Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering [...] hebbende op brug E-39 over de Maas en het Julianakanaal, 's-Gravenhage, 24-04-1980

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 20-10-1982 t/m heden

Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Koninkrijk België betrekking hebbende op brug E-39 over de Maas en het Julianakanaal

Authentiek : NL

Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Koninkrijk België betrekking hebbende op brug E-39 over de Maas en het Julianakanaal

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, en de Regering van het Koninkrijk België,

Gezien de op 31 augustus 1973 te Maastricht tussen de Staat der Nederlanden en de Belgische Intercommunale Vereniging voor de autosnelweg E-39 te Hasselt gesloten Overeenkomst voor het bouwen en in stand houden van een brug E-39 over de Maas en het Julianakanaal onder Gemeenten Stein, Elslee en Beersem, (hierna te noemen: „de brug”)

Wensende de jurisdictie op en het onderhoud en beheer van de brug te regelen,

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1

Met het oog op de uitoefening van de nationale jurisdictie op en het beheer van de brug wordt de grenslijn tussen Nederland en België op de brug geacht te lopen volgens de loodlijn, opgericht op de lengteas van de brug in het snijpunt van deze as met de dalweg van de Maas volgens de gemeenschappelijke meting van Partijen van 19 augustus 1970, zoals op de bij deze Overeenkomst behorende kaart is aangegeven, alsmede in onderlinge overeenstemming tussen Partijen op de brug zelf zal worden gemarkeerd.

Artikel 2

De nationale jurisdictie van ieder der Partijen strekt zich op de brug uit tot de in Artikel 1 vastgestelde grenslijn.

Artikel 3

Beide Partijen dragen zorg voor het beheer van de brug ieder op het in Artikel 1 vastgestelde deel daarvan.

Artikel 4

  • 1 De Nederlandse Regering neemt het onderhoud van de brug, met uitzondering van de verlichting daarvan, op zich.

  • 2 De Belgische Regering neemt de exploitatie en het onderhoud van de verlichting van de brug op zich.

Artikel 5

De kosten verbonden aan het onderhoud van de brug, daarbij inbegrepen de kosten van de verlichting, komen voor 76,37% ten laste van Nederland en voor 23,63% ten laste van België.

Artikel 6

De in Artikel 5 bedoelde kosten van onderhoud van de brug en van de verlichting daarvan worden respectievelijk door Nederland en door België voorgeschoten en voor zoveel nodig door hen rechtstreeks aan derden voldaan.

Artikel 7

Beide Partijen doen elkaar jaarlijks een declaratie toekomen voor het in Artikel 5 bedoelde aandeel van de andere Partij in de in dat jaar gemaakte kosten voor het onderhoud van de brug en van de verlichting daarvan.

Artikel 8

Beide Partijen verplichten zich tot betaling binnen twee maanden na indiening door de andere Partij van de in Artikel 7 bedoelde declaratie.

Artikel 9

  • 1 Indien een der Partijen bezwaar maakt tegen in een declaratie voorkomende bedragen, stelt zij de andere Partij hiervan vóór het verstrijken van de in Artikel 8 genoemde termijn in kennis. In dat geval zal terzake zo spoedig mogelijk overleg worden gepleegd.

  • 2 Partijen zijn gehouden de in dit overleg vastgestelde bedragen te betalen zo spoedig mogelijk na het bereiken van overeenstemming daarover.

  • 3 Ten aanzien van de bedragen waartegen niet tijdig bezwaren zijn kenbaar gemaakt, is het bepaalde in Artikel 8 onverminderd van toepassing.

Artikel 10

  • 1 Wanneer een der Partijen de in Artikel 8 bedoelde termijn overschrijdt, is zij voor de duur van de overschrijding een enkelvoudige rentevergoeding verschuldigd, berekend tegen 8% per jaar.

  • 2 Ten aanzien van de bedragen waartegen overeenkomstig Artikel 9, eerste lid, bezwaar is gemaakt, wordt deze rentevergoeding over de in het daarbedoelde overleg vastgestelde bedragen eveneens voor de duur van de overschrijding van de in Artikel 8 bedoelde termijn na indiening van de oorspronkelijke declaratie berekend.

Artikel 11

Deze Overeenkomst treedt in werking een maand na de datum waarop de Partijen elkaar schriftelijk hebben medegedeeld dat aan de in hun landen geldende grondwettelijke voorschriften terzake is voldaan.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gemachtigd, deze Overeenkomst hebben ondertekend.

GEDAAN te 's-Gravenhage, op 24 April 1980, in de Nederlandse en de Franse taal, in twee exemplaren, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.

Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden:

(w.g.) C. A. VAN DER KLAAUW

Voor de Regering van het Koninkrijk België:

(w.g.) J. LODEWIJCK

Naar boven