Briefwisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering [...] bestraalde reactorbrandstof resterend radioactief afval, Parijs, 29-05-1979

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 17-08-1981 t/m heden

Briefwisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Franse Republiek houdende een overeenkomst inzake de eventuele terugzending van het na opwerking van bestraalde reactorbrandstof resterend radioactief afval

Authentiek : FR

Nr. I

MINISTÈRE

DES

AFFAIRES ÉTRANGÈRES

L'Ambassadeur de France

Secrétaire Général

Paris, le 29 mai 1979

Monsieur l'Ambassadeur,

J'ai l'honneur de porter à votre connaissance au nom du Gouvernement de la République Française les points suivants:

  • 1. Le Gouvernement du Royaume des Pays-Bas et le Gouvernement de la République Française ont pris acte des dispositions du contrat conclu le 20 mars 1978 entre la Compagnie Générale des Matières Nucléaires (ci-après appelée COGEMA) et la N.V. Provinciale Zeeuwse Energie Maatschappij (ci-après appelée PZEM) en vue du retraitement par la COGEMA de certaines quantités de combustibles irradiés.

  • 2. Se référant aux lettres qu'ils ont adressées à l'A.I.E.A. le 11 janvier 1978, les deux gouvernements appliqueront les directives de Londres, notamment les dispositions des paragraphes 3 (protection physique) et 10 (contrôle des retransferts) à toutes les matières nucléaires qui font l'objet dudit contrat.

  • 3. La COGEMA aura la faculté de livrer à la PZEM les déchets radioactifs résultant du retraitement des combustibles irradiés en question (ou l'équivalent desdits déchets) pourvu qu'ils aient été mis sous une forme qui permette leur transport en toute sécurité au lieu de stockage et qui permette leur stockage conformément aux règlements applicables. Aussi, le contrat précise-t-il par ailleurs que les opérations de retraitement ne commenceront qu'à partir du moment où un accord se sera fait sur les conditions du retour des déchets.

L'approbation dudit contrat par les autorités de la République Française est subordonnée à l'insertion dans ce contrat des dispositions mentionnées ci-dessus.

Le Gouvernement du Royaume des Pays-Bas s'engage auprès du Gouvernement de la République Française à ne prendre aucune initiative législative ou réglementaire qui empêcherait la COGEMA d'user de la faculté de livrer les déchets radioactifs à la société et, dans le cadre des dispositions légales s'y rapportant, à faciliter la mise en oeuvre de cette faculté.

Si les dispositions qui précèdent rencontrent l'agrément du Gouvernement néerlandais, j'ai l'honneur de proposer que la présente note et votre réponse constituent un accord entre nos deux gouvernements qui entrera en vigueur à la date à laquelle ceux-ci se seront notifié l'accomplissement des procédures constitutionnelles requises pour la mise en vigueur de l'accord.

Veuillez agréer, Monsieur l'Ambassadeur, les assurances de ma haute considération.

(s.) BRUNO DE LEUSSE

A Son Excellence M. Jonkheer J. A. de Ranitz

Ambassadeur des Pays-Bas en France

Nr. II

L'Ambassadeur

No. 8274

Paris, le 29 mai 1979

Monsieur l'Ambassadeur,

J'ai l'honneur d'accuser réception de votre lettre en date du 29 mai 1979 ainsi rédigée:

[Red: (zoals in Nr. I)]

J'ai l'honneur de vous faire savoir que les dispositions qui précèdent rencontrent l'agrément du Gouvernement néerlandais et que votre lettre et la présente réponse constituent un accord entre nos deux Gouvernements qui entrera en vigueur dans les conditions fixées par votre lettre.

Veuillez agréer, Monsieur l'Ambassadeur, les assurances de ma haute considération.

(s.) J. A. DE RANITZ

S. Exc. M. Bruno de Leusse de Syon

Ambassadeur de France

Secrétaire Général

Ministère des Affaires Etrangères

37, Quai d'Orsay

75700 Paris

Vertaling : NL

Nr. I

MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Ambassadeur van Frankrijk

Secretaris-Generaal

Parijs, 29 mei 1979

Excellentie,

Namens de Regering van de Franse Republiek heb ik de eer onderstaande punten te Uwer kennis te brengen:

  • 1. De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Franse Republiek hebben nota genomen van de bepalingen vervat in het op 20 maart 1978 tussen de Compagnie Générale des Matières Nucléaires (hierna te noemen COGEMA) en de N.V. Provinciale Zeeuwse Energie-Maatschappij (hierna te noemen PZEM) gesloten contract met het oog op de opwerking door COGEMA van bepaalde hoeveelheden bestraalde splijtstofelementen.

  • 2. Onder verwijzing naar de brieven die zij op 11 januari 1978 aan de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (I.A.E.A.) hebben gericht, passen beide regeringen de richtlijnen van Londen en in het bijzonder de bepalingen vervat in de paragrafen 3 (fysieke beveiliging) en 10 (toezicht op de terugzendingen) toe op alle nucleaire materialen die het onderwerp vormen van genoemd contract.

  • 3. COGEMA heeft het recht het radioactief afval (of het equivalent van dit afval) dat na de opwerking van de desbetreffende bestraalde splijtstofelementen overblijft naar de PZEM terug te zenden, mits het zich in een zodanige vorm bevindt dat het op volkomen veilige wijze naar de plaats van opslag kan worden vervoerd en overeenkomstig de toepasselijke voorschriften kan worden opgeslagen. Het contract bepaalt dan ook dat eerst met de werkzaamheden met betrekking tot de opwerking wordt begonnen, wanneer een akkoord is bereikt inzake de voorwaarden betreffende de terugzending van het radioactief afval.

De goedkeuring van genoemd contract door de autoriteiten van de Franse Republiek is afhankelijk van het in het contract opnemen van de hierboven genoemde bepalingen.

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden verbindt zich jegens de Regering van de Franse Republiek om geen wettelijke maatregelen en geen voorschriften uit te vaardigen die verhinderen dat COGEMA van haar bevoegdheid gebruik maakt het radioactief afval naar de maatschappij terug te zenden, en zij verbindt zich om in het kader van de desbetreffende wettelijke bepalingen de uitoefening van deze bevoegdheid te vergemakkelijken.

Indien de Nederlandse Regering met bovenvermelde bepalingen instemt, heb ik de eer U voor te stellen dat deze nota en Uw antwoord daarop een overeenkomst tussen onze beide Regeringen vormen, die in werking treedt op de dag waarop beide Regeringen elkaar zullen hebben medegedeeld dat is voldaan aan de constitutionele procedures, welke vereist zijn om de overeenkomst in werking te doen treden.

Gelieve, Excellentie, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te willen aanvaarden.

(w.g.) BRUNO DE LEUSSE

Aan Zijne Excellentie

Jonkheer J. A. de Ranitz

Ambassadeur van Nederland in Frankrijk

Nr. II

Ambassadeur

No. 8274

Parijs, 29 mei 1979

Excellentie,

Hierbij heb ik de eer de ontvangst te bevestigen van Uw brief d.d. 29 mei 1979, waarvan de inhoud als volgt luidt:

[Red: (zoals in Nr. I)]

Ik heb de eer U mede te delen dat de Nederlandse Regering met de bovenvermelde bepalingen instemt en dat Uw brief en dit antwoord een overeenkomst tussen onze beide Regeringen vormen, die in werking treedt op de in Uw brief vastgestelde voorwaarden.

Gelieve, Excellentie, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te willen aanvaarden.

(w.g.) J. A. DE RANITZ

Aan Zijne Excellentie de Heer Bruno de Leusse de Syon

Ambassadeur van Frankrijk

Secretaris-Generaal

Ministerie van Buitenlandse Zaken

Quai d'Orsay 37

75700 Parijs

Naar boven