VERKLARING VAN DE LIDSTATEN VAN DE EUROPESE UNIE
Na ondertekening van dit akkoord zullen de lidstaten hun best doen om zo spoedig mogelijk
te voldoen aan de voorschriften van hun eigen grondwettelijke procedures, teneinde
zodoende een snelle inwerkingtreding van dit akkoord te bewerkstelligen.
VERKLARING VAN DENEMARKEN
Bij de ondertekening van dit akkoord wees Denemarken op protocol nr. 5 betreffende
de positie van Denemarken dat gehecht is aan het Verdrag betreffende de Europese Unie
en aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Goedkeuring van dit
akkoord door Denemarken zal geschieden met inachtneming van voornoemd protocol, en
voorbehouden en verklaringen die Denemarken in dit verband eventueel zal formuleren,
blijven beperkt tot de werkingssfeer van deel II van protocol nr. 5 en zij vormen
in geen enkel opzicht een beletsel voor de inwerkingtreding van het akkoord en de
volledige uitvoering daarvan door de overige lidstaten.
VERKLARING VAN IERLAND
Niets in dit akkoord, en met name niet de artikelen 2, 9, 11, 12, 13 en 17, kunnen
worden ingeroepen om Ierland te machtigen of te dwingen wetgeving aan te nemen of
anderszins handelend op te treden in strijd met de Ierse grondwet, en met name artikel
15.6.2.
VERKLARING VAN DE REPUBLIEK OOSTENRIJK BETREFFENDE ARTIKEL 17 VAN HET AKKOORD
De aanvaarding door Oostenrijk van de rechtsmacht van militaire autoriteiten van de
zendstaat overeenkomstig artikel 17 van het „Akkoord tussen de lidstaten van de Europese
Unie betreffende de status van de militairen en leden van het burgerpersoneel die
bij de militaire staf van de Europese Unie gedetacheerd zijn, van de hoofdkwartieren
en de strijdkrachten die ter beschikking van de Europese Unie kunnen worden gesteld
in het kader van de voorbereiding en de uitvoering van de opdrachten bedoeld in artikel
17, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, waaronder oefeningen, en
van de militairen en leden van het burgerpersoneel van de lidstaten die aan de Europese
Unie beschikbaar zijn gesteld om in dit kader op te treden (EU-SOFA)" geldt niet de
uitoefening van rechtsmacht door rechters van een zendstaat op het grondgebied van
Oostenrijk.
VERKLARING VAN ZWEDEN
De regering van Zweden verklaart hierbij dat artikel 17 van dit akkoord niet het recht
behelst voor de zendstaat om rechtsmacht uit te oefenen op het grondgebied van Zweden.
In het bijzonder geeft deze bepaling de zendstaat niet het recht om gerechten op te
richten op Zweeds grondgebied of aldaar vonnissen te voltrekken.
Het voorgaande laat de verdeling van rechtsmacht tussen de zendstaat en de ontvangst
krachtens artikel 17 onverlet.
Evenmin is het voorgaande van invloed op het recht van de zendstaat om bedoelde rechtsmacht
uit te oefenen op zijn eigen grondgebied nadat de in artikel 17 bedoelde personen
naar de zendstaat zijn teruggekeerd. Voorts sluit de eerste alinea niet uit, dat de
militaire autoriteiten van de zendstaat op het grondgebied van Zweden passende maatregelen
nemen die onmiddellijk geboden zijn ter bewaring van de orde en de veiligheid binnen
de strijdkrachten.