No. 4056
De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden biedt het Ministerie van Buitenlandse
Zaken van het Koninkrijk Swaziland haar complimenten aan en heeft de eer te verwijzen
naar haar Nota No. 16 van 3 september 1970, die als volgt luidt:
[Red: (zoals in Nr. I)]
De Ambassade heeft de eer het Ministerie mede te delen, dat de Regering van het Koninkrijk
der Nederlanden het voorstel van de Regering van het Koninkrijk Swaziland aanvaardt,
dat het op 31 mei 1932 te Londen ondertekende Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden
en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland houdende bepalingen
tot het vergemakkelijken van het voeren van rechtsgedingen in burgerlijke en handelszaken,
bindend zal zijn tussen hun landen, met dien verstande dat met betrekking tot het
Koninkrijk Swaziland het Verdrag zal worden gewijzigd door de woorden „Senior Master
of the Supreme Court of Judicature” te vervangen door „Registrar of the High Court”,
overal waar deze in de tekst voorkomen.
De Ambassade heeft de eer het Ministerie verder mede te delen dat de Regering van
het Koninkrijk der Nederlanden bereid is een overeenkomst in dien zin aan te gaan
met de Regering van het Koninkrijk Swaziland.
De Nederlandse Regering stelt echter voor, dat deze overeenkomst, die zal worden gevormd
door Nota No. 16 van 3 september 1970 van het Ministerie, deze Nota en de Nota van
het Ministerie als bevestigend antwoord daarop, op zodanige wijze zal worden toegepast,
dat aanvragen van de bevoegde rechterlijke autoriteit in het ene land aan de bevoegde
rechterlijke autoriteit in het andere land om betekening van gerechtelijke en buitengerechtelijke
stukken of om bewijslevering, kunnen worden geadresseerd en verzonden in overeenstemming
met het bepaalde in en krachtens het Verdrag van 1932, dan wel rechtstreeks kunnen
geschieden tussen deze rechterlijke autoriteiten.
De Nederlandse Regering stelt verder voor, dat deze overeenkomst van kracht zal worden
op de datum waarop de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden de Regering van
het Koninkrijk Swaziland schriftelijk heeft medegedeeld, dat aan de in het Koninkrijk
der Nederlanden voor deze overeenkomst grondwettelijk vereiste procedures is voldaan,
en dat deze overeenkomst ten aanzien van het Koninkrijk der Nederlanden van toepassing
zal zijn op het grondgebied van het Koninkrijk in Europa, maar kan worden uitgebreid
tot Suriname en de Nederlandse Antillen door middel van een aan de Regering van het
Koninkrijk Swaziland gerichte kennisgeving.
De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden moge van deze gelegenheid gebruik
maken om de verzekering van haar zeer bijzondere hoogachting jegens het Ministerie
van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk Swaziland te hernieuwen.
Pretoria, 13 juli 1973