Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Staat Koeweit inzake luchtdiensten, Koeweit, 07-01-1973

[Regeling vervallen per 01-10-2020.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 18-11-1976 t/m 30-09-2020

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Staat Koeweit inzake luchtdiensten

Authentiek : NL

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Staat Koeweit inzake luchtdiensten

[Regeling vervallen per 01-10-2020]

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en

De Regering van de Staat Koeweit,

hierna te noemen de Overeenkomstsluitende Partijen,

Geleid door de wens aan de ontwikkeling van luchtdiensten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Staat Koeweit bij te dragen en de internationale samenwerking op dit gebied zoveel mogelijk te bevorderen,

Geleid door de wens op deze diensten de beginselen en bepalingen van het op 7 december 1944 te Chicago voor ondertekening opengestelde Verdrag inzake de Internationale Burgerluchtvaart toe te passen,

Zijn overeengekomen als volgt:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-10-2020]

Tenzij uit de inhoud van deze Overeenkomst anders mocht blijken, wordt voor de toepassing van deze Overeenkomst verstaan onder:

  • a) „het Verdrag”: het Verdrag inzake de Internationale Burgerluchtvaart, op 7 december 1944 te Chicago voor ondertekening opengesteld, met inbegrip van alle overeenkomstig artikel 90 van het Verdrag aangenomen bijlagen en alle overeenkomstig de artikelen 90 of 94 van dat Verdrag aangenomen wijzigingen van de bijlagen of van het Verdrag;

  • b) „luchtvaartautoriteiten”: wat de Staat Koeweit betreft, de Directeur-Generaal van de Burgerluchtvaart; wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, de Directeur-Generaal van de Rijksluchtvaartdienst, of in beide gevallen, elke persoon of instelling die gemachtigd is de functies te vervullen die door de genoemde autoriteiten worden uitgeoefend;

  • c) „aangewezen luchtvaartmaatschappij”: een luchtvaartmaatschappij die een Overeenkomstsluitende Partij schriftelijk aan de andere Overeenkomstsluitende Partij overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 van deze Overeenkomst heeft aangewezen als de luchtvaartmaatschappij die de overeengekomen luchtdiensten op de overeenkomstig het eerste lid van artikel 2 van deze Overeenkomst omschreven routes gaat exploiteren;

  • d) „grondgebied”, „luchtdienst”, „internationale luchtdienst” en „landingen anders dan voor verkeersdoeleinden”: hetzelfde als in de artikelen 2 en 96 van het Verdrag;

  • e) „Tabel”: de Tabel bij deze Overeenkomst of de overeenkomstig het bepaalde in het derde lid van artikel 12 van deze Overeenkomst gewijzigde versie. De Tabel vormt een integrerend onderdeel van deze Overeenkomst en alle verwijzingen naar de Overeenkomst houden mede verwijzing in naar de Tabel, tenzij anders is bepaald.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-10-2020]

  • 1 Elke Overeenkomstsluitende Partij verleent aan de andere Overeenkomstsluitende Partij de in deze Overeenkomst omschreven rechten ten einde haar aangewezen luchtvaartmaatschappij in staat te stellen internationale luchtdiensten op de in de Tabel omschreven routes in te stellen en te exploiteren (hierna te noemen „overeengekomen diensten”, respectievelijk „omschreven routes”).

  • 2 Met inachtneming van het in deze Overeenkomst bepaalde, heeft de aangewezen luchtvaartmaatschappij van elke Overeenkomstsluitende Partij bij de exploitatie van een overeengekomen dienst op een omschreven route de volgende rechten:

    • a) om zonder te landen over het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij te vliegen;

    • b) om op dat grondgebied te landen voor andere dan verkeersdoeleinden; en

    • c) om op dat grondgebied te landen op het punt of de punten, voor die route aangegeven in de Tabel, voor het opnemen en afzetten van passagiers, post en vracht in internationaal verkeer.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-10-2020]

  • 1 De overeengekomen luchtdiensten op de overeenkomstig het eerste lid van artikel 2 van deze Overeenkomst omschreven routes, mogen op elk moment worden ingesteld, mits

    • a) de Overeenkomstsluitende Partij waaraan de in het tweede lid van artikel 2 omschreven rechten zijn verleend, schriftelijk een luchtvaartmaatschappij heeft aangewezen;

    • b) de Overeenkomstsluitende Partij die deze rechten verleent, de aangewezen luchtvaartmaatschappij vergunning heeft verleend met de luchtdiensten te beginnen.

  • 2 De Overeenkomstsluitende Partij die deze rechten verleent, dient, met inachtneming van het in het derde en vierde lid van dit artikel bepaalde, zonder onnodig uitstel de genoemde vergunning om de overeengekomen luchtdienst te exploiteren, te verlenen, mits ten aanzien van de overeengekomen diensten overeenkomstig het bepaalde in artikel 10 van deze Overeenkomst een tarief is vastgesteld.

  • 3 Van de door elke Overeenkomstsluitende Partij aangewezen luchtvaartmaatschappij kan worden verlangd dat zij ten genoege van de andere Overeenkomstsluitende Partij aantoont dat zij in staat is te voldoen aan de voorwaarden die worden gesteld door de wetten en voorschriften welke door deze Overeenkomstsluitende Partij gewoonlijk en op redelijke wijze ten aanzien van de exploitatie van internationale luchtdiensten overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag worden toegepast.

  • 4 Elk der Overeenkomstsluitende Partijen heeft het recht de uitoefening van de in artikel 2 van deze Overeenkomst genoemde rechten te onthouden aan een door de andere Overeenkomstsluitende Partij aangewezen luchtvaartmaatschappij, indien deze luchtvaartmaatschappij niet in staat is op een daartoe strekkend verzoek aan te tonen dat een aanmerkelijk deel van de eigendom van en het feitelijk toezicht op deze luchtvaartmaatschappij berusten bij de Overeenkomstsluitende Partij die de luchtvaartmaatschappij heeft aangewezen of bij onderdanen of maatschappijen van deze Overeenkomstsluitende Partij.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-10-2020]

  • 1 Elk der Overeenkomstsluitende Partijen heeft het recht de uitoefening van de in artikel 2 van deze Overeenkomst omschreven rechten door een aangewezen luchtvaartmaatschappij op te schorten of ten aanzien van de uitoefening van deze rechten door die luchtvaartmaatschappij die voorwaarden te stellen die zij noodzakelijk acht, indien de luchtvaartmaatschappij in gebreke blijft de wetten of de voorschriften van de Overeenkomstsluitende Partij die de rechten verleent, na te komen of anderszins in gebreke blijft die dienst te exploiteren in overeenstemming met de in deze Overeenkomst gestelde voorwaarden; tenzij het onmiddellijk opschorten of stellen van voorwaarden noodzakelijk wordt geacht om hernieuwde inbreuken op de wetten en voorschriften te voorkomen of in het belang is van de veiligheid der luchtvaart, wordt dit recht slechts uitgeoefend na overleg met de andere Overeenkomstsluitende Partij.

  • 2 Indien door een Overeenkomstsluitende Partij krachtens dit artikel wordt opgetreden, laat zulks de rechten van de andere Overeenkomstsluitende Partij onverlet.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-10-2020]

De kosten die op het grondgebied van elk der Overeenkomstsluitende Partijen aan luchtvaartuigen van de aangewezen luchtvaartmaatschappij van de andere Overeenkomstsluitende Partij in rekening worden gebracht voor het gebruik van luchthavens en andere luchtvaartfaciliteiten, mogen niet hoger zijn dan de kosten in rekening gebracht aan luchtvaartuigen van een nationale luchtvaartmaatschappij die soortgelijke internationale nachtdiensten uitvoert.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-10-2020]

  • 1 Luchtvaartuigen die door de door een Overeenkomstsluitende Partij aangewezen luchtvaartmaatschappij op internationale diensten worden gebruikt, alsook hun normale uitrustingsstukken, reservedelen, voorraden motorbrandstof en smeermiddelen, proviand (met inbegrip van etenswaren, dranken en tabaksartikelen) die zich aan boord bevinden van die luchtvaartuigen, zijn bij binnenkomst op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij vrijgesteld van alle douanerechten, inspectiekosten en andere rechten of heffingen, onder voorwaarde dat die uitrustingsstukken en voorraden aan boord van de luchtvaartuigen blijven totdat zij weer worden uitgevoerd.

  • 2 Voorraden motorbrandstof, smeermiddelen, reservedelen, normale uitrustingsstukken en proviand, die zijn ingevoerd op het grondgebied van de ene Overeenkomstsluitende Partij door of ten behoeve van de aangewezen luchtvaartmaatschappij van de andere Overeenkomstsluitende Partij, of die aan boord zijn genomen van de luchtvaartuigen die door deze aangewezen luchtvaartmaatschappij worden geëxploiteerd en slechts bestemd zijn voor gebruik tijdens de exploitatie van internationale diensten, zijn vrijgesteld van alle op het grondgebied van eerstgenoemde Overeenkomstsluitende Partij op te leggen nationale rechten en heffingen, met inbegrip van douanerechten en inspectiekosten, zelfs indien deze voorraden bedoeld zijn voor gebruik op het deel van de reis dat voert over het grondgebied van de Overeenkomstsluitende Partij waar zij aan boord zijn genomen. De bovengenoemde goederen kunnen op verzoek onder toezicht of controle van de douane worden gehouden.

  • 3 De normale boorduitrustingsstukken, reservedelen, proviand en voorraden motorbrandstoffen en smeermiddelen, die zich aan boord van de luchtvaartuigen van een der Overeenkomstsluitende Partijen bevinden, kunnen op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij slechts worden uitgeladen met toestemming van de douane-autoriteiten van die Partij, die kunnen eisen dat deze materialen onder hun toezicht worden gesteld totdat zij weer worden uitgevoerd of overeenkomstig de douanevoorschriften een andere bestemming hebben gekregen.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-10-2020]

Passagiers op doorreis over het grondgebied van een der Overeenkomstsluitende Partijen worden ten hoogste onderworpen aan een zeer vereenvoudigde controle. Bagage in direct transitoverkeer is vrijgesteld van douanerechten en andere soortgelijke heffingen.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-10-2020]

  • 1 De aangewezen luchtvaartmaatschappij van elk der Overeenkomstsluitende Partijen wordt op billijke wijze en gelijkelijk in de gelegenheid gesteld de luchtdiensten op elke overeenkomstig het eerste lid van artikel 2 van deze Overeenkomst omschreven route te exploiteren.

  • 2 Bij de exploitatie van de overeengekomen luchtdiensten op de overeenkomstig het eerste lid van artikel 2 van deze Overeenkomst omschreven routes, houdt de aangewezen luchtvaartmaatschappij van elk der Overeenkomstsluitende Partijen rekening met de belangen van de aangewezen luchtvaartmaatschappij van de andere Overeenkomstsluitende Partij, zodat de luchtdiensten die de laatstgenoemde luchtvaartmaatschappij op dezelfde routes of delen daarvan exploiteert, hierdoor niet op onredelijke wijze worden getroffen.

  • 3 De overeengekomen diensten die worden onderhouden door een aangewezen luchtvaartmaatschappij hebben als eerste doel de verschaffing, met inachtneming van een redelijke beladingsgraad, van capaciteit die voldoet aan de huidige en redelijkerwijs te verwachten behoefte aan vervoer van passagiers, post en vracht, afkomstig van of bestemd voor het grondgebied van de Overeenkomstsluitende Partij die de luchtvaartmaatschappij heeft aangewezen. Het recht van de aangewezen luchtvaartmaatschappij van elk der Overeenkomstsluitende Partijen om op het punt op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij internationaal vervoer aan boord te nemen of af te zetten bestemd voor, of komend uit derde landen, wordt uitgeoefend overeenkomstig het beginsel dat dit vervoer van aanvullende aard zal zijn en dat de capaciteit is afgestemd op:

    • a) de vervoersbehoeften tussen het grondgebied van de Overeenkomstsluitende Partij die de luchtvaartmaatschappij heeft aangewezen en de punten op de omschreven routes;

    • b) de vervoersbehoeften van de gebieden via dewelke de overeengekomen dienst gaat, nadat rekening is gehouden met andere vervoersdiensten die zijn ingesteld door de luchtvaartmaatschappijen van de Staten die tezamen dit gebied vormen, en

    • c) de eisen welke de exploitatie van lange afstandsdiensten stelt.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-10-2020]

  • 1 De aangewezen luchtvaartmaatschappijen doen de luchtvaartautoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen uiterlijk 30 dagen voor het begin van de exploitatie van de luchtdiensten op overeenkomstig het eerste lid van artikel 2 van deze Overeenkomst omschreven routes, mededeling van de aard van de dienst, de typen luchtvaartuigen die zullen worden gebruikt, en de vluchttabellen. Deze bepaling is eveneens van toepassing op later aan te brengen wijzigingen.

  • 2 De luchtvaartautoriteiten van elk der Overeenkomstsluitende Partijen verschaffen de luchtvaartautoriteiten van de andere Overeenkomstsluitende Partij op een daartoe strekkend verzoek die periodieke of andere statistische gegevens welke redelijkerwijze kunnen worden verlangd om te kunnen beoordelen of eventueel veranderingen dienen te worden aangebracht in de capaciteit, door de aangewezen luchtvaartmaatschappij van de eerstgenoemde Overeenkomstsluitende Partij verschaft op de overeenkomstig het eerste lid van artikel 2 van deze Overeenkomst omschreven route. Deze gegevens dienen alle inlichtingen te bevatten die nodig zijn voor het bepalen van het aantal passagiers en de hoeveelheid post en vracht die zijn vervoerd.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-10-2020]

  • 1 De tarieven voor een overeengekomen dienst moeten worden vastgesteld op een redelijk niveau, waarbij behoorlijk rekening dient te worden gehouden met alle in aanmerking komende factoren waaronder begrepen de exploitatiekosten, een redelijke winst, de kenmerken van de dienst op de verschillende routes (zoals de snelheidsnormen en de accommodatie) en de tarieven van andere luchtvaartmaatschappijen op een deel van de omschreven route. Deze tarieven zullen worden vastgesteld overeenkomstig de volgende bepalingen van dit artikel.

  • 2 De in het eerste lid van dit artikel vermelde tarieven dienen, indien mogelijk, ten aanzien van elk van de omschreven routes in overeenstemming tussen de aangewezen luchtvaartmaatschappijen te worden vastgesteld, en zo nodig in overleg met andere luchtvaartmaatschappijen die de gehele route of een gedeelte van die route exploiteren, en deze overeenstemming dient zo mogelijk te worden bereikt door gebruikmaking van de procedure ter vaststelling van tarieven van de Internationale Luchtvervoersvereniging (International Air Transport Association). De aldus vastgestelde tarieven dienen de goedkeuring te verwerven van de luchtvaartautoriteiten van beide Overeenkomstsluitende Partijen en dienen uiterlijk 30 dagen voor de voorgestelde datum waarop deze tarieven van kracht worden aan deze autoriteiten te worden voorgelegd.

  • 3 Indien de aangewezen luchtvaartmaatschappijen niet tot overeenstemming kunnen komen omtrent een of meer van deze tarieven, of indien om enige reden een tarief niet kan worden vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid van dit artikel, trachten de luchtvaartautoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen in onderling overleg het tarief vast te stellen.

  • 4 Indien de luchtvaartautoriteiten niet tot overeenstemming kunnen komen omtrent de goedkeuring van een hun volgens het tweede lid van dit artikel voorgelegd tarief of omtrent de vaststelling van een tarief volgens het derde lid, wordt de zaak overeenkomstig de bepalingen van artikel 13 van deze Overeenkomst ter beslechting aan de Overeenkomstsluitende Partijen voorgelegd.

  • 5 In afwachting van de vaststelling van de tarieven overeenkomstig het in dit artikel bepaalde, blijven de reeds geldende tarieven van kracht. Desalniettemin wordt een tarief niet verlengd krachtens dit lid met meer dan 12 maanden na de datum waarop anders het tarief zou zijn vervallen.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-10-2020]

Elk der Overeenkomstsluitende Partijen verbindt zich de andere Overeenkomstsluitende Partij het recht te verlenen tot het vrijelijk overmaken tegen de officiële wisselkoers van de netto-inkomsten op haar gebied verworven uit het vervoer van passagiers, bagage, post en vracht door de aangewezen luchtvaartmaatschappij van de andere Overeenkomstsluitende Partij. Indien het betalingsverkeer tussen de Overeenkomstsluitende Partijen door een bijzondere overeenkomst is geregeld, is die speciale Overeenkomst van toepassing.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-10-2020]

  • 1 De luchtvaartautoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen zullen zo nodig van gedachten wisselen ten einde tot nauwe samenwerking en overeenstemming te geraken in alle zaken die de toepassing van deze Overeenkomst betreffen.

  • 2 Elke Overeenkomstsluitende Partij kan te allen tijde de andere Overeenkomstsluitende Partij om overleg verzoeken ter fine van de wijziging van dit Verdrag. Dit overleg dient aan te vangen binnen een termijn van 60 dagen, te rekenen van de datum van ontvangst van een zodanig verzoek. Elke wijziging van deze Overeenkomst waartoe na zulk overleg wordt besloten, dient door elk der Overeenkomstsluitende Partijen te worden goedgekeurd overeenkomstig haar grondwettelijke procedures en treedt in werking op de datum van de uitwisseling van diplomatieke nota’s waarin deze goedkeuring is vervat.

  • 3 Indien de wijziging slechts de Tabel betreft, dient het overleg plaats te vinden tussen de luchtvaartautoriteiten van beide Overeenkomstsluitende Partijen. Indien deze autoriteiten tot overeenstemming komen over een nieuwe of gewijzigde Tabel, treden de aldus overeengekomen wijzigingen in werking zodra zij door een uitwisseling van diplomatieke nota’s zijn bevestigd.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-10-2020]

  • 1 Indien tussen de Overeenkomstsluitende Partijen een geschil ontstaat omtrent de uitlegging of toepassing van deze Overeenkomst, trachten de Overeenkomstsluitende Partijen in de eerste plaats dit geschil te regelen door onderling overleg.

  • 2 Indien de Overeenkomstsluitende Partijen er niet in slagen binnen 60 dagen door overleg een regeling te treffen, leggen zij het geschil ter beslissing voor aan een scheidsgerecht. Het scheidsgerecht zal als volgt zijn samengesteld:

    • a) elke Overeenkomstsluitende Partij benoemt een scheidsman; indien een Overeenkomstsluitende Partij nalaat haar scheidsman te benoemen, wordt deze scheidsman door de President van de raad van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie op verzoek van de andere Overeenkomstsluitende Partij benoemd;

    • b) de derde scheidsman, die een onderdaan dient te zijn van een derde Staat en het scheidsgerecht zal voorzitten, wordt benoemd

      • i) hetzij ingevolge overeenstemming tussen de beide overeeng lid 2 a) van dit artikel benoemde scheidsmannen;

      • ii) hetzij, indien deze beide scheidsmannen niet binnen 60 dagen tot overeenstemming komen, ingevolge een benoeming door de President van de Raad van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie, gedaan op verzoek van een der Overeenkomstsluitende Partijen.

  • 3 Het scheidsgerecht neemt zijn beslissingen bij meerderheid van stemmen. Deze beslissingen zijn voor beide Overeenkomstsluitende Partijen bindend. Elk der Overeenkomstsluitende Partijen draagt zowel de kosten van haar eigen scheidsman, alsook die van haar vertegenwoordiging in de scheidsrechterlijke procedures; de kosten van de Voorzitter en alle overige kosten worden gelijkelijk door de Overeenkomstsluitende Partijen gedragen. Ten aanzien van alle andere zaken stelt het scheidsgerecht zijn eigen procedureregels vast.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-10-2020]

Indien een door de Overeenkomstsluitende Partijen aanvaard algemeen multilateraal verdrag of aanvaarde algemene multilaterale overeenkomst inzake luchtvervoer in werking treedt, genieten de bepalingen van een zodanig verdrag of een zodanige overeenkomst voorrang. Elke bespreking ten einde te bepalen in hoeverre de huidige Overeenkomst is beëindigd, vervangen, gewijzigd of aangevuld door de bepalingen van het multilaterale verdrag of de multilaterale overeenkomst, dient te geschieden overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid van artikel 12 van deze Overeenkomst.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-10-2020]

Elk der Overeenkomstsluitende Partijen kan te allen tijde de andere Overeenkomstsluitende Partij mededelen dat zij besloten heeft deze Overeenkomst te beëindigen. Een afschrift van de mededeling dient tegelijkertijd te worden gezonden aan de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie. Indien deze mededeling is gedaan, loopt deze Overeenkomst af 12 maanden na de datum van ontvangst door de andere Overeenkomstsluitende Partij van de mededeling waarin de opzegging is vervat, tenzij de desbetreffende mededeling in overleg tussen de Overeenkomstsluitende Partijen voor het einde van deze termijn wordt ingetrokken. Indien de andere Overeenkomstsluitende Partij nalaat de ontvangst te bevestigen, wordt de mededeling geacht te zijn ontvangen 14 dagen na de datum van ontvangst van het afschrift daarvan door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-10-2020]

Deze Overeenkomst, de Tabel en iedere wijziging zullen bij de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie worden geregistreerd.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 01-10-2020]

  • 1 Deze Overeenkomst dient door elke Overeenkomstsluitende Partij te worden goedgekeurd overeenkomstig haar grondwettelijke procedure en treedt in werking op de dag van de uitwisseling van de diplomatieke nota's die deze goedkeuring bevestigen.

  • 2 Ten aanzien van het Koninkrijk der Nederlanden is deze Overeenkomst slechts van toepassing op het grondgebied van het Rijk in Europa.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gemachtigd door hun onderscheiden Regeringen, deze Overeenkomst hebben ondertekend op de zevende januari 1973, te Koeweit, in twee originelen elk in de Nederlandse, Arabische en Engelse taal zijnde deze teksten gelijkelijk gezaghebbend. Bij een geschil betreffende de betekenis of uitlegging van enige zinsnede in deze Overeenkomst is de Engelse tekst doorslaggevend.

Voor het Koninkrijk der Nederlanden,

(w.g.) D. M. SCHORER

D. M. Schorer

Tijdelijk Zaakgelastigde.

Voor de Staat Koeweit,

(w.g.) A. A. AL-SAMHAN

Abdullah Ahmad Al-Samhan

Directeur-generaal van de Burgerluchtvaart.

TABEL

[Regeling vervallen per 01-10-2020]

  • I. Routes te exploiteren door de door het Koninkrijk der Nederlanden aangewezen luchtvaartmaatschappij:

    Punten in Nederland - twee willekeurige tussenliggende punten in Europa met inbegrip van Turkije - Koeweit - bestemmingen verder gelegen dan Pakistan of India.

  • II. Routes te exploiteren door de door de Staat Koeweit aangewezen luchtvaartmaatschappij:

    Koeweit - drie willekeurige tussenliggende punten, waarvan er twee in Europa zijn gelegen - Amsterdam - verder gelegen bestemmingen.

Noten:

  • a) Op de routes, hierboven beschreven, mogen gelijktijdig verschillende diensten worden geëxploiteerd via verschillende tussenliggende punten.

  • b) Punten op de omschreven routes mogen naar keuze van de aangewezen luchtvaartmaatschappij(en) op een of alle vluchten worden overgeslagen.

Naar boven