Het Wasser- und Bodenverband Straelener Veen in Straelen, vertegenwoordigd door de
voorzitter Jakob Janssen
en
het waterschap Het Maasterras vertegenwoordigd door de voorzitter B. H. Caris
gelet op hoofdstuk 4, artikel 59, lid 2 van het op 8 april 1960 tussen het Koninkrijk
der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland gesloten Grensverdrag
sluiten de volgende overeenkomst:
-
1 Het Waterschap Het Maasterras verbindt zich
-
a) het gedeelte van de waterlossing Straelener Leitgraben (Grensbeek) stroomopwaarts
vanaf de grenssteen 475, en
-
b) het gedeelte van de Lingsforterbeek vanaf de grens tot aan de molen bij kasteel Arcen
te onderhouden en steeds de kunstwerken in en aan deze gedeelten van waterlossingen,
die naar aanleiding van of in verband met de verbetering en het onderhoud van deze
beken werden aangelegd of nog zullen worden aangelegd en hun eigendom zijn, te onderhouden
en te beheren.
Het Wasser- und Bodenverband Straelener Veen verbindt zich het gedeelte van de Straelener
Leitgraben vanaf grenssteen 475 tot aan de grens (bij grenssteen 484) te onderhouden
en de kunstwerken in en aan dit gedeelte van de waterlossing, die naar aanleiding
van of in verband met de verbetering en het onderhoud van dit beekgedeelte werden
aangelegd of nog zullen worden aangelegd en haar eigendom zijn, te onderhouden en
te beheren.
Partijen verplichten zich, in hun gebied te bewerkstelligen, dat de niet door hen
te onderhouden kunstwerken in en aan de waterlossingen door de onderhoudsplichtige
derden worden onderhouden.
De voor het onderhoud van de waterlossingen maatgevende toestand wordt in een door
partijen te ondertekenen grondplan vastgelegd, welk grondplan deel uitmaakt van deze
overeenkomst. Het grondplan moet bevatten een overzichtskaart (schaal 1 : 50.000)
met een aanduiding van de stroomgebieden alsmede duidelijke dwarsprofielen.
Iedere partij is verplicht, de andere partij tijdig in kennis te stellen van haar
bekend zijnde voorgenomen dan wel door haar geconstateerde wezenlijke veranderingen
aan de waterlossingen en de kunstwerken in en aan deze waterlossingen of de waterhoeveelheden
in het stroomgebied. Wordt een zodanige verandering geconstateerd dan kan de andere
partij eisen, dat de betrokken verdragspartijen gezamenlijk ter plaatse een onderzoek
instellen naar de oorzaken van de wijziging. De artikelen 60-62 van het Grensverdrag
alsmede de voorschriften van ieders nationale recht blijven van kracht.
De partijen verbinden zich, onverminderd het geldende nationale recht, te bewerkstelligen,
dat in hun reglementen bepalingen worden opgenomen, ingevolge waarvan de oevereigenaren
langs het gedeelte van de Lingsforterbeek vanaf de grens tot aan de Zandhoekse Vonder
verplicht worden:
-
a) bij nieuwe beplantingen van bomen en struiken een afstand in acht te nemen van tenminste
2 m gerekend vanuit de bovenkant van het talud;
-
b) onderhoudswerkzaamheden - ook met machines - te dulden;
-
c) op hun oeverpercelen, voor zover zij als weide worden benut, afrasteringen aan te
brengen en te onderhouden en wel op een afstand van tenminste 1 m gerekend vanuit
de bovenkant van het talud, zodat het vee de oevers niet kan betreden.
De partijen verplichten zich, binnen het raam van hun mogelijkheden, te verhinderen,
dat maairesten in de in artikel 1, 2e lid, genoemde beekgedeelten afdrijven.
-
1 Voor het toezicht op een behoorlijk onderhoud wordt een commissie van 4 leden gevormd
(schouwcommissie), welke bestaat uit:
-
a) aan Duitse zijde
Wasser- und Bodenverband Straelener Veen, 2 vertegenwoordigers
-
b) aan Nederlandse zijde
Waterschap Het Maasterras, 2 vertegenwoordigers
Het voorzitterschap wordt jaarlijks afwisselend bekleed door een vertegenwoordiger
van de Duitse en de Nederlandse partij, te beginnen met de eerstgenoemde.
-
3 De schouwcommissie voert tenminste tweemaal per jaar schouw over de waterlossingen
en wel in de maanden juni en in oktober. In een bepaald geval kan ook een ander tijdstip
worden overeengekomen, voor wat de herfstschouw betreft geen datum na 15 november.
Ten behoeve van het vaststellen van oorzaken van gebrekkige wijze van waterafvoer
kan de schouwcommissie de schouw ook over aansluitende beekvakken in het stroomgebied
uitbreiden.
-
6 De schouwcommissie stelt van het resultaat van iedere schouw en vergadering een verslag
op, hetwelk door de leden dient te worden ondertekend. In het verslag van de schouw
dienen de voor het herstel van een behoorlijke onderhoudstoestand te treffen maatregelen
en desvereist termijnen te worden vermeld. De partijen, de toezicht houdende organen
en de leden van de schouwcommissie ontvangen een exemplaar van dit verslag.
-
2 Wanneer in de reglementen van partijen wijzigingen worden aangebracht welke van invloed
zijn op de belangen die deze overeenkomst aangaan, zowel aan Nederlandse als aan Duitse
zijde, dan dient steeds de andere partij inzake de wijziging te worden gehoord.