Overeenkomst inzake het onderhoud van de Rode Beek, de Grensgraaf, de vroegere Rigolbach en de Ruisscherbeek, Tüddern, 12-09-1975

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 06-04-1995 t/m heden

Overeenkomst inzake het onderhoud van de Rode Beek, de Grensgraaf, de vroegere Rigolbach en de Ruisscherbeek

Authentiek : NL

Overeenkomst inzake het onderhoud van de Rode Beek, de Grensgraaf, de vroegere Rigolbach en de Ruisscherbeek

Het Rodebachverband te Tüddern, verder aangeduid als „Rodebachverband”, vertegenwoordigd door de voorzitter van het Verband Gemeindedirektor Laumen

en

Het waterschap van de Geleen- en Molenbeek met zijtakken te Sittard, verder aangeduid als „Waterschap” vertegenwoordigd door de voorzitter Mr. H. J. A. Prickartz

sluiten, gelet op hoofdstuk 4, artikel 59, van het op 8 april 1960 tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland gesloten Grensverdrag, de volgende overeenkomst:

Artikel 1

De partijen verplichten zich de Rode Beek, de Grensgraaf, de vroegere Rigolbach en de Ruisscherbeek voor wat betreft de op de bijgevoegde overzichtskaart aangeduide beekvakken te onderhouden. De overzichtskaart maakt deel uit van deze overeenkomst (bijlage 1).

Artikel 2

  • 1 Het onderhoud omvat:

    • a. het schoonhouden en instandhouden van de bodem en van de taluds alsmede het instandhouden en ontwikkelen van gunstige omstandigheden in de watergang ten aanzien van natuurontwikkeling.

    • b. het instandhouden van kunstwerken in en aan de watergangen voor zover die werken vallen onder de bevoegdheid van Partijen.

  • 2 De noodzakelijke omvang van de onderhoudswerkzaamheden wordt bij de jaarlijkse gemeenschappelijke schouw over de watergangen vastgelegd.

  • 3 Afvoerobstakels, welke tot schade aan de waterbodem, de taluds en de kunstwerken, dan wel tot ongewenste wijzigingen van het beekverloop, kunnen leiden, dienen onverwijld door de onderhoudsplichtigen te worden opgeruimd.

Artikel 3

  • 1 Voor de beekvakken, die geheel op Duits of geheel op Nederlands gebied zijn gelegen, is telkens alleen die partij onderhoudsplichtig in wiens gebied het betreffende beekvak is gelegen.

  • 2 Voor de op de overzichtskaart aangegeven grensscheidende beekvakken is onderhoudsplichtig:

    • a) van punt A als aangegeven op de overzichtskaart tot punt B het Rodebachverband;

    • b) van punt B als aangegeven op de overzichtskaart tot punt C tot het tijdstip van de opheffing van de molenstuw bij punt B het Rodebachverband voor wat betreft de taluds en het waterschap voor wat betreft de beekbodem, na de opheffing van deze molenstuw het Rodebachverband;

    • c) van punt F als aangegeven op de overzichtskaart tot punt H het waterschap;

    • d) van punt K als aangegeven op de overzichtskaart tot punt L het waterschap.

  • 3 De partijen streven naar opheffing van de molenstuw bij punt B. Zij dragen ieder voor de helft de kosten van het afkopen van de stuwrechten en het opruimen van de stuwwerken.

  • 4 Het waterschap dient de sluizen in de bovenmond van de afslag van de Rode Beek naar de Vloedgraaf bij punt B te bedienen en te onderhouden.

Artikel 4

  • 1 Voor het toezicht op het onderhoud van de in artikel 1 genoemde beekvakken wordt een schouwcommissie van vier leden gevormd. Zij bestaat uit een vertegenwoordiger van ieder der partijen en van hun toezichthoudende organen. De leden zijn bevoegd zich te laten vertegenwoordigen. Het voorzitterschap wordt jaarlijks afwisselend bekleed door de vertegenwoordiger van het Nederlandse en van het Duitse toezichthoudend orgaan, te beginnen met de eerstgenoemde.

  • 2 Op de werkzaamheden van de schouwcommissie is van toepassing het reglement van orde van de Permanente Nederlands-Duitse Grenswaterencommissie, voor zover dit reglement geldt voor de door deze commissie ingestelde subcommissies.

  • 3 De schouwcommissie voert tenminste eenmaal per jaar schouw over de watergangen. Ten behoeve van het vaststellen van onvoldoende waterafvoer kan de schouw ook over aansluitende beekvakken worden uitgebreid.

  • 4 De schouwcommissie komt tenminste eenmaal per jaar na afloop van de jaarlijkse schouw in gewone vergadering bijeen.

  • 5 Een uitnodiging voor een schouw of voor een vergadering moet tenminste twee weken en ten hoogste vier weken van te voren worden toegezonden.

  • 6 De schouwcommissie besluit met meerderheid van stemmen.

  • 7 De schouwcommissie stelt een verslag op van iedere schouw of vergadering. In het verslag van de schouw dienen de voor het herstel van een behoorlijke onderhoudstoestand te treffen maatregelen en desvereist termijnen te worden vermeld. De partijen, de toezichthoudende organen en de leden van de schouwcommissie ontvangen een exemplaar van dit verslag.

  • 8 De commissieleden zijn bevoegd te allen tijde de in artikel 1 genoemde beekvakken te bezichtigen.

  • 9 De partijen verbinden zich elkaar behulpzaam te zijn bij het verkrijgen van de vereiste grensbescheiden voor de leden van de schouwcommissie en de deskundigen, die hen terzijde staan.

Artikel 5

Wijzigingen in de overeenkomst behoeven de goedkeuring van de regeringen van het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland.

Artikel 6

  • 1 De overeenkomst wordt gesloten voor de tijdsduur van tien jaren. Wordt zij niet drie jaren voor de expiratiedatum opgezegd, dan wordt zij geacht stilzwijgend te zijn verlengd met telkens tien jaren.

  • 2 De opzegging dient te geschieden bij aangetekend schrijven.

Artikel 7

Deze Overeenkomst behoeft de goedkeuring van de regeringen van het Koninkrijk der Nederlanden en van de Bondsrepubliek Duitsland. Beide partijen berichten elkaar wederzijds schriftelijk over de vereiste goedkeuring. De overeenkomst wordt één maand na ontvangst van de laatste mededeling over de verleende goedkeuring van kracht. Beide Partijen stellen haar regeringen onverwijld schriftelijk op de hoogte van het inwerkingtreden van de Overeenkomst.

Opgemaakt te Tüddern, de 12e september 1975

in vier exemplaren, elk in de Nederlandse en Duitse taal, waarbij beide teksten gelijkelijk bindend zijn.

Voor het waterschap van de Geleen- en Molenbeek met zijtakken:

(w.g.) H. J. A. PRICKARTZ

Voor het Rodebachverband:

(w.g.) LAUMEN

Aanhangsel met betrekking tot de overeenkomst inzake het onderhoud van de Rode Beek, de Grensgraaf, de vroegere Rigolbach en de Ruisscherbeek, tussen het Rodebachverband te Tüddern en het waterschap van de Geleen- en Molenbeek met zijtakken te Sittard

De ondergetekenden,

het Waterschap van de Geleen- en Molenbeek met zijtakken te Sittard (Nederland),

de Kreis Heinsberg als rechtsopvolger van het voormalige Kreiskommunalverband Geilenkirchen-Heinsberg te Geilenkirchen (Duitsland)

en het Rodebachverband in Tüddern, gemeente Selfkant, Kreis Heinsberg (Duitsland)

verklaren, dat met het van kracht worden van de „Overeenkomst inzake het onderhoud van de Rode Beek, de Grensgraaf, de vroegere Rigolbach en de Ruisscherbeek”, die op grond van hoofdstuk 4, artikel 59 van het Grensverdrag van 8 april 1960 tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland werd gesloten, alle tot nu toe bestaande onderhoudsovereenkomsten voor de Rode Beek en haar zijbeken, in het bijzonder de „Overeenkomst van 20 april 1944 tussen het Kreiskommunalverband Geilenkirchen-Heinsberg (Duitsland) en het waterschap van de Geleen- en Molenbeek met zijtakken te Sittard (Nederland)”, inhoudsloos zijn geworden.

Sittard, de 12e september 1975

Voor het waterschap van de Geleen- en Molenbeek met zijtakken:

(w.g.) H. J. A. PRICKARTZ

Tüddern, de 12e september 1975

Voor het Rodebachverband:

(w.g.) LAUMEN

Geilenkirchen, de 12e september 1975

Voor de Kreis Heinsberg:

(w.g.) ESSER

Naar boven