Het Koninkrijk België,
De Republiek Bulgarije,
De Tsjechische Republiek,
Het Koninkrijk Denemarken,
De Bondsrepubliek Duitsland,
De Republiek Estland,
Ierland,
De Helleense Republiek,
Het Koninkrijk Spanje,
De Franse Republiek,
De Italiaanse Republiek,
De Republiek Cyprus,
De Republiek Letland,
De Republiek Litouwen,
Het Groothertogdom Luxemburg,
De Republiek Hongarije,
Malta,
Het Koninkrijk der Nederlanden,
De Republiek Oostenrijk,
De Republiek Polen,
De Portugese Republiek,
Roemenië,
De Republiek Slovenië,
De Slowaakse Republiek,
De Republiek Finland,
Het Koninkrijk Zweden,
Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland
Verdragsluitende partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en het
Verdrag betreffende de Europese Unie, hierna „lidstaten” genoemd, en
De Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,
hierna „de Gemeenschap” genoemd, enerzijds, en
De Republiek Servië,
hierna „Servië” genoemd, anderzijds,
tezamen „de partijen” genoemd,
Gelet op de sterke banden tussen de partijen en de waarden die zij gemeen hebben,
hun verlangen deze banden nog te versterken en op wederkerigheid en wederzijds belang
gebaseerde nauwe en langdurige betrekkingen tot stand te brengen die Servië in staat
moeten stellen de betrekkingen met de Gemeenschap en haar lidstaten te versterken
en uit te breiden;
Gelet op het belang van deze overeenkomst voor het stabilisatie- en associatieproces
(SAP) met de landen van Zuidoost-Europa voor de totstandbrenging en handhaving van
een op samenwerking gebaseerde stabiele orde in Europa, waarvan de Europese Unie een
steunpilaar is, en voor het Stabiliteitspact;
Gezien de bereidheid van de Europese Unie om Servië zo volledig mogelijk te integreren
in de politieke en economische hoofdstroom van Europa, en gezien de status van het
land als een potentiële kandidaat voor het EU-lidmaatschap op basis van het Verdrag betreffende de Europese Unie (hierna „het EU-Verdrag” genoemd) en het voldoen aan de door de Europese Raad in juni 1993 gedefinieerde
criteria en de voorwaarden in het kader van het SAP, onder voorbehoud van de succesvolle
tenuitvoerlegging van deze overeenkomst, met name wat betreft regionale samenwerking;
Gelet op het Europees Partnerschap, waarin de prioriteiten zijn vastgesteld voor acties
ter ondersteuning van de inspanningen die het land doet voor een nauwere aansluiting
bij de Europese Unie;
Gelet op de verbintenis van de partijen dat zij met alle mogelijke middelen zullen
bijdragen tot politieke, economische en institutionele stabilisatie in Servië en in
de gehele regio, door de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld en door democratisering,
institutionele opbouw en hervorming van het openbaar bestuur, regionale handelsintegratie
en meer economische samenwerking, alsmede door samenwerking op veel uiteenlopende
gebieden, met name op het gebied van justitie, vrijheid en veiligheid, en versterking
van de nationale en regionale veiligheid;
Gelet op de verbintenis van de partijen om de politieke en economische vrijheden te
stimuleren als grondslag van deze overeenkomst, de mensenrechten te eerbiedigen en
de rechtsstaat te handhaven, inclusief de rechten van leden van nationale minderheden,
alsmede de democratische beginselen, op basis van een meerpartijenstelsel met vrije
en eerlijke verkiezingen;
Gelet op de verbintenis van de partijen om volledig uitvoering te geven aan alle beginselen
en bepalingen van het Handvest van de Verenigde Naties, de OVSE, met name die van
de Slotakte van de Conferentie voor veiligheid en samenwerking in Europa (hierna „de
Slotakte van Helsinki” genoemd), de slotdocumenten van de conferenties van Madrid
en Wenen, het Handvest van Parijs voor een Nieuw Europa, en het Stabiliteitspact voor
Zuidoost-Europa, teneinde bij te dragen tot regionale stabiliteit en samenwerking
tussen de landen van de regio;
Opnieuw bevestigend dat alle vluchtelingen en binnenlandse ontheemden recht hebben
op terugkeer en op de bescherming van hun eigendom en andere hiermee verband houdende
mensenrechten;
Gelet op de gehechtheid van de partijen aan de beginselen van de vrijemarkteconomie
duurzame ontwikkeling en de bereidheid van de Gemeenschap om aan de economische hervormingen
in Servië bij te dragen;
Gelet op het belang dat de partijen hechten aan vrijhandel, overeenkomstig de rechten
en verplichtingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de WTO;
Gelet op de wens van de partijen om de regelmatige politieke dialoog over bilaterale
en internationale vraagstukken van wederzijds belang verder te ontwikkelen, met inbegrip
van regionale aspecten, rekening houdend met het gemeenschappelijk buitenlands en
veiligheidsbeleid (GBVB) van de Europese Unie;
Gelet op de verbintenis van de partijen om de georganiseerde misdaad te bestrijden
en beter samen te werken in de strijd tegen terrorisme, op basis van de verklaring
van de Europese Conferentie van 20 oktober 2001;
Overtuigd dat de Stabilisatie- en associatieovereenkomst (hierna: „deze overeenkomst”
genoemd) een nieuw klimaat zal scheppen voor hun onderlinge economische betrekkingen,
in het bijzonder voor de ontwikkeling van handel en investeringen, factoren van cruciaal
belang voor de economische herstructurering en modernisering;
Gelet op de toezegging van Servië om zijn wetgeving op de relevante terreinen aan
te passen aan die van de Gemeenschap en om die daadwerkelijk ten uitvoer te leggen;
Rekening houdend met de bereidheid van de Gemeenschap om doorslaggevende steun te
verlenen voor de tenuitvoerlegging van hervormingen en daartoe gebruik te maken van
alle beschikbare instrumenten voor samenwerking en technische, financiële en economische
bijstand, op een brede, indicatieve meerjarige basis;
Bevestigend dat de bepalingen van deze overeenkomst die binnen de toepassingssfeer
van deel III, titel IV, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (hierna „het EG-Verdrag” genoemd) vallen, het Verenigd Koninkrijk en Ierland binden als afzonderlijke verdragsluitende
partijen, en niet als lidstaten van de Europese Gemeenschap, totdat het Verenigd Koninkrijk
of Ierland (al naargelang van het geval) Servië ervan in kennis stelt dat het Verenigd
Koninkrijk of Ierland is gebonden als deel van de Europese Gemeenschap overeenkomstig
het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland dat aan
het EU-Verdrag en het EG-Verdrag is gehecht. Hetzelfde geldt voor Denemarken, overeenkomstig het Protocol betreffende
de positie van Denemarken dat aan die verdragen is gehecht;
Wijzend op de top van Zagreb, waarop werd opgeroepen tot verdere consolidatie van
de betrekkingen tussen de landen die deel uitmaken van het stabilisatie- en associatieproces
en de Europese Unie, alsmede tot intensievere samenwerking in de regio;
Eraan herinnerend dat de top van Thessaloniki het stabilisatie- en associatieproces
heeft bevestigd als het beleidskader voor de betrekkingen van de Europese Unie met
de landen op de westelijke Balkan en dat die landen naargelang van hun individuele
voortgang en prestaties met betrekking tot de hervormingen uitzicht hebben op toetreding
tot de Europese Unie, wat werd herhaald in de hiernavolgende conclusies van de Europese
Raad van december 2005 en december 2006;
Wijzend op de Midden-Europese Vrijhandelsovereenkomst, die op 19 december 2006 in
Boekarest werd ondertekend, als middel om de regio beter in staat te stellen investeringen
aan te trekken en haar integratie in de wereldeconomie te bevorderen;
Wijzend op de inwerkingtreding op 1 januari 2008 van de overeenkomst tussen de Europese
Gemeenschap en de Republiek Servië inzake de versoepeling van de afgifte van visa en de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Servië betreffende
de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven (hierna de „overnameovereenkomst tussen de Gemeenschap en Servië” genoemd);
Gezien de wens om de culturele samenwerking te intensiveren en de uitwisseling van
informatie te bevorderen,