De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Cyprus,
hierna te noemen „de Overeenkomstsluitende Partijen”,
Geleid door de wens, in het belang van hun economische betrekkingen, het goederenvervoer
over de weg tussen hun beide landen en het transitovervoer over hun grondgebied te
bevorderen;
Besloten hebbende een Overeenkomst te sluiten ten einde bestaande faciliteiten te
bevestigen en verdere faciliteiten te scheppen;
Zijn overeengekomen als volgt:
Elk der Overeenkomstsluitende Partijen staat vervoerders die op het grondgebied van
de andere Overeenkomstsluitende Partij zijn gevestigd en die zijn gemachtigd internationaal
goederenvervoer over de weg uit te voeren overeenkomstig de wetten en voorschriften
van de andere Overeenkomstsluitende Partij, toe zonder bijzondere vergunningen goederen
te vervoeren:
Niets in deze Overeenkomst wordt geacht vervoerders die op het grondgebied van een
der Overeenkomstsluitende Partijen zijn gevestigd, toe te staan goederen te vervoeren
die zijn geladen op enige plaats op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende
Partij naar enige andere plaats op hetzelfde grondgebied.
Tenzij in deze Overeenkomst anders is bepaald, dienen vervoerders die op het grondgebied
van een der Overeenkomstsluitende Partijen zijn gevestigd, de wetten en voorschriften
van de andere Overeenkomstsluitende Partij na te leven.
In geval van overtreding van de bepalingen van deze Overeenkomst door een vervoerder
die op het grondgebied van een der Overeenkomstsluitende Partijen is gevestigd, kan
de Overeenkomstsluitende Partij op wier grondgebied de overtreding plaatsvond, hiervan
kennisgeven aan de andere Overeenkomstsluitende Partij, die de maatregelen neemt waarin
haar wetten en voorschriften voorzien.
Indien voertuigen van vervoerders, gevestigd op het grondgebied van een der Overeenkomstsluitende
Partijen, worden gebruikt voor internationaal vervoer krachtens de bepalingen van
deze Overeenkomst, zijn zij vrijgesteld van belastingen en heffingen op het rijden
met of het bezit van die voertuigen, alsmede van bijzondere belastingen of heffingen
op vervoerswerkzaamheden op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij.
-
1 De brandstof die zich in de normale reservoirs van de in artikel 5 genoemde voertuigen
bevindt, alsmede de voor deze voertuigen bestemde smeeroliën en onderdelen, zijn bij
het binnenkomen op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij zonder
enige invoerbeperking vrijgesteld van alle rechten, belastingen en heffingen.
Indien het gewicht of de afmetingen van een voertuig of combinatie van voertuigen,
geregistreerd op het grondgebied van een der Overeenkomstsluitende Partijen en gebruikt
voor internationaal vervoer krachtens de bepalingen van deze Overeenkomst, het toelaatbare
maximum op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij overschrijdt,
is een bijzondere vergunning vereist van de bevoegde autoriteit van die Overeenkomstsluitende
Partij.
De bepalingen van deze Overeenkomst zijn eveneens van toepassing op het eigen vervoer
van goederen.