

  • 5. The Institute for Energy shall not incur liability for damage resulting from non-fulfilment, by interns registered in accordance with paragraph 3, of the conditions of the declaration referred to in that paragraph.

  • 6. Interns shall not enjoy any privileges or immunities.

  • 7. In exceptional circumstances, the maximum period of six months mentioned in paragraph 3 may be extended once by a maximum period of six months.

  • 8. The Institute for Energy shall notify the Ministry of Foreign Affairs of the final departure of the intern from the Netherlands within eight (8) days after such departure, and shall at the same time return the intern’s identity card.

If this proposal is acceptable to the Institute for Energy, the Ministry suggests that this Note and the Institute for Energy’s affirmative reply to it shall together constitute an Agreement between the Kingdom of the Netherlands and the Institute for Energy. This Agreement shall be applied provisionally as from the date of such reply and shall enter into force on the day after both Parties have notified each other in writing that the legal requirements for entry into force have been complied with.

The Ministry of Foreign Affairs of the Kingdom of the Netherlands avails itself of this opportunity to renew to the Institute for Energy the assurances of its highest consideration.

Institute for Energy

Petten

Nr. II

INSTITUTE FOR ENERGY

Petten, 6 November 2009

Note verbale in reply

The European Atomic Energy Community – Institute for Energy, Joint Research Center (Institute for Energy), presents its compliments to the Ministry of Foreign Affairs of the Kingdom of the Netherlands and has the honour to acknowledge receipt of the Ministry’s Note DJZ/VE-172/09 of 261 February 2009, which reads as follows:

[Red: (Zoals in Nr. I)]

The Institute for Energy has the honour to inform the Ministry of Foreign Affairs that the proposal is acceptable to the Institute for Energy. The Institute for Energy accordingly agrees that the Ministry’s Note and this reply shall constitute an Agreement between the Institute for Energy and the Kingdom of the Netherlands. This Agreement shall be applied provisionally as from the date of this reply and shall enter into force on the day after both Parties have notified each other in writing that the legal requirements for entry into force have been complied with.

The Institute for Energy avails itself of this opportunity to renew to the Ministry of Foreign Affairs of the Kingdom of the Netherlands the assurances of its highest consideration.

G. DE SANTI

Ministry of Foreign Affairs

The Hague

Vertaling : NL

Nr. I

AFDELING VERDRAGEN

Den Haag, 27 februari 2009

DJZ/VE-172/09

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Instituut voor Energie inzake de registratie van stagiairs

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden biedt de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie – het Instituut voor Energie, het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (hierna te noemen het Instituut voor Energie) zijn complimenten aan en heeft, onder verwijzing naar de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) betreffende de vestiging te Petten van een inrichting van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek op het gebied van de Kernenergie van 25 juli 1961 alsmede naar het overleg tussen het Ministerie en het Instituut voor Energie betreffende de registratie van stagiairs die het Instituut voor Energie tot zijn stageprogramma in Nederland heeft toegelaten, de eer het volgende voor te stellen:

  • 1. Voor de toepassing van dit Verdrag wordt verstaan onder „stagiair”: een student die door het Instituut voor Energie is toegelaten tot het stageprogramma van het Instituut voor Energie en die op die grond bepaalde taken voor het Instituut voor Energie vervult waarvoor hij of zij een maandelijkse vergoeding ontvangt. Deze vergoeding moet toereikend zijn voor zijn of haar levensonderhoud. Een stagiair valt in geen geval onder de begripsomschrijving van functionaris van het Instituut voor Energie.

  • 2. Binnen acht (8) dagen na de eerste aankomst van een stagiair in Nederland verzoekt het Instituut voor Energie het Ministerie van Buitenlandse Zaken de stagiair te registreren in overeenstemming met het derde lid.

  • 3. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken registreert een stagiair ten behoeve van zijn of haar stage bij het Instituut voor een tijdvak van ten hoogste zes maanden, mits het Instituut het Ministerie van Buitenlandse Zaken een door de stagiair ondertekende verklaring doet toekomen, vergezeld van voldoende bewijs, waaruit blijkt dat:

    • a. de stagiair Nederland is binnengekomen in overeenstemming met de van toepassing zijnde immigratieprocedures;

    • b. de stagiair over voldoende financiële middelen beschikt om in zijn of haar levensonderhoud te voorzien alsmede voor zijn of haar terugkeer, en voldoende verzekerd is tegen ziektekosten (met inbegrip van een dekking voor kosten van ziekenhuisopname voor ten minste de duur van de stage plus een maand) en beschikt over een wettelijkeaansprakelijkheidsverzekering, en niet ten laste zal komen van de openbare middelen van Nederland;

    • c. de stagiair gedurende zijn of haar stage in Nederland uitsluitend werkzaam zal zijn als stagiair bij het Instituut voor Energie;

    • d. de stagiair geen familieleden meebrengt die bij hem of haar in Nederland zullen wonen, tenzij in overeenstemming met de desbetreffende immigratieprocedures;

    • e. de stagiair Nederland verlaat binnen 14 dagen na het einde van zijn of haar stage, tenzij hij of zij op andere gronden gerechtigd is in Nederland te verblijven in overeenstemming met de desbetreffende immigratiewetgeving.

  • 4. Na registratie van de stagiair in overeenstemming met het derde lid, geeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken aan de stagiair een identiteitskaart af voorzien van de code ZF.

  • 5. Het Instituut voor Energie is niet aansprakelijk voor schade voortvloeiend uit niet-naleving door in overeenstemming met het derde lid geregistreerde stagiairs, van de voorwaarden van de in dat lid bedoelde verklaring.

  • 6. De stagiair geniet geen voorrechten of immuniteiten.

  • 7. In uitzonderlijke omstandigheden kan het maximumtijdvak van zes maanden genoemd in het derde lid eenmaal worden verlengd met ten hoogste zes maanden.

  • 8. Het Instituut voor Energie stelt het Ministerie van Buitenlandse Zaken binnen acht (8) dagen na het definitieve vertrek van de stagiair uit Nederland daarvan in kennis en retourneert daarbij de identiteitskaart van de stagiair.

Indien dit voorstel aanvaardbaar is voor het Instituut voor Energie, stelt het Ministerie voor dat deze nota en de bevestigende antwoordnota van het Instituut voor Energie tezamen een verdrag zullen vormen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Instituut voor Energie. Dit Verdrag wordt voorlopig toegepast vanaf de datum van dat antwoord en treedt in werking op de dag nadat beide Partijen elkaar schriftelijk ervan in kennis hebben gesteld dat aan de wettelijke vereisten voor de inwerkingtreding is voldaan.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik om het Instituut voor Energie opnieuw te verzekeren van zijn zeer bijzondere hoogachting.

Instituut voor Energie

Petten

Nr. II

INSTITUUT VOOR ENERGIE

Petten, 6 november 2009

Antwoordnota

De Europese Gemeenschap voor Atoomenergie – het Instituut voor Energie, het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (het Instituut voor Energie) biedt het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden zijn complimenten aan en heeft de eer de ontvangst te bevestigen van nota DJZ/VE-172/09 van het Ministerie van 262 februari 2009, die luidt als volgt:

[Red: (Zoals in Nr. I)]

Het Instituut voor Energie heeft de eer het Ministerie van Buitenlandse Zaken ervan in kennis te stellen dat het voorstel aanvaardbaar is voor het Instituut voor Energie. Het Instituut voor Energie stemt er dienovereenkomstig mee in dat de nota van het Ministerie en dit antwoord een verdrag zullen vormen tussen het Instituut voor Energie en het Koninkrijk der Nederlanden. Dit Verdrag wordt voorlopig toegepast vanaf de datum van dit antwoord en treedt in werking op de dag nadat beide Partijen elkaar schriftelijk ervan in kennis hebben gesteld dat aan de wettelijke vereisten voor de inwerkingtreding is voldaan.

Het Instituut voor Energie maakt van deze gelegenheid gebruik om het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden opnieuw te verzekeren van zijn zeer bijzondere hoogachting.

G. DE SANTI

Ministerie van Buitenlandse Zaken

Den Haag

  1. [Red: Noot redactie: hier wordt kennelijk “27” bedoeld.] ^ [1]
  2. [Red: Noot redactie Tractatenblad: hier wordt kennelijk „27” bedoeld.] ^ [2]
Naar boven