Overeenkomst tussen het Wasser- und Bodenverband "Itterbecker Moor" en het waterschap De Bovenvecht over het onderhoud van de Dooze, Hardenberg, 09-06-1976

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 10-10-1979 t/m heden

Overeenkomst tussen het Wasser- und Bodenverband "Itterbecker Moor" en het waterschap De Bovenvecht over het onderhoud van de Dooze

Authentiek : NL

Overeenkomst tussen het Wasser- und Bodenverband „Itterbecker Moor” en het waterschap De Bovenvecht over het onderhoud van de Dooze

Het Wasser- und Bodenverband „Itterbecker Moor” te Itterbeek, in het onderstaande „Verband” genoemd,

vertegenwoordigd door zijn voorzitter

en

het waterschap De Bovenvecht te Hardenberg, in het onderstaande „waterschap” genoemd,

vertegenwoordigd door zijn voorzitter

sluiten op grond van de wenselijkheid, de door de verbetering ontstane toestand van de Dooze in de toekomst in stand te houden en de onbelemmerde afvoer van het water in overeenstemming met de afvoercapaciteit van het dwarsprofiel na de verbetering te verzekeren, gelet op hoofdstuk 4, artikel 59 (2) van het grensverdrag tussen de Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk der Nederlanden van 8 april 1960 de volgende overeenkomst:

Artikel 1

  • 1 Deze overeenkomst betreft

    • a) het verbeterde gedeelte van de Dooze op Nederlands gebied van 0 tot 2917,

    • b) de zandvang bij grenssteen 100 op Duits gebied.

  • 2 De te onderhouden waterleiding benevens de daarin gelegen kunstwerken en de voor het onderhoud maatgevende toestand van de waterleiding, alsmede van de zandvang zijn in een uit vier (4) bladen bestaand grondplan vastgelegd, dat inclusief de eventuele toekomstige wijzigingen, onderdeel van deze overeenkomst is. De door beide zijden ondertekende bladen nrs. 1 tot en met 4 bestaan uit een overzichtskaart (schaal 1 : 50.000), een situatie van het verbeterde gedeelte van de Dooze (schaal 1 : 5.000), een lengteprofiel met dwarsprofielen van het verbeterde gedeelte van de Dooze en een situatie, lengte- en dwarsprofiel van de zandvang.

    Bijlage 10000057201.png
    Bijlage 10000057220.png
    Bijlage 10000057203.png
    Bijlage 10000057204.png
    Bijlage 10000057205.png
    Bijlage 10000057206.png

Artikel 2

  • 1 Het onderhoud van het verbeterde gedeelte van de Dooze van de Nederlands-Duitse grens stroomafwaarts over een lengte van 600 m berust bij het Verband. De buiten het boord van de waterleiding bij de afrastering gedeponeerde ruigten en specie behoeft het Verband niet te verwijderen.

  • 2 Bediening, onderhoud en ruiming van de zandvang (inclusief de daarin gelegen kunstwerken) berusten bij het Verband.

  • 3 Het onderhoud van het op het in sub 1 genoemde gedeelte aansluitende gedeelte van de waterleiding berust bij het waterschap.

  • 4 Het onderhoud van de in het grondplan aangegeven kunstwerken in het verbeterde gedeelte van de Dooze berust, voorzover in deze overeenkomst niet anders is vastgelegd, bij het waterschap.

  • 5 De stuwen in het verbeterde gedeelte van de Dooze moeten zodanig door het waterschap worden bediend dat het water aan de Nederlands-Duitse grens niet hoger dan NN + 15,90 m = NAP + 15,90 m wordt opgestuwd.

  • 6 De aan weerskanten van het verbeterde gedeelte van de Dooze geplaatste afrasteringen worden door het waterschap onderhouden. De op het door het Verband onderhouden gedeelte van de waterleiding (sub 1) betrekking hebbende kosten worden door het Verband gedragen.

Artikel 3

  • 1 Voor het toezicht op de uitvoering van het onderhoud volgens de regels wordt een commissie van twee vertegenwoordigers van het Verband en twee van het waterschap ingesteld. Het voorzitterschap berust jaarlijks afwisselend bij een vertegenwoordiger van Duitse en Nederlandse zijde, te beginnen met de eerstgenoemde.

    De toezichthoudende organen moeten worden uitgenodigd.

  • 2 Voor de werkzaamheden van de schouwcommissie gelden de regels van de Permanente Nederlands-Duitse Grenswaterencommissie, voor zover deze op de door deze commissie ingestelde subcommissie van toepassing zijn.

  • 3 De schouwcommissie schouwt de waterleidingen tenminste eenmaal per jaar in de herfst. Om de oorzaak van geconstateerde gebreken vast te stellen kan het onderzoek zich over de aansluitende waterleidingen uitstrekken.

  • 4 De schouwcommissie komt tenminste eenmaal per jaar - steeds na afloop van de herfstschouw - voor een ordelijke vergadering bijeen.

  • 5 Voor een vergadering of schouw wordt binnen een termijn van tenminste twee en ten hoogste vier weken uitgenodigd.

  • 6 De schouwcommissie beslist met meerderheid van stemmen.

  • 7 De schouwcommissie rapporteert over elke schouw of vergadering. In het schouwrapport moeten de maatregelen die nodig zijn voor het herstel van een onderhoudstoestand, zoals deze behoort te zijn, en zonodig termijnen worden vermeld. De beide zijden, de toezichthoudende organen en de leden van de schouwcommissie ontvangen een exemplaar van dit rapport.

  • 8 De leden van de commissie hebben de bevoegdheid te allen tijde de in artikel 1 genoemde wateren te bezichtigen.

  • 9 Beide zijden nemen de verplichting op zich, elkaar bij de aanschaffing van de vereiste grenspapieren voor de leden van de commissie en de aangetrokken deskundigen behulpzaam te zijn.

Artikel 4

Wijzigingen van de overeenkomst behoeven de goedkeuring van de regering van de Bondsrepubliek Duitsland en van het Koninkrijk der Nederlanden.

Artikel 5

  • 1 De overeenkomst wordt voor een periode van 25 jaar aangegaan. Wanneer de overeenkomst niet drie jaar voor het aflopen van deze periode wordt opgezegd, wordt de geldigheidsduur stilzwijgend telkens met vijf jaar verlengd.

  • 2 De opzegging dient per aangetekende brief te geschieden.

Artikel 6

Deze overeenkomst behoeft de goedkeuring van de regeringen van de Bondsrepubliek Duitsland en van het Koninkrijk der Nederlanden. Zij treedt een maand na afwikkeling van de laatstverleende goedkeuring bij die zijde in werking. Beide zijden stellen het tijdstip van de inwerkingtreding middels briefwisseling vast.

GETEKEND te Hardenberg, de 9 juni 1976 op vijf originele stukken, elk in de Duitse en Nederlandse taal, waarbij beide teksten gelijkelijk verbindend zijn.

Voor het waterschap De Bovenvecht

Voorzitter,

(w.g.) D. JONKHANS

Secretaris,

(w.g.) L. VAN PETERSEN

Voor het Wasser- en Bodenverhand „Itterbecker Moor”

Verbandsvorsteher,

(w.g.) D. J. ELBERT

Vorstandsmitglied,

(w.g.) F. WARRINK

Naar boven