AMBASSADE VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN
No. 5494
Note verbale
De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden heeft de eer het Ministerie van Buitenlandse
Zaken de ontvangst te bevestigen van zijn Note verbale no. 510-511.13/1 NLD van 29
mei 1979, waarvan de tekst in het Nederlands luidt als volgt:
„Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de eer de Ambassade van het Koninkrijk
der Nederlanden, onder verwijzing naar artikel 1, vijfde lid, van de Overeenkomst
van 30 mei 1958 tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland
nopens de samenvoeging van de grenscontrole en de instelling van gemeenschappelijke
spoorwegstations of van grensaflosstations aan de Nederlands-Duitse grens, mede te
delen dat de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland kennis heeft genomen van het
schrijven van de Bondsminister van Financiën van 29-11-’78 - IIIB 8 - Z1108 (Nie)
- 39/78 en van het schrijven van de Nederlandse Minister van Financiën van 15-1-’79
- 278/23952 waarbij overeenkomstig artikel 1, vierde lid, letter b) van de Overeenkomst
de volgende regeling wordt getroffen:
In punt II (1) van de regeling van 15 augustus/14 september 1961 over de samenvoeging
van de grenscontrole op stations en in treinen gedurende de reis wordt de opsomming
van de stations „Kleef-Kranenburg-Nijmegen” vervangen door: „Kleef-Kranenburg-Nijmegen-Arnhem”.
Deze regeling wordt overeenkomstig artikel 1, vijfde lid, van de Overeenkomst bevestigd
en in werking gesteld. Het tijdstip van het in werking treden wordt vastgelegd in
diplomatieke nota's.
Deze regeling kan te allen tijde langs diplomatieke weg worden opgezegd. Zij treedt
6 maanden na opzegging buiten werking.
De Regering van de Bondsrepubliek Duitsland gaat ervan uit dat de bovenstaande regeling
overeenkomstig artikel 1, vijfde lid, van de Overeenkomst van 30 mei 1958 wordt bevestigd
door deze Note verbale en de antwoordnota van de Ambassade van het Koninkrijk der
Nederlanden en dat de regeling op 1 juni 1979 in werking treedt.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken maakt tevens van deze gelegenheid gebruik, de
Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden opnieuw te verzekeren van haar bijzondere
hoogachting.”
De Ambassade heeft de eer het Ministerie van Buitenlandse Zaken mede te delen dat
de Nederlandse Regering ermede instemt dat de Note verbale van het Ministerie van
Buitenlandse Zaken en deze antwoordnota de ingevolge artikel 1, vijfde lid, van genoemde
Overeenkomst voorziene bevestiging van de hierboven weergegeven briefwisseling tussen
de Bondsminister van Financiën en de Nederlandse Minister van Financiën vormen en
dat deze regeling op 1 juni 1979 in werking treedt.
De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik,
het Ministerie van Buitenlandse Zaken opnieuw te verzekeren van haar bijzondere hoogachting.
Bonn, 29 mei 1979
An das Auswärtige Amt
5300 BONN-1