Notawisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering [...] op stations en in treinen op het traject Kleef-Arnhem, Bonn, 29-05-1979

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-06-1979 t/m heden

Notawisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland inzake de samenvoeging van de grenscontrole op stations en in treinen op het traject Kleef-Arnhem

Authentiek : NL

Nr. LXXXI

AUSWÄRTIGES AMT

510-511.13/1 NLD

Verbalnote

Das Auswärtige Amt beehrt sich, der Königlich Niederländischen Botschaft unter Bezugnahme auf Artikel 1 Absatz 5 des Abkommens vom 30. Mai 1958 zwischen der Bundesrepublik Deutschland und dem Königreich der Niederlande über die Zusammenlegung der Grenzabfertigung und über die Einrichtung von Gemeinschafts- oder Betriebswechselbahnhöfen an der deutsch-niederländischen Grenze mitzuteilen, dass die Regierung der Bundesrepublik Deutschland das Schreiben des Bundesministers der Finanzen vom 29. November 1978 - III B 8-Z 1108 (Nie)-39/78 - und das Schreiben des Ministers der Finanzen des Königreichs der Niederlande vom 15. Januar 1979 - 278 - 23952 - zur Kenntnis genommen hat, durch welche gemäss Artikel 1 Absatz 4 Buchstabe b des Abkommens folgende Vereinbarung getroffen wird:

I.

In Abschnitt II Absatz 1 der Vereinbarung vom 15. August/14. September 1961 über die Zusammenlegung der Grenzabfertigung in Bahnhöfen und in Zügen während der Fahrt wird die Aufzählung der Bahnhöfe „Kleve-Kranenburg-Nimwegen” ersetzt durch „Kleve-Kranenburg-Nimwegen-Arnheim”.

II.

Diese Vereinbarung wird gemäss Artikel 1 Absatz 5 des Abkommens bestätigt und in Kraft gesetzt. Der Zeitpunkt des Inkrafttretens wird in diplomatischen Noten festgelegt.

III.

Diese Vereinbarung kann jederzeit auf diplomatischem Wege gekündigt werden. Sie tritt 6 Monate nach ihrer Kündigung ausser Kraft.

Die Regierung der Bundesrepublik Deutschland geht davon aus, dass vorstehende Vereinbarung gemäss Artikel 1 Absatz 5 des Abkommens vom 30. Mai 1958 durch diese Verbalnote sowie die Antwortnote der Königlich Niederländischen Botschaft bestätigt wird und dass die Vereinbarung am 1. Juni 1979 in Kraft treten wird.

Das Auswärtige Amt benutzt diesen Anlass, die Königlich Niederländische Botschaft erneut seiner ausgezeichneten Hochachtung zu versichern.

Bonn, den 29. Mai 1979

An die

Königlich Niederländische

Botschaft

Nr. LXXXII

AMBASSADE VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

No. 5494

Note verbale

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden heeft de eer het Ministerie van Buitenlandse Zaken de ontvangst te bevestigen van zijn Note verbale no. 510-511.13/1 NLD van 29 mei 1979, waarvan de tekst in het Nederlands luidt als volgt:

„Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de eer de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden, onder verwijzing naar artikel 1, vijfde lid, van de Overeenkomst van 30 mei 1958 tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland nopens de samenvoeging van de grenscontrole en de instelling van gemeenschappelijke spoorwegstations of van grensaflosstations aan de Nederlands-Duitse grens, mede te delen dat de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland kennis heeft genomen van het schrijven van de Bondsminister van Financiën van 29-11-’78 - IIIB 8 - Z1108 (Nie) - 39/78 en van het schrijven van de Nederlandse Minister van Financiën van 15-1-’79 - 278/23952 waarbij overeenkomstig artikel 1, vierde lid, letter b) van de Overeenkomst de volgende regeling wordt getroffen:

I.

In punt II (1) van de regeling van 15 augustus/14 september 1961 over de samenvoeging van de grenscontrole op stations en in treinen gedurende de reis wordt de opsomming van de stations „Kleef-Kranenburg-Nijmegen” vervangen door: „Kleef-Kranenburg-Nijmegen-Arnhem”.

II.

Deze regeling wordt overeenkomstig artikel 1, vijfde lid, van de Overeenkomst bevestigd en in werking gesteld. Het tijdstip van het in werking treden wordt vastgelegd in diplomatieke nota's.

III.

Deze regeling kan te allen tijde langs diplomatieke weg worden opgezegd. Zij treedt 6 maanden na opzegging buiten werking.

De Regering van de Bondsrepubliek Duitsland gaat ervan uit dat de bovenstaande regeling overeenkomstig artikel 1, vijfde lid, van de Overeenkomst van 30 mei 1958 wordt bevestigd door deze Note verbale en de antwoordnota van de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden en dat de regeling op 1 juni 1979 in werking treedt.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken maakt tevens van deze gelegenheid gebruik, de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden opnieuw te verzekeren van haar bijzondere hoogachting.”

De Ambassade heeft de eer het Ministerie van Buitenlandse Zaken mede te delen dat de Nederlandse Regering ermede instemt dat de Note verbale van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en deze antwoordnota de ingevolge artikel 1, vijfde lid, van genoemde Overeenkomst voorziene bevestiging van de hierboven weergegeven briefwisseling tussen de Bondsminister van Financiën en de Nederlandse Minister van Financiën vormen en dat deze regeling op 1 juni 1979 in werking treedt.

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik, het Ministerie van Buitenlandse Zaken opnieuw te verzekeren van haar bijzondere hoogachting.

Bonn, 29 mei 1979

An das Auswärtige Amt

5300 BONN-1

Naar boven