Protocol bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen [...] Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie, Brussel, 19-11-2008

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-04-2009 t/m heden

Protocol bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds, om rekening te houden met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie

Authentiek : NL

Protocol bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds, om rekening te houden met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie

Het Koninkrijk België,

de Republiek Bulgarije,

de Tsjechische Republiek,

het Koninkrijk Denemarken,

de Bondsrepubliek Duitsland,

de Republiek Estland,

Ierland,

de Helleense Republiek,

het Koninkrijk Spanje,

de Franse Republiek,

de Italiaanse Republiek,

de Republiek Cyprus,

de Republiek Letland,

de Republiek Litouwen,

het Groothertogdom Luxemburg,

de Republiek Hongarije,

Malta,

het Koninkrijk der Nederlanden,

de Republiek Oostenrijk,

de Republiek Polen,

de Portugese Republiek,

Roemenië,

de Republiek Slovenië,

de Slowaakse Republiek,

de Republiek Finland,

het Koninkrijk Zweden,

het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,

hierna „de lidstaten” genoemd, vertegenwoordigd door de Raad van de Europese Unie,

en van

De Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

hierna „de Gemeenschappen” genoemd, vertegenwoordigd door de Raad van de Europese Unie en de Commissie,

enerzijds, en

de Republiek Albanië, anderzijds,

Gelet op artikel 6, lid 2 van de Toetredingsakte,

Overwegende hetgeen volgt:

Zijn het volgende overeengekomen:

AFDELING I. OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN

Artikel 1

De Republiek Bulgarije en Roemenië worden partij bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds, die op 12 juni 2006 in Luxemburg is ondertekend, en dienen, op dezelfde wijze als de andere lidstaten, de tekst van de overeenkomst en die van de gemeenschappelijke verklaringen en de unilaterale verklaringen die aan de op diezelfde datum ondertekende slotakte zijn gehecht, goed te keuren dan wel er nota van te nemen.

AANPASSINGEN VAN DE TEKST VAN DE SAO EN DE BIJLAGEN EN PROTOCOLLEN DAARBIJ

AFDELING II. INDUSTRIEPRODUCTEN

Artikel 2

[Red: Wijzigt de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds; Luxemburg, 12 juni 2006.]

AFDELING III. LANDBOUWPRODUCTEN

Artikel 3. Landbouwproducten in strikte zin

  • 1 [Red: Wijzigt de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds; Luxemburg, 12 juni 2006.]

  • 2 [Red: Wijzigt de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds; Luxemburg, 12 juni 2006.]

  • 3 [Red: Wijzigt de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds; Luxemburg, 12 juni 2006.]

Artikel 4. Visserijproducten

[Red: Wijzigt de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds; Luxemburg, 12 juni 2006.]

Artikel 5. Verwerkte landbouwproducten

[Red: Wijzigt de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds; Luxemburg, 12 juni 2006.]

AFDELING IV. OORSPRONGSREGELS

Artikel 6

[Red: Wijzigt de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds; Luxemburg, 12 juni 2006.]

OVERGANGSBEPALINGEN

AFDELING V

Artikel 7. WTO

De Republiek Albanië verbindt zich ertoe geen claim, verzoek of beroep in te dienen, noch concessies te wijzigen of in te trekken op grond van de artikelen XXIV.6 en XXVIII van de GATT 1994 naar aanleiding van deze uitbreiding van de Gemeenschap.

Artikel 8. Bewijs van oorsprong en administratieve samenwerking

  • 1 Bewijzen van oorsprong die op de juiste wijze door de Republiek Albanië of een nieuwe lidstaat worden afgegeven in het kader van preferentiële overeenkomsten of autonome regelingen die deze landen onderling toepassen, moeten in de betrokken landen worden aanvaard, mits:

    • a) de verkrijging van de oorsprong met zich meebrengt dat een preferentieel tarief wordt gehanteerd overeenkomstig de in de SAO opgenomen preferentiële tariefmaatregelen;

    • b) het bewijs van oorsprong en de vervoersdocumenten uiterlijk op de dag vóór de datum van toetreding zijn afgegeven;

    • c) het bewijs van oorsprong binnen vier maanden na de datum van toetreding bij de douane wordt ingediend.

    Indien goederen vóór de datum van toetreding zijn aangegeven voor invoer in de Republiek Albanië of een nieuwe lidstaat op grond van op dat moment tussen de Republiek Albanië en die nieuwe lidstaat geldende preferentiële overeenkomsten of autonome regelingen, kunnen bewijzen van oorsprong die achteraf op grond van die overeenkomsten of regelingen zijn afgegeven ook worden aanvaard, mits het bewijs binnen vier maanden na de datum van toetreding aan de douaneautoriteiten wordt overgelegd.

  • 2 De Republiek Albanië en de nieuwe lidstaten mogen vergunningen waarmee de status van „toegelaten exporteur” is verleend in het kader van preferentiële overeenkomsten of autonome regelingen die zij onderling toepassen, blijven gebruiken, mits:

    • a) een dergelijke bepaling ook is opgenomen in de door de Republiek Albanië vóór de toetredingsdatum met de Gemeenschap gesloten overeenkomst, en

    • b) de toegelaten exporteurs de op grond van die overeenkomst geldende oorsprongsregels toepassen.

    Deze vergunningen moeten uiterlijk op 1 januari 2008 worden vervangen door nieuwe vergunningen die onder de voorwaarden van de SAO zijn afgegeven.

  • 3 Verzoeken om controle achteraf van bewijzen van oorsprong die zijn afgegeven op grond van de preferentiële overeenkomsten en autonome regelingen als bedoeld in de leden 1 en 2, worden tot drie jaar na de afgifte van het betrokken bewijs van oorsprong aanvaard door de bevoegde douaneautoriteiten van de Republiek Albanië en de lidstaten, en kunnen tot drie jaar na de aanvaarding van het bewijs van oorsprong nog worden gedaan door die autoriteiten ter rechtvaardiging van een invoeraangifte.

Artikel 9. Goederen in doorvoer

  • 1 De bepalingen van de SAO kunnen worden toegepast op goederen die van de Republiek Albanië naar een van de nieuwe lidstaten of van een van de nieuwe lidstaten naar de Republiek Albanië worden geëxporteerd, wanneer die goederen voldoen aan de bepalingen van Protocol 4 bij de SAO en op de datum van toetreding ofwel onderweg zijn of in tijdelijke opslag zijn in een douane-entrepot of in een vrije zone in de Republiek Albanië of in die nieuwe lidstaat.

  • 2 In dergelijke gevallen mag preferentiële behandeling worden verleend, mits binnen vier maanden na de datum van toetreding bij de douaneautoriteiten van het land van invoer een bewijs van oorsprong wordt ingediend dat achteraf is afgegeven door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer.

ALGEMENE BEPALINGEN EN SLOTBEPALINGEN

AFDELING VI

Artikel 10

Dit protocol en de bijbehorende bijlagen vormen een integrerend onderdeel van de SAO.

Artikel 11

  • 1 Dit protocol wordt door de Gemeenschap, door de Raad van de Europese Unie namens de lidstaten en door de Republiek Albanië volgens hun eigen procedures goedgekeurd.

  • 2 De akten van goedkeuring worden nedergelegd bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie.

Artikel 12

  • 2 Indien niet alle akten van goedkeuring van dit protocol voor die datum zijn nedergelegd, treedt dit protocol in werking op de eerste dag van de eerste maand na de datum van de nederlegging van de laatste akte van goedkeuring.

Artikel 13

Dit protocol is opgesteld in tweevoud in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de Albanese taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Artikel 14

De tekst van de SAO, de bijlagen en de protocollen die daarvan een integrerend onderdeel vormen, de slotakte en de daaraan gehechte verklaringen worden opgemaakt in de Bulgaarse en de Roemeense taal. De teksten in deze talen zijn evenzeer authentiek als de oorspronkelijke teksten. Het Gemengd Comité dient deze teksten goed te keuren.

GEDAAN te Brussel, de negentiende november tweeduizend acht.

Naar boven