Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering [...] van de afbakening van de gemeenschappelijke grens, Bonn, 30-10-1980

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 16-09-1981 t/m heden

Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland inzake de instandhouding van de afbakening van de gemeenschappelijke grens

Authentiek : NL

Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland inzake de instandhouding van de afbakening van de gemeenschappelijke grens

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden

en

de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland -

Gezien het Verdrag van 8 april 1960 tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland nopens het verloop van de gemeenschappelijke landgrens, de grenswateren, het grondbezit in de nabijheid van de grens, het grensoverschrijdende verkeer over land en via de binnenwateren en andere met de grens verband houdende vraagstukken (Grensverdrag), alsmede het Verdrag van 30 oktober 1980 tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake grenscorrecties (Eerste Verdrag inzake grenscorrecties),

Gelet op het feit dat de gemeenschappelijke landgrens op deze grondslag is afgebakend,

Verlangend de afbakening in stand te houden -

Zijn als volgt overeengekomen:

Artikel 1

De Overeenkomstsluitende Partijen verplichten zich ervoor te zorgen dat het verloop van de grens, zoals dit in het grenskaartwerk en in andere officiële stukken is vastgelegd, te allen tijde duidelijk herkenbaar en gewaarborgd blijft. Zij verplichten zich in het bijzonder ertoe de noodzakelijke grenstekens in overeenstemming met deze Overeenkomst in stand te houden en zo nodig te vernieuwen.

Artikel 2

  • (1) Voor zover de huidige grensstenen niet opnieuw kunnen worden gebruikt, dienen voor de afbakening in beginsel grensstenen van graniet te worden aangewend, waarbij naar gelang van de betekenis van het grenspunt en de plaatselijke omstandigheden gebruik kan worden gemaakt van:

    a) hoofdgrensstenen

    b) tussengrensstenen

    c) gewone grensstenen

    1,80 x 0,24 x 0,24 m,

    1,00 x 0,18 x 0,18 m,

    0,65 x 0,15 x 0,15 m.

  • (2) De grenspunten worden, behoudens de regeling in het vijfde lid, door het midden van de kop van de grenssteen aangeduid.

  • (3) Elke grenssteen wordt, voor zover mogelijk, ondergronds verzekerd.

  • (4) Op plaatsen waar afbakening met grensstenen niet mogelijk is in verband met de plaatselijke omstandigheden, mogen ijzeren buizen, bouten e.d. worden gebruikt.

  • (5) Indien de grens in wegen, rivieren, beken e.d. loopt, dienen op daartoe geschikte punten twee grensstenen (dubbel grensteken) te worden geplaatst (terzijde aangebrachte afbakening). Het aldus afgebakende grenspunt ligt gewoonlijk in het midden van de rechte lijn die bij elk zodanig paar de middelpunten van de beide grenstekens verbindt.

Artikel 3

  • (1) Zowel op de hoofdgrensstenen als op de tussengrensstenen worden de nummers van de grenspunten met zwarte verf op een witte ondergrond aangebracht.

  • (2) De nummers van nieuw afgebakende grenspunten worden zodanig gekozen, dat zij aansluiten bij de huidige nummering. Bij nieuwe hoofdgrensstenen en tussengrensstenen in het gebied van de deelstaat Nordrhein-Westfalen wordt het desbetreffende nummer gevolgd door de letter A, B,......., in het gebied van de deelstaat Niedersachsen door het Romeinse cijfer I, II,....... Gewone grensstenen en afbakeningen overeenkomstig artikel 2, vierde lid, krijgen de aanduiding van de voorafgaande hoofdgrenssteen of tussengrenssteen, gevolgd door het cijfer 1, 2,.......

Artikel 4

In de grens mogen voortaan geen merkstenen worden aangebracht die slechts dienen om van daaraf verlopende eigendomsgrenzen aan te duiden. Deze grenstekens dienen gewoonlijk ten minste twee meter van de grens te zijn verwijderd.

Artikel 5

  • (1) De Verdragsluitende Partijen zullen volgens een driejarig rooster, voor het eerst in 1980, de grenstekens controleren en gebreken door de bevoegde landmeetkundige autoriteiten laten herstellen.

  • (2) De werkzaamheden ingevolge het eerste lid zijn in de jaren 1980 t/m 1982 enz. de taak van de Nederlandse autoriteiten en in de jaren 1983 t/m 1985 enz. van de autoriteiten van de Bondsrepubliek Duitsland.

Artikel 6

Aan de bevoegde kadastrale autoriteiten van de andere Verdragsluitende Partij worden de resultaten van de controle en van de herstelwerkzaamheden medegedeeld. Zij dienen te worden betrokken bij het wegnemen van aanzienlijke gebreken, bv. het opnieuw of voor het eerst afbakenen van grenspunten.

Artikel 7

  • (1) Indien de duidelijke herkenbaarheid van de grens zulks vereist, dienen, ook buiten de periodieke controle en herstelwerkzaamheden aan de grenstekens, passende maatregelen ten aanzien van afbakening en opmeting te worden genomen.

  • (2) De werkzaamheden dienen door de autoriteiten te worden uitgevoerd die met de voorafgaande controle ingevolge artikel 5 waren belast.

Artikel 8

Van de werkzaamheden ingevolge de artikelen 5, 6 en 7 dient een proces-verbaal te worden opgemaakt, dat aan de bevoegde autoriteiten van de andere Verdragsluitende Partij ter kennisneming moet worden toegezonden.

Artikel 9

De in het kader van de instandhouding van de grensafbakening vervaardigde bescheiden worden in de wederzijdse desbetreffende kadastrale archieven opgeborgen.

Artikel 10

  • (1) De bevoegde autoriteiten van de Bondsrepubliek Duitsland dragen zorg voor de aanleg en de instandhouding, op daartoe geëigende plaatsen in de nabijheid van de grens, van speciale depots van grensstenen ten behoeve van de werkzaamheden tot instandhouding van de afbakening.

  • (2) De kosten van de aanschaffing van de grensstenen en van het vervoer daarvan naar de depots worden door de Regering van de Bondsrepubliek betaald en door de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden voor de helft vergoed.

Artikel 11

  • 1 Alle overige kosten van de afbakeningswerkzaamheden met inbegrip van het vervoer van de grensstenen vanuit het depot naar de grens worden door de Verdragsluitende Partij betaald die met de werkzaamheden (artikel 5, tweede lid, en artikel 7, tweede lid) is belast, en door de andere Verdragsluitende Partij voor de helft vergoed.

  • 2 De kosten van de opmetingen zijn steeds voor rekening van de Verdragsluitende Partij die ze verricht.

Artikel 12

Indien een staatsburger van een der Verdragsluitende Partijen een grensteken beschadigt of vernielt, dan draagt deze Verdragsluitende Partij, ongeacht de eventuele aansprakelijkheid van de veroorzaker van de schade of van een andere persoon, de totale kosten van het herstel of de vernieuwing. Voor zover de Verdragsluitende Partij die ingevolge de eerste volzin verplicht is de kosten te dragen, betalingen verricht voor het herstel of de vernieuwing van het grensteken, draagt de andere Verdragsluitende Partij alle vorderingen die zij op grond van de beschadiging of de vernieling van het grensteken heeft op de veroorzaker van de schade of op een andere persoon, over op de Verdragsluitende Partij die verplicht is de kosten te dragen.

Artikel 13

  • (1) De personen die met de instandhouding van de grensafbakening en met de opmeting zijn belast, zijn gerechtigd, ook met hun voertuigen en werktuigen, ongehinderd de grens te overschrijden op alle plaatsen waar hun werkzaamheden zulks noodzakelijk maken.

  • (2) De bevoegde autoriteiten van beide Partijen dienen elkaar voor de aanvang van deze werkzaamheden hiervan in kennis te stellen.

Artikel 14

Deze Overeenkomst is eveneens van toepassing op het Land Berlijn, tenzij de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland binnen drie maanden na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden mededeling van het tegendeel doet.

Artikel 15

Artikel 43 van het op 2 juli 1824 te Meppen ondertekende grensverdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Hannover en de op 8 maart 1852 tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Pruisen gewisselde verklaring inzake de regeling van het onderhoud en de vernieuwing van grenspalen op de grenzen tussen de twee staten worden met ingang van de datum waarop deze Overeenkomst in werking treedt, buiten werking gesteld.

Artikel 16

Deze Overeenkomst treedt in werking twee maanden na de dag waarop de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden aan de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland heeft medegedeeld, dat aan de constitutionele voorwaarden voor de inwerkingtreding van de Overeenkomst is voldaan.

GEDAAN te Bonn op 30 oktober 1980 in tweevoud, in de Nederlandse en de Duitse taal, waarbij beide teksten gelijkelijk authentiek zijn.

Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden

(w.g.) D. W. VAN LYNDEN

Voor de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland

(w.g.) G. VAN WELL

Naar boven