De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, enerzijds,
en
De Regering van de Franse Republiek, anderzijds,
Gelet op:
-
– de Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering
van de Franse Republiek van 29 mei 1979 inzake de verwerking van verbruikte splijtstoffen
afkomstig van Nederlandse kerncentrales;
-
– het contract voor de verwerking van Nederlandse verbruikte splijtstoffen van 20 maart
1978 en met name de aanhangsels 3 en 7 die respectievelijk in 1993 en 2004 werden
getekend tussen PZEM en COGEMA (thans respectievelijk EPZ en AREVA NC genaamd);
-
– de brief van de minister van Industrie van de Franse Republiek van 7 augustus 2006
waarmee de Nederlandse Regering op de hoogte werd gebracht van een recente wijziging
van de Franse wetgeving op het gebied van duurzaam beheer van radioactieve stoffen
en radioactief afval;
-
– het feit dat artikel L.542-2 van het Franse wetboek inzake milieuaangelegenheden voortvloeiend
uit de wet nr. 2006-739 van 28 juni 2006 inzake het duurzaam beheer van radioactieve
stoffen en radioactief afval als volgt bepaalt:
„De opslag in Frankrijk van uit het buitenland afkomstig radioactief afval alsmede
de opslag van radioactief afval afkomstig van de verwerking van uit het buitenland
afkomstige verbruikte splijtstoffen en radioactief afval is verboden”;
-
– het feit dat artikel L.542-2-1-I van het Franse wetboek inzake milieuaangelegenheden
voortvloeiend uit de wet nr. 2006-739 van 28 juni 2006 inzake het duurzaam beheer
van radioactieve stoffen en radioactief afval als volgt bepaalt:
„Verbruikte splijtstoffen of radioactief afval mogen slechts op het nationale grondgebied
worden gebracht ten behoeve van de verwerking ervan, voor onderzoek of voor verzending
tussen buitenlandse Staten.
Het op het grondgebied brengen voor verwerkingsdoeleinden kan uitsluitend worden toegestaan
in het kader van intergouvernementele overeenkomsten en onder de voorwaarde dat het
na de verwerking van deze stoffen overblijvend radioactief afval niet langer in Frankrijk
opgeslagen zal blijven dan tot een in die overeenkomsten vastgestelde datum. In de
overeenkomst worden de voorziene tijdvakken voor de inontvangstneming en verwerking
van deze stoffen vermeld alsmede, in voorkomend geval, het beoogde latere gebruik
van de tijdens de verwerking gescheiden radioactieve stoffen”.
Zijn het volgende overeengekomen:
Deze Overeenkomst verwijst naar de verwerking van verbruikte splijtstoffen, zoals
genoemd in het hierboven aangehaalde contract en de aanhangsels daarbij, met name
de aanhangsels 3 en 7, respectievelijk getekend in 1993 en 2004, die betrekking hebben
op aanvullende hoeveelheden. Deze Overeenkomst doet geen afbreuk aan de regelgeving
inzake nucleaire veiligheid en stralingsbescherming. Overeenkomstig de artikelen L.542-2
en L.542-2-1-I van het Franse wetboek inzake milieuaangelegenheden zoals voortvloeiend
uit de wet nr. 2006-739 van 28 juni 2006, worden Nederlandse splijtstoffen op het
Franse grondgebied gebracht ten behoeve van de verwerking ervan door AREVA NC, en
is het niet de bedoeling dat uit het buitenland afkomstig radioactief afval of radioactief
afval dat na de verwerking van verbruikte splijtstoffen overblijft, op Frans grondgebied
wordt opgeslagen.
Het binnenbrengen in Frankrijk van verbruikte splijtstoffen is toegestaan mits de
volgende bepalingen worden nageleefd en de nodige vergunningen voor de verwerking
ervan uit hoofde van de regelgeving inzake nucleaire veiligheid worden verkregen.
Voorzien is dat de ingevolge de aanhangsels 3 en 7 te ontvangen en te behandelen verbruikte
splijtstoffen worden aangeboden vóór 31 december van het elfde jaar volgend op de
inwerkingtreding van deze Overeenkomst.
De verwerking van de verbruikte splijtstoffen vindt volgens planning plaats binnen
een tijdsbestek van 6 jaar, te rekenen vanaf elke aflevering van verbruikte splijtstoffen
bij de fabriek te La Hague.
Ingevolge de in artikel 1 van deze Overeenkomst overeengekomen verplichtingen en verbintenissen wordt het na
de verwerking van de verbruikte splijtstoffen overblijvend radioactief afval naar
Nederland teruggezonden; Nederland verplicht zich ertoe dit afval in de vorm van verpakte
afvalpakketten in ontvangst te nemen. De terugzending van het na de verwerking van
de verbruikte splijtstoffen overblijvend radioactief afval vindt volgens planning
uiterlijk plaats na het verstrijken van een termijn van 8 jaar na de verwerking van
de betreffende verbruikte splijtstoffen.
De laatste terugzendingen van het na de verwerking van de betreffende verbruikte splijtstoffen
overblijvend afval dienen uiterlijk vóór 31 december 2034 plaats te vinden. Het afval
van de ingevolge aanhangsel 3 reeds ontvangen en verwerkte verbruikte splijtstoffen
wordt uiterlijk 31 december 2015 teruggezonden.
Het vervoer van het radioactief afval over het grondgebied van de Franse Republiek,
van elke Staat van doorvoer en van het Koninkrijk der Nederlanden wordt door de Partijen
verzorgd in overeenstemming met de geldende regelgeving.
Het na de verwerking van de verbruikte splijtstoffen overblijvende uranium wordt gerecycled
in de vorm van nieuwe reactorbrandstof in Nederland of in elke andere reactor voor
civiel gebruik.
Het na de verwerking van de verbruikte splijtstoffen overblijvende plutonium wordt
door AREVA NC gebruikt voor het aanvullen van de lopende ijzeren voorraad grondstoffen
van haar MELOX-fabriek, of voor het leveren van MOX-brandstof aan haar cliënten. Daartoe
kan AREVA NC de eigendom van het plutonium overnemen om het gebruik ervan in haar
fabrieken mogelijk te maken.
-
b Indien het geschil niet binnen een termijn van zes maanden, te rekenen vanaf het begin
van het in lid a voorziene overleg, naar tevredenheid van beide Partijen wordt geregeld,
wordt het geschil, op verzoek van een van de Partijen, ter arbitrage voorgelegd.
-
d Indien een benoeming niet binnen de in lid c van dit artikel genoemde termijn heeft
plaatsgevonden, kan elk van de Partijen de President van het Hof van Justitie van
de Europese Gemeenschappen verzoeken om tot de nodige benoeming over te gaan.
Indien de President ingezetene is van een van de betrokken Staten, of indien hij vanwege
een andere reden verhinderd is deze functie te vervullen, gaat de Vicepresident over
tot de nodige benoeming.
Indien de Vicepresident ingezetene is van een van de betrokken Staten, of indien hij
eveneens vanwege een andere reden verhinderd is deze functie te vervullen, gaat het
oudste lid van het Hof dat ingezetene van geen van beide Staten is over tot de nodige
benoeming.
-
e Het scheidsgerecht neemt zijn besluit bij meerderheid van stemmen, op basis van deze
Overeenkomst en van het algemene internationale recht. De scheidslieden zijn verplicht
een besluit te nemen. De besluiten van het scheidsgerecht zijn onherroepelijk en bindend
voor de Partijen; er is geen beroep mogelijk.
Elk van de Partijen stelt de andere Partij in kennis van de voltooiing van haar grondwettelijke
vereisten voor de inwerkingtreding van deze Overeenkomst, die van kracht wordt op
de datum van ontvangst van de tweede kennisgeving.
Deze Overeenkomst blijft van kracht tot de datum van de laatste terugzending van radioactief
afval of nucleair materiaal dat overblijft na de verwerking van verbruikte splijtstoffen
die binnen haar werkingssfeer vallen.