Voor de toepassing van de bepalingen van deze Bijlage dient onder de volgende uitdrukkingen
te worden verstaan:
-
Werkelijke tijd van aankomst (ATA). De datum en het tijdstip waarop een schip in een haven afmeert, hetzij door voor
anker te gaan of ligplaats te nemen langs een kade.
-
Werkelijke tijd van vertrek (ATD). De datum en het tijdstip waarop een schip vertrekt van een locatie in een haven,
hetzij vanaf de locatie waar het voor anker is gegaan of de ligplaats langs een kade.
-
Voor de afvaart ontdekte verstekeling. Een persoon die zich verborgen houdt op een schip, of in lading die vervolgens aan
boord van een schip wordt geladen, zonder de toestemming van de reder of de gezagvoerder
of enige andere verantwoordelijke persoon, en die wordt ontdekt aan boord van het
schip voordat het de haven verlaat.
-
Waarmerken. Vaststellen en verifiëren van een opgegeven identiteit van de informatieverstrekker
of verifiëren dat het (de) uitgewisselde bericht(en) echt is (zijn).
-
Lading. Alle goederen, waren, koopmansgoederen en artikelen van welke aard ook die per schip
worden vervoerd, niet zijnde poststukken, scheepsvoorraad, scheepsreserveonderdelen,
scheepsuitrustingsstukken, ladingvervoerseenheden die niet worden vervoerd op grond
van een vervoersovereenkomst met een verzender, persoonlijke eigendommen van de bemanning
en reisbagage van de passagiers.
-
Ladingvervoerseenheid (CTU). Een vrachtcontainer, wissellaadbak, voertuig, spoorvoertuig of soortgelijke eenheid.
-
Douaneafhandeling. Vervullen van de douaneformaliteiten en andere formaliteiten die noodzakelijk zijn
om:
-
a. goederen in te kunnen voeren, uit te kunnen voeren of onder een andere douaneregeling
te kunnen plaatsen (zogeheten in- en uitklaring),
-
b. personen toe te staan het grondgebied van een staat binnen te komen, of
-
c. een schip toe te staan een haven op het grondgebied van een staat binnen te varen
of uit te varen.
-
Persoonlijke eigendommen van de bemanning. Kleding, persoonlijke artikelen voor dagelijks gebruik en alle andere artikelen,
waaronder begrepen geldmiddelen, die het eigendom van de bemanning zijn en zich aan
boord van het schip bevinden.
-
Bemanningslid. Iedere persoon die aan boord van een schip tijdens een reis is belast met werkzaamheden
op enigerlei wijze verband houdend met het schip en die voorkomt op de bemanningslijst.
-
Cruiseschip. Een schip dat een internationale reis maakt en passagiers vervoert die aan boord
verblijven teneinde georganiseerde tijdelijke toeristische uitstapjes te maken in
een of meer havens, en dat gedurende de reis in de regel:
-
Verklaring. Informatie die elektronisch, of in uitzonderlijke omstandigheden niet-elektronisch,
wordt verstrekt om te voldoen aan de rapportagevereisten in overeenstemming met norm
2.1.
-
Verwachte tijd van aankomst (ETA). De datum en het tijdstip waarop een schip verwacht aan te komen bij een specifieke
geografische positie, bijvoorbeeld een haven, een ankerplaats of een gebied waar de
loods aan boord kan komen in de nabijheid van een haven.
-
Verwachte tijd van vertrek (ETD). De datum en het tijdstip waarop een schip verwacht te vertrekken van een specifieke
geografische positie, bijvoorbeeld een haven of een ankerplaats in de nabijheid van
een haven.
-
Vrachtcontainer. Een hulpmiddel bij het vervoer dat van permanente aard is en daarom sterk genoeg
voor herhaald gebruik; speciaal ontworpen om het vervoer van goederen door een of
meer middelen van vervoer, zonder tussentijds opnieuw laden, te vergemakkelijken;
ontworpen om vastgezet te worden en/of gemakkelijk te worden behandeld, en daartoe
voorzien van inrichtingen, en goedgekeurd in overeenstemming met de internationale
overeenkomst voor veilige containers (CSC), 1972, zoals gewijzigd. Onder het begrip
„vrachtcontainer” wordt noch een voertuig noch een verpakking verstaan; een vrachtcontainer
geplaatst op een onderstel valt echter wel onder de uitdrukking.
-
Manifest. Samenvatting van diverse gegevens van de vrachtbrieven en andere vervoersdocumenten
die zijn afgegeven voor het vervoer van goederen aan boord van schepen.
-
Gezagvoerder. Degene die het bevel voert over een schip.
-
Passagier op doorreis. Een passagier die per schip uit het buitenland arriveert met het doel zijn of haar
reis per schip of ander vervoermiddel voort te zetten naar een ander land.
-
Door de passagiers meegenomen bagage. Eigendommen, waaronder geldmiddelen kunnen zijn begrepen, die voor een passagier
met hetzelfde schip worden vervoerd als waarmee de passagier zelf wordt vervoerd,
ongeacht of zij al dan niet onder zijn of haar persoonlijke berusting zijn, voor zover
deze niet worden vervoerd op grond van een vervoersovereenkomst of een andere soortgelijke
overeenkomst.
-
Haven. Elk(e) haven, terminal/voorziening, offshore-terminal, schip, scheepswerf of rede
die respectievelijk dat in de regel wordt gebruikt voor het laden en lossen van lading,
inscheping en ontscheping van passagiers, repareren en voor anker liggen van schepen,
of enige andere plaats die een schip kan aandoen.
-
Poststukken. Briefpost en postpakketten als beschreven in de Akten van de Wereldpostunie die op
dit moment van kracht zijn, die worden aangeboden om door een schip te worden vervoerd
teneinde te worden verzonden door de aangewezen aanbieder van het land van herkomst
en bestemd om te worden afgeleverd aan de aangewezen aanbieder van het land van bestemming
in de aanloophavens van het schip.
-
Openbaar gezag. De organen of functionarissen in een Staat die verantwoordelijk zijn voor het toepassen
en doen naleven van de wetten en voorschriften van die Staat, voor zover deze betrekking
hebben op enig aspect van de normen en aanbevolen werkwijzen als vervat in deze Bijlage.
-
Gereglementeerd artikel. Plant, dierlijk product, voedselproduct of plantaardig product, opslagplaats, verpakking,
transportmiddel, container, bodem en elk ander organisme, voorwerp of materiaal dat
plagen of ziekten kan bevatten of verspreiden, waarvoor sanitaire of fytosanitaire
maatregelen nodig worden geacht, met name wanneer het gaat om internationaal vervoer
over zee.
-
Vrijgave. Door de douaneautoriteiten verrichte handelingen om goederen die in- of uitgeklaard
zijn ter beschikking van de betrokken personen te stellen.
-
Veiligheidsmaatregelen. Maatregelen ontwikkeld en geïmplementeerd in overeenstemming met internationale overeenkomsten
en nationale regelgeving ter verbetering van de veiligheid aan boord van schepen,
in en om havens en havenfaciliteiten en van goederen in de internationale logistieke
keten ter opsporing en voorkoming van wederrechtelijke gedragingen.
-
Scheepsagent. De partij die de reder en/of bevrachter (de opdrachtgever) vertegenwoordigt in de
haven. Indien hij daartoe opdracht krijgt is de agent ten behoeve van de opdrachtgever
verantwoordelijk voor het, in samenspraak met de haven, regelen van een ligplaats
aan de kade, alle relevante havendiensten en overige praktische zaken, het voldoen
aan de behoeften van de gezagvoerder en bemanning, het inklaren van het schip in de
haven en bij de andere autoriteiten (met inbegrip van het voorbereiden en indienen
van de juiste documenten) en het vrijgeven of in ontvangst nemen van lading namens
de opdrachtgever.
-
Reder. De eigenaar van het schip of elke andere organisatie of persoon zoals de beheerder
of de rompbevrachter die is belast met de verantwoordelijkheid voor de exploitatie
van het schip, alsmede elke persoon, niet zijnde de scheepsagent, die handelt namens
hem.
-
Scheepsdocumenten. Certificaten en overige documenten, ook in elektronische vorm, die de gezagvoerder
dient te overleggen teneinde aan te tonen dat het schip aan de internationale of nationale
regelgeving voldoet.
-
Scheepsuitrustingsstukken. Artikelen, niet zijnde tot het schip behorende reserveonderdelen, die zich aan boord
van het schip bevinden om daar te worden gebruikt, voor zover deze verplaatsbaar zijn,
doch niet verbruikt kunnen worden, daaronder begrepen voorwerpen zoals reddingsboten,
reddingsmiddelen, meubelen, scheepstuigage en dergelijke.
-
Scheepsreserveonderdelen. Artikelen voor reparatie of vervanging, bestemd om deel te gaan uitmaken van het
schip waarmee zij worden vervoerd.
-
Scheepsvoorraad. Goederen bestemd om te worden gebruikt aan boord van een schip, waaronder begrepen
verbruiksgoederen, goederen die worden vervoerd met de bedoeling deze te verkopen
aan passagiers en bemanningsleden, brandstof en smeermiddelen, met uitsluiting evenwel
van scheepsuitrustingsstukken en scheepsreserveonderdelen.
-
Verzender. De partij die op het cognossement of de vrachtbrief als verzender staat vermeld en/of
die een vervoersovereenkomst met een vervoerder sluit (of in wier naam of namens wie
een vervoersovereenkomst is gesloten). De verzender wordt ook wel verscheper genoemd.
-
Walverlof. Toestemming aan een bemanningslid om gedurende het verblijf van het schip in een
haven aan wal te gaan. Het openbaar gezag kan besluiten hieraan indien van toepassing
geografische of tijdsbeperkingen te stellen.
-
Eén loket. Een omgeving die het mogelijk maakt de gestandaardiseerde en geharmoniseerde informatie
en verklaringen bij één punt in te dienen of te verstrekken, doorgaans langs elektronische
weg.
-
Verstekeling. Een persoon die zich verborgen houdt op een schip, of in lading die vervolgens aan
boord van een schip wordt geladen, zonder de toestemming van de reder of de gezagvoerder
of enige andere verantwoordelijke persoon, en die wordt ontdekt aan boord van het
schip nadat het de haven heeft verlaten, of in de lading terwijl deze wordt gelost
in de haven van aankomst.
-
Tijdelijke invoer. De douaneregeling ingevolge welke bepaalde goederen in een douanegebied kunnen worden
binnengebracht met volledige of gedeeltelijke voorwaardelijke ontheffing van de invoerrechten
en -heffingen en zonder toepassing van invoerverboden of -beperkingen van economische
aard; dergelijke goederen moeten worden ingevoerd voor een specifiek doel en moeten
bestemd zijn om binnen een bepaalde termijn weder te worden uitgevoerd zonder enige
wijziging te hebben ondergaan, behoudens de normale waardedaling als gevolg van het
gebruik dat ervan wordt gemaakt.
-
Vervoersdocument. Informatie waaruit blijkt dat er een vervoersovereenkomst bestaat tussen een reder
en een verzender, zoals een zeevrachtbrief, een cognossement of een document voor
gecombineerd vervoer.