14.764.
Nota-verbaal
De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden heeft de eer aan het Ministerie van
Buitenlandse Zaken van de Bondsrepubliek Duitsland de ontvangst te bevestigen van
zijn Nota-verbaal 510-V3-81.SA 47 van 1 maart 1973, waarvan de inhoud in Nederlandse
vertaling als volgt luidt:
„Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de eer de Ambassade van het Koninkrijk
der Nederlanden, onder verwijzing naar artikel 1, lid 5, van de overeenkomst van 30
mei 1958 tussen de Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk der Nederlanden nopens
de samenvoeging van de grenscontrole en de instelling van gemeenschappelijke spoorwegstations
of van grensaflosstations aan de Duits-Nederlandse grens, mede te delen, dat de Regering
van de Bondsrepubliek Duitsland kennis heeft genomen van het schrijven van de Bondsminister
van Economische Zaken en Financiën van 27 oktober 1972, F/IIIB 2 - Z 1108 (Nie) -66/72,
en van het schrijven van de Nederlandse Staatssecretaris van Financiën van 8 november
1972, B72/25853, waarbij in overeenstemming met artikel 1, lid 4, sub a van de overeenkomst,
de volgende regeling wordt getroffen.
Op de autoweg van Emmerich naar Doetinchem aan de rondweg bij 's-Heerenberg worden
de Duitse en Nederlandse grenscontrole op Nederlands gebied samengevoegd.
De zones in de zin van artikel 3 van de overeenkomst omvatten:
-
1. de voor de uitvoering van de grenscontrole benodigde dienstvertrekken en installaties,
-
2. een gedeelte van de autoweg - tweebaansweg in beide richtingen - van de gemeenschappelijke
grens tot op een afstand van 360 meter, gemeten in de richting Doetinchem vanaf het
snijpunt der gemeenschappelijke grens met de middellijn van de weg.
Deze regeling wordt overeenkomstig artikel 1, lid 5, van de overeenkomst bevestigd
en in werking gesteld. Het tijdstip van het in werking treden wordt in de diplomatieke
nota's vastgelegd.
Deze regeling kan te allen tijde langs diplomatieke weg worden opgezegd. Zij treedt
zes maanden na opzegging buiten werking.
De Regering van de Bondsrepubliek Duitsland gaat ervan uit dat bovenstaande regeling
overeenkomstig artikel 1, lid 5, van de overeenkomst van 30 mei 1958 wordt bevestigd
door deze Nota-verbaal en de antwoord-nota van de Ambassade van het Koninkrijk der
Nederlanden, en dat deze regeling op 1 maart 1973 in werking treedt.”
De Ambassade heeft de eer het Ministerie van Buitenlandse Zaken mede te delen, dat
de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden ermede instemt dat de nota-verbaal
van het Ministerie en deze antwoord-nota de in artikel 1, lid 5, van de overeenkomst
bedoelde bevestiging vormen van de hierboven aangehaalde briefwisseling tussen de
Bondsminister van Economische Zaken en Financiën en de Nederlandse Staatssecretaris
van Financiën en dat deze regeling op 1 maart 1973 in werking treedt.
De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik
het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Bondrepubliek Duitsland haar bijzondere
hoogachting te betuigen.
Bonn, 1 maart 1973.
Aan het Ministerie van
Buitenlandse Zaken van de
Bondsrepubliek Duitsland
Bonn