1. Verzoek om voorlegging van een zaak voor arbitrage
Een verzoek uit hoofde van artikel 25, vijfde lid, van het Verdrag (het „verzoek om arbitrage”) om voorlegging voor arbitrage van onopgeloste kwesties
voortvloeiend uit een onderlinge overlegprocedure wordt schriftelijk gedaan en gezonden
aan de bevoegde autoriteit bedoeld in artikel 25, eerste lid. Het verzoek bevat voldoende gegevens ter aanduiding van de zaak. Binnen 10 dagen
na ontvangst van het verzoek zendt de bevoegde autoriteit die het heeft ontvangen
een afschrift van het verzoek en de begeleidende verklaringen toe aan de andere bevoegde
autoriteit.
2. Termijn voor voorlegging van een zaak voor arbitrage
Een verzoek om arbitrage kan na twee jaar na de datum waarop een zaak ingevolge artikel 25, eerste lid, is voorgelegd aan de bevoegde autoriteit van een verdragsluitende staat slechts
worden ingediend indien het ook is voorgelegd aan de bevoegde autoriteit van de andere
staat. Daartoe wordt een zaak slechts geacht aan de bevoegde autoriteit van de andere
staat te zijn voorgelegd indien de volgende gegevens naar behoren zijn overgelegd:
-
a. de volledige namen en adressen van de partijen waarop de onderlinge overlegprocedure
betrekking heeft, tezamen met de gegevens van het belastingkantoor en de fiscale referentiegegevens
(bijv. de fiscale nummers);
-
b. het (de) desbetreffende belastingtijdvak(ken);
-
c. de aard en de datum van de maatregel(en) die ertoe heeft (hebben) geleid dat de belastingheffing
niet in overeenstemming is met het Verdrag; en
-
d. eventuele specifieke aanvullende informatie waar de bevoegde autoriteit binnen twee
maanden na de ontvangst van het verzoek van de belastingbetaler om vraagt.
Binnen drie maanden nadat het verzoek om arbitrage door beide bevoegde autoriteiten
is ontvangen, komen de bevoegde autoriteiten overeen welke kwesties door de arbitrage-instantie
moeten worden opgelost en delen deze schriftelijk mede aan de persoon die het verzoek
om arbitrage heeft ingediend. Dit zijn de „terms of reference” voor de zaak. Niettegenstaande de volgende paragrafen van deze overeenkomst, kunnen
de bevoegde autoriteiten in de terms of reference ook procedureregels opnemen die de regels in deze paragrafen aanvullen of ervan afwijken
en indien nodig, andere aangelegenheden betreffen.
4. Uitblijven van mededeling van de terms of reference
Indien de terms of reference niet binnen de termijn bedoeld in de voorgaande paragraaf 3 zijn medegedeeld aan de persoon die het verzoek om arbitrage heeft ingediend, kunnen
die persoon en elke bevoegde autoriteit binnen een maand na afloop van die termijn
elkaar schriftelijk een lijst van de door arbitrage op te lossen kwesties toezenden.
Alle gedurende die termijn aldus toegezonden lijsten vormen de voorlopige terms of reference. Binnen een maand nadat alle arbiters zijn benoemd als voorzien in paragraaf 5 hierna, zenden de arbiters de bevoegde autoriteiten en de persoon die het verzoek
om arbitrage heeft ingediend een op basis van de aldus toegezonden lijsten herziene
versie van de voorlopige terms of reference toe. Binnen een maand nadat zij beide de herziene versie hebben ontvangen, kunnen
de bevoegde autoriteiten andere terms of reference overeenkomen en deze schriftelijk toezenden aan de arbiters en de persoon die het
verzoek om arbitrage heeft ingediend. Indien zij dat binnen die termijn doen, vormen
deze andere terms of reference de terms of reference voor de zaak. Indien de bevoegde autoriteiten binnen die termijn geen andere terms of reference overeenkomen en toezenden, vormt de herziene versie van de voorlopige terms of reference opgesteld door de arbiters de terms of reference voor de zaak.
Binnen drie maanden nadat de terms of reference door de persoon die het verzoek om arbitrage heeft ingediend zijn ontvangen, of,
indien paragraaf 4 van toepassing is, binnen vier maanden nadat het verzoek om arbitrage is ontvangen
door beide bevoegde autoriteiten, benoemen de bevoegde autoriteiten elk een arbiter.
Binnen twee maanden nadat de laatste benoeming heeft plaatsgevonden, benoemen de aldus
benoemde arbiters een derde arbiter die als voorzitter zal optreden. Indien een benoeming
niet binnen de vereiste termijn geschiedt, wordt (worden) de ontbrekende arbiter(s)
binnen tien dagen na ontvangst van een verzoek daartoe door de persoon die het verzoek
om arbitrage heeft ingediend benoemd door de directeur van het OECD Centre for Tax Policy and Administration. Dezelfde procedure is met de noodzakelijke aanpassingen van toepassing indien het
na aanvang van de arbitrageprocedure noodzakelijk blijkt een arbiter te vervangen,
ongeacht de redenen daarvoor. De wijze van beloning is gelijk aan de methode gehanteerd
in de Gedragscode bij het EG-arbitrageverdrag.
6. Gestroomlijnde arbitrageprocedure
Indien de bevoegde autoriteiten dat aangeven in de terms of reference (op voorwaarde dat deze niet zijn overeengekomen na de aanwijzing van de arbiters
ingevolge paragraaf 4 hierboven), zijn onverminderd de paragrafen 5, 11, 15, 16 en 17 van deze overeenkomst de volgende regels van toepassing:
-
a. binnen een maand na ontvangst van de terms of reference door de persoon die het verzoek om arbitrage heeft ingediend, benoemen de twee bevoegde
autoriteiten met wederzijdse instemming een arbiter. Indien na afloop van die termijn
geen arbiter is benoemd, wordt de arbiter binnen 10 dagen na ontvangst van een verzoek
daartoe van de persoon die het in paragraaf 1 bedoelde verzoek heeft ingediend benoemd door de directeur van het OECD Centre for Tax Policy and Administration.
De beloning van de arbiter is gelijk aan de methode gehanteerd in de Gedragscode bij
het EG-arbitrageverdrag.
-
b. Binnen twee maanden na de benoeming van de arbiter dient elke bevoegde autoriteit
schriftelijk haar eigen antwoord op de in de terms of reference vervatte vragen in bij de arbiter.
-
c. Binnen een maand na ontvangst van het laatste van de antwoorden van de bevoegde autoriteiten
beslist de arbiter over elke vraag vervat in de terms of reference overeenkomstig een van de twee antwoorden ontvangen van de bevoegde autoriteiten
naar aanleiding van die vraag en stelt de bevoegde autoriteiten in kennis van de keuze,
tezamen met een korte toelichting op die keuze. De uitspraken worden ten uitvoer gelegd
zoals voorzien in paragraaf 19.
7. Voorwaarden voor en benoeming van arbiters
Een ieder, met inbegrip van ambtenaren van een verdragsluitende staat, kan worden
benoemd als arbiter, tenzij die persoon in eerdere fasen betrokken is geweest bij
de zaak die aanleiding is voor de arbitrageprocedure. Een arbiter wordt geacht te
zijn benoemd wanneer een brief ter bevestiging van die benoeming is ondertekend door
zowel de persoon of personen die bevoegd is of zijn tot benoeming van die arbiter
als door de arbiter zelf.
8. Verstrekking van informatie en vertrouwelijkheid
Uitsluitend voor de toepassing van de bepalingen van de artikelen 25 en 26 en van de nationale wetgeving van de verdragsluitende staten inzake de verzending
en vertrouwelijkheid van de informatie betreffende de zaak die tot de arbitrageprocedure
leidt, wordt elke arbiter benoemd als gevolmachtigd vertegenwoordiger van de bevoegde
autoriteit die die arbiter heeft benoemd of, indien die arbiter niet uitsluitend door
een bevoegde autoriteit is benoemd, van de bevoegde autoriteit van de verdragsluitende
staat waaraan de zaak die tot de arbitrageprocedure leidt oorspronkelijk was voorgelegd.
Voor de toepassing van deze overeenkomst, indien een zaak die leidt tot arbitrage
tegelijkertijd was voorgelegd aan beide bevoegde autoriteiten, wordt onder „de bevoegde
autoriteit van de verdragsluitende staat waaraan de zaak die tot de arbitrageprocedure
leidt oorspronkelijk was voorgelegd” verstaan de bevoegde autoriteit bedoeld in artikel 25, eerste lid.
9. Verzuim tijdig informatie te verstrekken
Niettegenstaande de paragrafen 5 en 6, indien beide bevoegde autoriteiten overeenkomen dat het verzuim een kwestie binnen
de in artikel 25, vijfde lid, voorziene termijn van twee jaar op te lossen vooral te wijten is aan het nalaten
van een persoon die rechtstreeks wordt getroffen door de zaak tijdig relevante informatie
te verstrekken, kunnen de bevoegde autoriteiten de benoeming van de arbiter uitstellen
gedurende een tijdvak dat overeenkomt met de vertraging bij het verstrekken van die
informatie.
10. Regels omtrent procedure en bewijsvoering
Met inachtneming van dit akkoord en de terms of reference nemen de arbiters de regels omtrent procedure en bewijsvoering aan die zij nodig
achten ter beantwoording van de vragen vervat in de terms of reference. Zij hebben toegang tot alle informatie, met inbegrip van vertrouwelijke informatie,
die nodig is om over de voor arbitrage voorgelegde kwesties te beslissen. Tenzij de
bevoegde autoriteiten anders overeenkomen, wordt informatie die niet aan beide bevoegde
autoriteiten ter beschikking stond voordat het verzoek om arbitrage door beide was
ontvangen niet in aanmerking genomen ten behoeve van de uitspraak.
11. Deelname door de persoon die om de arbitrage heeft verzocht
De persoon die het verzoek om arbitrage heeft ingediend kan zijn standpunt, hetzij
rechtstreeks, hetzij via zijn vertegenwoordigers, op dezelfde wijze schriftelijk voorleggen
aan de arbiters als bij de regeling voor onderling overleg. Daarnaast kan deze persoon
met toestemming van de arbiters zijn standpunt tijdens de arbitrageprocedure mondeling
presenteren.
12. Logistieke maatregelen
Tenzij anders overeengekomen door de bevoegde autoriteiten, is de bevoegde autoriteit
waaraan de zaak die tot de arbitrage leidt oorspronkelijk was voorgelegd verantwoordelijk
voor de logistieke maatregelen voor de bijeenkomsten van de arbiters en stelt zij
het nodige administratieve personeel voor de uitvoering van het arbitrageproces ter
beschikking. Het aldus ter beschikking gestelde personeel rapporteert over elke daarmee
verband houdende aangelegenheid uitsluitend aan de voorzitter van de arbiters.
Tenzij anders overeengekomen door de bevoegde autoriteiten:
-
a. draagt elke bevoegde autoriteit en de persoon die om de arbitrage heeft verzocht de
kosten die verband houden met haar of zijn deelname aan de arbitrageprocedure (met
inbegrip van reiskosten en kosten die verband houden met de voorbereiding en presentatie
van haar of zijn standpunten);
-
b. draagt elke bevoegde autoriteit de kosten van de beloning van de uitsluitend door
die bevoegde autoriteit benoemde arbiter, of, indien die bevoegde autoriteit verzuimd
heeft een arbiter te benoemen, de door de directeur van het OECD Centre for Tax Policy and Administration benoemde arbiter, alsmede de door die arbiter gemaakte reis- en telecommunicatiekosten
en secretariële kosten;
-
c. worden de beloning van de andere arbiters en hun reis- en telecommunicatiekosten en
secretariële kosten gelijkelijk gedragen door de twee verdragsluitende staten;
-
d. worden kosten die verband houden met de vergaderingen van de arbiters en met het administratief
personeel dat nodig is voor de uitvoering van de arbitrageprocedure gelijkelijk verdeeld;
en
-
e. worden alle overige kosten (met inbegrip van vertaalkosten en van het vastleggen van
de procedure) die verband houden met kosten waarover beide bevoegde autoriteiten overeenstemming
hebben bereikt, gelijkelijk gedragen door beide verdragsluitende staten.
14. Toepasselijke rechtsbeginselen
De arbiters beslissen over de kwesties die voor arbitrage zijn voorgelegd in overeenstemming
met de van toepassing zijnde bepalingen van het Verdrag en, onder voorbehoud van deze bepalingen, met die van het nationale recht van de
verdragsluitende staten. Over kwesties omtrent verdragsinterpretatie beslissen de
arbiters in het licht van de interpretatiebeginselen vervat in de artikelen 31 tot
en met 34 van het Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht, waarbij de commentaren
van het OESO-modelverdrag inzake belastingen, als van tijd tot tijd gewijzigd, zoals
uitgelegd in paragrafen 28 tot en met 36.1 van de inleiding tot het OESO-modelverdrag
inzake belastingen in aanmerking worden genomen. Over kwesties omtrent de toepassing
van het „arm’s length”-beginsel dient op vergelijkbare wijze te worden besloten, daarbij de „OECD Transfer Pricing Guidelines for Multinational Enterprises and Tax Administrations” (OESO-richtlijnen voor verrekenprijzen voor multinationale ondernemingen en belastingdiensten)
in aanmerking nemend. De arbiters bestuderen ook eventuele andere bronnen die de bevoegde
autoriteiten uitdrukkelijk kunnen noemen in de terms of reference.
Indien meer dan een arbiter is benoemd, wordt de uitspraak genomen bij een eenvoudige
meerderheid van de arbiters. Tenzij anders voorzien in de terms of reference, wordt de uitspraak van de arbiters schriftelijk gegeven, waarbij de rechtsbronnen
die aan de uitspraak ten grondslag liggen alsmede de motivering worden vermeld. Na
toestemming van de persoon die om de arbitrage heeft verzocht en van beide bevoegde
autoriteiten, mag de uitspraak in geredigeerde vorm worden gepubliceerd zonder de
namen van de betrokken partijen en zonder gegevens waarmee hun identiteit zou kunnen
worden herleid en met dien verstande dat de uitspraak geen formele precedentwerking
heeft.
16. Termijn voor mededelen van de arbitrale uitspraak
De arbitrale uitspraak moet binnen zes maanden nadat de voorzitter de bevoegde autoriteiten
en de persoon die het verzoek om arbitrage heeft ingediend er schriftelijk van in
kennis heeft gesteld dat hij alle informatie heeft ontvangen die nodig is om met de
behandeling van de zaak aan te vangen, worden medegedeeld aan de bevoegde autoriteiten
en de persoon die het verzoek om arbitrage heeft ingediend. Indien, niettegenstaande
de eerste helft van deze paragraaf, de voorzitter op enig tijdstip binnen twee maanden
na de datum waarop de laatste arbiter is benoemd met instemming van een van de bevoegde
autoriteiten de andere bevoegde autoriteit en de persoon die het verzoek om arbitrage
heeft ingediend ervan in kennis stelt dat hij niet alle informatie heeft ontvangen
die nodig is om met de behandeling van de zaak aan te vangen,
-
a. en de voorzitter de nodige informatie ontvangt binnen twee maanden na de datum waarop
die kennisgeving is verzonden, dient de arbitrale uitspraak aan de bevoegde autoriteiten
en de persoon die het verzoek om arbitrage heeft ingediend te worden medegedeeld binnen
zes maanden na de datum waarop de informatie door de voorzitter is ontvangen,
-
b. en de voorzitter de nodige informatie niet heeft ontvangen binnen twee maanden na
de datum waarop die kennisgeving is verzonden, dient de arbitrale uitspraak, tenzij
de bevoegde autoriteiten anders overeenkomen, te worden gedaan zonder die informatie,
ook wanneer de voorzitter deze later ontvangt, en dient de uitspraak aan de bevoegde
autoriteiten en de persoon die het verzoek om arbitrage heeft ingediend te worden
medegedeeld binnen acht maanden na de datum waarop de kennisgeving is verzonden.
17. Verzuim de uitspraak binnen de vereiste termijn mede te delen
Indien de uitspraak niet binnen de in paragrafen 6c of 16 voorziene termijn aan de bevoegde autoriteiten is medegedeeld, kunnen de bevoegde
autoriteiten overeenkomen die termijn te verlengen met een tijdvak van ten hoogste
zes maanden, of, indien zij zulks nalaten binnen een maand na afloop van de termijn
voorzien in paragrafen 6c of 16, zij benoemen in overeenstemming met paragraaf 5 een of meer nieuwe arbiters, al naar gelang van het geval.
18. Definitieve uitspraak
De arbitrale uitspraak is definitief, tenzij de rechters van een van de verdragsluitende
staten de uitspraak niet uitvoerbaar achten in verband met een schending van artikel 25, vijfde lid, of van een procedureregel vervat in de terms of reference of in dit akkoord die redelijkerwijs van toepassing had kunnen zijn op de uitspraak.
Indien een uitspraak op een van deze gronden onuitvoerbaar wordt geacht, wordt het
verzoek om arbitrage geacht niet te zijn gedaan en wordt de arbitrageprocedure geacht
niet hebben plaatsgevonden (tenzij voor de toepassing van paragraaf 8 „Verstrekking van informatie en vertrouwelijkheid” en 13 „Kosten”).
19. Tenuitvoerlegging van de arbitrale uitspraak
De bevoegde autoriteiten leggen de arbitrale uitspraak binnen zes maanden na mededeling
aan hen van de uitspraak ten uitvoer door middel van een onderlinge overeenkomst over
de zaak die tot de arbitrage heeft geleid.
20. Indien geen arbitrale uitspraak wordt gedaan
Indien, niettegenstaande paragrafen 6, 15, 16 en 17, op enig tijdstip nadat een verzoek om arbitrage is ingediend en voordat de arbiters
een uitspraak aan de bevoegde autoriteiten en de persoon die het verzoek arbitrage
heeft ingediend hebben doen toekomen, de bevoegde autoriteiten de arbiters en die
persoon er schriftelijk van in kennis stellen dat zij alle onopgeloste kwesties omschreven
in de terms of reference hebben opgelost, wordt de zaak beschouwd als opgelost krachtens de onderlinge overlegprocedure
en wordt geen arbitrale uitspraak gedaan.