Verdrag tussen de Lid-Staten van de Europese Gemeenschappen inzake de tenuitvoerlegging
van buitenlandse strafvonnissen
[Wordt voorlopig toegepast per 09-12-1997]
De Lid-Staten,
Gelet op de nauwe banden tussen hun volken;
In overweging nemende het belang van een versterking van de justitiële samenwerking
met het oog op het tot stand brengen van een Europese ruimte zonder binnengrenzen
waarin het vrije verkeer van personen is gewaarborgd overeenkomstig de bepalingen
van de Europese Akte;
Overtuigd dat de bestaande vormen van onderlinge internationale samenwerking in strafzaken
dienen te worden aangevuld met bepalingen inzake de overdracht van de tenuitvoerlegging
van strafvonnissen, in het bijzonder vonnissen waarbij vrijheidsbenemende en geldelijke
sancties zijn opgelegd;
Zich bewust van de noodzaak om bij de overdracht van de tenuitvoerlegging van strafvonnissen
met de belangen van alle daarbij betrokken personen rekening te houden;
Indachtig de Verdragen van de Raad van Europa inzake de internationale geldigheid van strafvonnissen, gesloten te 's-Gravenhage op 28 mei 1970, en inzake de overbrenging van gevonniste personen, gesloten te Straatsburg op 21 maart 1983,
Zijn als volgt overeengekomen:
Artikel 1. Definities
[Wordt voorlopig toegepast per 09-12-1997]
-
2 Bij de ondertekening van dit Verdrag of bij de nederlegging van zijn akte van bekrachtiging,
aanvaarding, goedkeuring of toetreding, kan elke Lid-Staat in een verklaring de strafbare
feiten aangeven die hij van de toepassing van dit Verdrag beoogt uit te sluiten. De
andere Lid-Staten kunnen de regel van wederkerigheid toepassen.
Artikel 2. Algemene beginselen
[Wordt voorlopig toegepast per 09-12-1997]
Artikel 3. Tenuitvoerlegging van een veroordeling waarbij een vrijheidsstraf is opgelegd
[Wordt voorlopig toegepast per 09-12-1997]
De overdracht van de tenuitvoerlegging van een veroordeling waarbij een vrijheidsstraf
is opgelegd, kan worden verzocht indien:
-
a. de veroordeelde zich op het grondgebied van de Staat van tenuitvoerlegging bevindt
en onderdaan is van die Staat of op zijn grondgebied zijn vaste woon- of verblijfplaats
heeft; of
-
b. de veroordeelde zich bevindt op het grondgebied van de Staat van tenuitvoerlegging,
terwijl zijn uitlevering is geweigerd, desgevraagd zou worden geweigerd of niet mogelijk
is; of
-
c. veroordeelde zich bevindt op het grondgebied van de Staat van tenuitvoerlegging en
daar een vrijheidsstraf ondergaat of moet ondergaan.
Artikel 4. Tenuitvoerlegging van een veroordeling waarbij een geldelijke straf of
sanctie is opgelegd
[Wordt voorlopig toegepast per 09-12-1997]
De overdracht van de tenuitvoerlegging van een veroordeling waarbij een geldelijke
straf of sanctie is opgelegd, kan worden verzocht indien:
-
a. de veroordeelde een natuurlijke persoon is die zijn vaste woon- of verblijfplaats
op het grondgebied van de Staat van tenuitvoerlegging heeft of die op dat grondgebied
goederen tot verhaal bezit of inkomen geniet;
-
b. de veroordeelde een rechtspersoon is wiens zetel op het grondgebied van de Staat van
tenuitvoerlegging is gevestigd of die op dat grondgebied goederen tot verhaal of vermogen
bezit.
Artikel 5. Voorwaarden voor de overdracht van de tenuitvoerlegging
[Wordt voorlopig toegepast per 09-12-1997]
De overdracht van de tenuitvoerlegging van een veroordeling behoeft de overeenstemming
tussen de Staat van veroordeling en de Staat van tenuitvoerlegging. De overdracht
van de tenuitvoerlegging van een veroordeling is aan de volgende voorwaarden onderworpen:
-
a. de rechterlijke beslissing is onherroepelijk en voor tenuitvoerlegging vatbaar;
-
b. het handelen of nalaten op grond waarvan de veroordeling werd uitgesproken levert
naar het recht van de Staat van tenuitvoerlegging een feit op, vallende onder artikel 1, lid 1, onder a), of zou een dergelijk feit opleveren indien dit op zijn grondgebied zou zijn begaan;
-
c. de sanctie is noch naar het recht van de Staat van veroordeling, noch naar dat van
de Staat van tenuitvoerlegging verjaard;
-
d. er bestaat geen onherroepelijke rechterlijke beslissing in de Staat van tenuitvoerlegging
tegen de veroordeelde terzake van dezelfde feiten;
-
e. zo terzake van dezelfde feiten tegen de veroordeelde in een derde Staat een onherroepelijke
rechterlijke beslissing is gewezen, mag de overdracht van de tenuitvoerlegging niet
in strijd met het beginsel „ne bis in idem” zijn.
Artikel 6. Wijzen van overdracht
[Wordt voorlopig toegepast per 09-12-1997]
-
3 Krachtens bijzondere overeenkomsten of, zelfs zonder dergelijke overeenkomsten in
geval van spoed, kunnen verzoeken om tenuitvoerlegging en de daarop betrekking hebbende
stukken, evenals de antwoorden van de aangezochte Staat rechtstreeks tussen de rechterlijke
autoriteiten van de verzoekende en van de aangezochte Staat worden uitgewisseld.
-
4 Evenzo kunnen in geval van spoed en krachtens bijzondere overeenkomsten verzoeken
om tenuitvoerlegging, de daarop betrekking hebbende stukken en de antwoorden van de
aangezochte Staat langs elke geschikte weg welke een schriftelijk stuk oplevert, worden
gedaan, met inbegrip van de telefax.
Artikel 7. Documentatie
[Wordt voorlopig toegepast per 09-12-1997]
Artikel 8. Bepaling van de vrijheidsstraf
[Wordt voorlopig toegepast per 09-12-1997]
-
3 Elke Lid-Staat kan bij de ondertekening van dit Verdrag of bij de nederlegging van
zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding door middel van
een verklaring aangeven dat hij voornemens is de toepassing van een der in lid 1,
onder a) en b), van dit artikel voorziene procedures in zijn betrekkingen met de andere
Partijen uit te sluiten.
-
4 Indien de Staat van tenuitvoerlegging de in lid 1, onder a), van dit artikel voorziene
procedure toepast, is hij gebonden aan het rechtskarakter en de duur van de in de
Staat van veroordeling uitgesproken straf. Indien deze straf evenwel naar aard en
duur onverenigbaar is met de wet van de Staat van tenuitvoerlegging, of indien de
wet van die Staat zulks vereist, kan die Staat, door middel van een rechterlijke of
administratieve beschikking, de straf aanpassen aan de straf die door zijn eigen wet
voor een soortgelijk strafbaar feit is voorgeschreven. Wat de aard betreft, zal de
straf zoveel mogelijk overeenstemmen met die welke door de ten uitvoer te leggen veroordeling
is opgelegd. De door de Staat van veroordeling opgelegde straf zal hierdoor naar aard
en duur niet worden verzwaard en evenmin zal het door de wet van de Staat van tenuitvoerlegging
voor hetzelfde feit voorgeschreven maximum hierdoor worden overschreden.
-
6 Elke Lid-Staat kan bij gelegenheid van de ondertekening van dit Verdrag of van de
nederlegging van zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding
in een verklaring aangeven, dat hij de toepassing van de procedure van omzetting,
bedoeld in lid 5, onder b), van dit artikel, aanvaardt voor vrijheidsstraffen van
een nadere bepaalde duur, welke minder bedraagt dan zes maanden.
De andere Lid-Staten kunnen de regel van wederkerigheid toepassen.
Artikel 9. Bepalingen van de geleidelijke straf of sanctie
[Wordt voorlopig toegepast per 09-12-1997]
-
1 Indien de overdracht van de tenuitvoerlegging van een veroordeling tot een geldelijke
straf of sanctie is aanvaard, dienen de bevoegde autoriteiten van de Staat van tenuitvoerlegging,
eventueel krachtens een rechterlijke of administratieve beschikking, het bedrag van
de straf of sanctie uit te drukken in de valuta van die Staat met toepassing van de
op het ogenblik waarop de beslissing wordt genomen geldende wisselkoers. In het geval
waarin in de Staat van tenuitvoerlegging voor hetzelfde feit een straf of sanctie
van een andere, zwaardere aard is voorzien, handhaven de bevoegde autoriteiten van
die Staat; het bedrag van de geldelijke straf of sanctie die in de Staat van veroordeling
is uitgesproken.
-
2 Krachtens bilaterale afspraken kan de Staat van tenuitvoerlegging, die niet in staat
is om aan het verzoek om. tenuitvoerlegging gevolg te geven omdat het betrekking heeft
op een rechtspersoon, zich bereid verklaren om met toepassing van zijn bepalingen
van burgerlijk procesrecht inzake de tenuitvoerlegging, over te gaan tot invordering
en verhaal van het bedrag van de geldelijke straf of sanctie uitgesproken in de Staat
van veroordeling.
Artikel 10. Voorlopige maatregelen
[Wordt voorlopig toegepast per 09-12-1997]
Zodra de Staat van veroordeling de overdracht van de tenuitvoerlegging van een veroordeling
tot een vrijheidsstraf heeft gevraagd of aanvaard, kan de Staat van tenuitvoerlegging
de veroordeelde aanhouden of andere voorlopige maatregelen nemen, indien:
-
a de wet van de Staat van tenuitvoerlegging voorlopige hechtenis of de toepassing van
andere maatregelen toelaat uit hoofde van het strafbare feit terzake waarvan de veroordeling
is uitgesproken, en
-
b. er redenen bestaan te vrezen dat de veroordeelde zal ontvluchten.
Artikel 11. De op de tenuitvoerlegging toepasselijke wet
[Wordt voorlopig toegepast per 09-12-1997]
Artikel 12. Vervangende hechtenis
[Wordt voorlopig toegepast per 09-12-1997]
Indien een geldelijke straf of sanctie geheel of gedeeltelijk niet kan worden tenuitvoergelegd,
kan een vervangende vrijheidssanctie worden toegepast door de bevoegde autoriteiten
van de Staat van tenuitvoerlegging indien de wetten van beide Staten daarin voor dergelijke
gevallen voorzien, tenzij de Staat van veroordeling zulks uitdrukkelijk heeft uitgesloten.
Artikel 13. Amnestie, gratie, strafvermindering, herziening
[Wordt voorlopig toegepast per 09-12-1997]
Artikel 14. Beëindiging van de tenuitvoerlegging
[Wordt voorlopig toegepast per 09-12-1997]
De Staat van tenuitvoerlegging dient de tenuitvoerlegging van de veroordeling te beëindigen,
zodra hij door de Staat van veroordeling in kennis is gesteld van enige beslissing
of maatregel ten gevolge waarvan de veroordeling niet meer voor tenuitvoerlegging
vatbaar is.
Artikel 15. Bestemming van de gelden afkomstig van de tenuitvoerlegging van geldelijke
straffen en sancties
[Wordt voorlopig toegepast per 09-12-1997]
De gelden verkregen uit de tenuitvoerlegging van geldelijke straffen en sancties vallen
toe aan de Staat van tenuitvoerlegging, tenzij anders overeengekomen tussen die Staat
en de Staat van veroordeling.
Artikel 16. Inlichtingen
[Wordt voorlopig toegepast per 09-12-1997]
De Staat van tenuitvoerlegging geeft bericht aan de Staat van veroordeling:
-
a. wanneer eerstgenoemde Staat de veroordeling beschouwt geheel ten uitvoer gelegd te
zijn;
-
b. indien de veroordeelde uit detentie ontsnapt is vóór de beëindiging van de tenuitvoerlegging
van de veroordeling; of
-
c. terzake van de geheel of gedeeltelijk niet geïnde geldelijke straf of sanctie.
Artikel 17. Gevolgen van de overdracht voor de Staat van veroordeling
[Wordt voorlopig toegepast per 09-12-1997]
-
1 De Staat van veroordeling mag niet verder gaan met de tenuitvoerlegging van de veroordeling
zodra hij met de Staat van tenuitvoerlegging tot overeenstemming is gekomen over de
overdracht van de tenuitvoerlegging. Indien de veroordeelde evenwel ontvlucht, komt
het recht tot tenuitvoerlegging weer aan de Staat van veroordeling toe, tenzij anders
is overeengekomen tussen die Staat en de Staat van tenuitvoerlegging.
-
2 In geval van de overdracht van de tenuitvoerlegging van een veroordeling tot een geldelijke
straf of sanctie komt het recht tot tenuitvoerlegging van de veroordeling, ook ten
behoeve van de omzetting van de geldelijke straf of sanctie in een vrijheidsbenemende
sanctie, weer aan de Staat van veroordeling toe, zodra deze van de Staat van tenuitvoerlegging
bericht ontvangt dat de geldelijke straf geheel of gedeeltelijk niet is tenuitvoergelegd
en dat hij niet in staat is een vervangende sanctie als bedoeld in artikel 12 toe te passen.
Artikel 18. Taal
[Wordt voorlopig toegepast per 09-12-1997]
De over te leggen stukken worden opgesteld in de officiële taal of één der officiële
talen van de Staat van veroordeling. Elke Lid-Staat kan bij de ondertekening van dit
Verdrag of bij de nederlegging van zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring
of toetreding, door middel van een verklaring zich het recht voorbehouden te verlangen
dat de in artikel 7 genoemde relevante stukken worden vertaald in zijn officiële taal of in één van zijn
officiële talen. De andere Lid-Staten kunnen de regel van wederkerigheid toepassen.
Artikel 19. Kosten
[Wordt voorlopig toegepast per 09-12-1997]
De Lid-Staten zien over en weer af van de terugvordering van kosten die voortvloeien
uit de toepassing van dit Verdrag.
[Wordt voorlopig toegepast per 09-12-1997]
In de verhoudingen tussen Lid-Staten die Partij zijn bij het Europees Verdrag inzake de internationale geldigheid van strafvonnissen, gesloten te 's-Gravenhage op 28 mei 1970, is het onderhavige Verdrag slechts van
toepassing voor zover dit de bepalingen van dat Verdrag aanvult of de toepassing van
de daarin vervatte beginselen vergemakkelijkt.
Artikel 21. Ondertekening en inwerkingtreding
[Wordt voorlopig toegepast per 09-12-1997]
-
1 Dit Verdrag staat open voor ondertekening door de Lid-Staten. Het is onderworpen aan
bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring. Akten van bekrachtiging, aanvaarding of
goedkeuring worden nedergelegd bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk
der Nederlanden.
-
3 Hangende de inwerkingtreding van dit Verdrag kan iedere Lid-Staat, bij gelegenheid
van de nederlegging van zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring of
op enig tijdstip nadien het Verdrag toepasselijk verklaren in zijn verhoudingen tot
andere Lid-Staten die een soortgelijke verklaring hebben afgelegd, negentig dagen
na de datum van nederlegging van eerstbedoelde verklaring.
Artikel 22. Toetreding
[Wordt voorlopig toegepast per 09-12-1997]
Dit Verdrag staat open voor toetreding door elke Staat die lid wordt van de Europese
Gemeenschappen. De akten van toetreding worden nedergelegd bij het Ministerie van
Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden. Dit Verdrag treedt in werking
ten opzichte van elke toetredende Staat negentig dagen na de datum van nederlegging
van zijn akte van toetreding. In geval dit Verdrag nog niet in werking is getreden
op het tijdstip van nederlegging van de akte van toetreding, zijn de bepalingen van
artikel 21, leden 3 en 4, van toepassing op toetredende Lid-Staten; dit Verdrag treedt te hunnen aanzien in
werking op het tijdstip van inwerkingtreding voorzien in lid 2 van artikel 21.