Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst van 16 juni 1959 tussen het Koninkrijk der
Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland tot het vermijden van dubbele belasting
op het gebied van belastingen van het inkomen en van het vermogen alsmede van verscheidene
andere belastingen en tot het regelen van andere aangelegenheden op belastinggebied
[Regeling vervallen per 01-12-2015]
Het Koninkrijk der Nederlanden
en
de Bondsrepubliek Duitsland,
De wens koesterende om, voorafgaand aan een algehele herziening van de op 16 juni
1959 ondertekende „Overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting op het gebied
van belastingen van het inkomen en van het vermogen alsmede van verscheidene andere
belastingen en tot het regelen van andere aangelegenheden op belastinggebied” (hierna
te noemen „Overeenkomst”), de fiscale positie te verbeteren van personen die in een
van de Staten wonen en die in de andere Staat niet-zelfstandige arbeid uitoefenen
en op deze wijze, wat de Nederlands-Duitse grens betreft, het vrije verkeer van werknemers
binnen de Europese Gemeenschap te bevorderen,
Zijn het volgende overeengekomen:
Artikel 1
[Regeling vervallen per 01-12-2015]
-
(1) Indien een van de Staten ingevolge artikel 10, 11 of 12 van de Overeenkomst het recht
tot belastingheffing heeft voor inkomsten van een natuurlijk persoon met woonplaats
in de andere Staat, verleent de eerstgenoemde Staat bij de belastingheffing van deze
inkomsten aan deze persoon op verzoek voor ten minste 90% de in het tweede lid opgesomde
tegemoetkomingen waarop een natuurlijk persoon met woonplaats in die Staat recht heeft;
indien de persoon met woonplaats in de andere Staat gehuwd is, worden bij de belastingheffing
van deze inkomsten op verzoek voor ten minste 90% de in het tweede lid opgesomde tegemoetkomingen
verleend waarop een natuurlijk persoon recht heeft van wie de echtgenoot c.q. echtgenote
zijn of haar woonplaats eveneens in de eerstgenoemde Staat heeft. Voorwaarde daarbij
is dat de inkomsten waarvoor de eerstgenoemde Staat krachtens de Overeenkomst het
recht tot belastingheffing heeft ten minste 90% bedragen van het gehele inkomen van
de natuurlijke persoon, en dat deze bij niet duurzaam gescheiden levende echtgenoten
ten minste 90% bedragen van het gehele inkomen van beide echtgenoten.
Artikel 2
[Regeling vervallen per 01-12-2015]
-
(1) De Staten verplichten zich ertoe, elkaar bijstand te verlenen bij het bezorgen van
stukken betreffende de belastingheffing of de uitvoering daarvan, alsmede bij de invordering
van belastingen, kosten en rente, voor zover deze bijstand voor de toepassing en de
uitvoering van artikel 1 noodzakelijk is.
-
(2) Op verzoek van de hoogste belastingautoriteit van een van de Staten neemt de hoogste
belastingautoriteit van de andere Staat, onder toepassing van zijn wettelijke en administratieve
voorschriften, maatregelen voor het bezorgen van stukken en voor de invordering overeenkomstig
het eerste lid. De aangezochte Staat is niet verplicht aan de vordering van de verzoekende
Staat voorrang te verlenen vanwege het feit dat het om belastingen gaat, noch om executoire
maatregelen te treffen die volgens de wettelijke en administratieve voorschriften
van de verzoekende Staat niet toegestaan zijn.
-
(4) Indien tegen de vordering nog rechtsmiddelen openstaan, kan de hoogste belastingautoriteit
van een van de Staten de hoogste belastingautoriteit van de andere Staat verzoeken
om, ter handhaving van zijn rechten, de in de wetgeving van die andere Staat voorziene
conservatoire maatregelen te treffen; met betrekking tot deze maatregelen vinden de
leden 1 tot en met 3 overeenkomstige toepassing.
Artikel 3
[Regeling vervallen per 01-12-2015]
Dit Aanvullend Protocol is ook van toepassing op het Land Berlijn, tenzij de Regering
van de Bondsrepubliek Duitsland tegenover de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden
binnen drie maanden na het in werking treden van dit Aanvullend Protocol een tegenovergestelde
verklaring afgeeft.
Artikel 4
[Regeling vervallen per 01-12-2015]
Artikel 5
[Regeling vervallen per 01-12-2015]
Dit Aanvullend Protocol is een integrerend bestanddeel van de Overeenkomst van 16
juni 1959 en treedt, ingeval die Overeenkomst wordt opgezegd, tegelijk daarmee buiten
werking.