Het Koninkrijk der Nederlanden en de Volksrepubliek Bulgarije,
De wens koesterend de culturele samenwerking tussen beide landen te bevorderen,
Overwegende dat het gunstig zou zijn een algemeen kader te scheppen waarbinnen die
culturele samenwerking kan worden verwezenlijkt,
Zijn derhalve overeengekomen als volgt:
Ten einde de samenwerking tussen de beide landen op het gebied van wetenschap en onderwijs
te bevorderen, verbinden de Overeenkomstsluitende Partijen er zich met name toe op
basis van wederkerigheid:
-
a. de uitwisseling van en contacten tussen hoogleraren, andere geleerden en studenten,
alsmede de samenwerking tussen de universiteiten en andere instellingen van wetenschap
te bevorderen;
-
b. op overeenkomstige wijze de samenwerking te bevorderen tussen deskundigen en instellingen
op het gebied van het voortgezet onderwijs, waaronder begrepen het technisch onderwijs
en het kunstonderwijs;
-
c. studiebeurzen te verstrekken, ten einde onderdanen van het andere land in de gelegenheid
te stellen aan hun instellingen van wetenschap en onderwijs te studeren of de onderscheiden
landen voor studiedoeleinden te bezoeken.
Ten einde in hun onderscheiden landen een betere kennis van de cultuur van het andere
land te bevorderen, moedigen de Overeenkomstsluitende Partijen de uitwisseling aan
van bezoeken en andere contacten tussen persoonlijkheden uit het culturele leven.
De Overeenkomstsluitende Partijen stellen een gemengde commissie in, die tot taak
heeft ter uitvoering van de artikelen I en II aan de beide Regeringen een programma
van activiteiten, telkens voor een periode van ten minste twee jaar, aan te bevelen.
Elke Overeenkomstsluitende Partij maakt via de normale diplomatieke kanalen aan de
andere Partij haar beslissingen kenbaar ten aanzien van de aanbevelingen en suggesties
van de gemengde commissie.
De gemengde commissie komt in beginsel eenmaal in de twee jaar bijeen, beurtelings
in Nederland en in Bulgarije.
De onderscheiden diplomatieke vertegenwoordigers van elk der Overeenkomstsluitende
Partijen worden uitgenodigd de bijeenkomsten van de commissie bij te wonen.
De bijeenkomsten worden voorgezeten door een vertegenwoordiger van het land waar zij
worden gehouden.
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, geldt deze Overeenkomst voor het Rijk
in Europa.
De Overeenkomst dient te worden bekrachtigd en de akten van bekrachtiging zullen te
's-Gravenhage worden uitgewisseld.
De Overeenkomst treedt in werking op de datum waarop de akten van bekrachtiging worden
uitgewisseld.
Deze Overeenkomst blijft van kracht voor een tijdvak van vijf jaar. Indien zij niet
zes maanden voor de datum van beëindiging is opgezegd, wordt zij stilzwijgend verlengd,
met dien verstande dat elk van de Overeenkomstsluitende Partijen zich in dat geval
het recht voorbehoudt haar op ieder tijdstip op te zeggen met inachtneming van een
opzeggingstermijn van zes maanden.