-
3.1.
Leden van het „Tribunal”, de Secretaris-Generaal, de Speciale Assistent van het „Tribunal”
en de Co-Griffiers
De leden van het „Tribunal”, de Secretaris-Generaal, de Speciale Assistent van het
„Tribunal” en de Co-Griffiers genieten de belastingvrijstellingen die verleend worden
aan diplomatieke ambtenaren van vergelijkbare rang die in Nederland zijn geaccrediteerd. De algemene bepalingen en voorwaarden, neergelegd in artikel 25, leden 1,2 en 3
van de Uitvoeringsbeschikking Algemene wet inzake rijksbelastingen 1964 en in artikel
33 van de beschikking Vrijstellingen-Tariefbesluit 1960 zijn van toepassing.
-
3.2.
Andere leden en personeelsleden
De leden en personeelsleden van het „Tribunal” op wie punt 3.1. niet van toepassing
is, genieten vrijstelling van inkomstenbelasting over salarissen en emolumenten, betaald
door het „Tribunal”. Het zogenaamde progressievoorbehoud, opgenomen in artikel 40
van de Algemene wet inzake rijksbelastingen jo. artikel 31 van de Uitvoeringsbeschikking
Algemene wet inzake rijksbelastingen 1964, is in dit geval niet van toepassing. Voorts
genieten zij vrijstelling van belasting bij invoer van hun verhuisboedel wanneer zij
voor de eerste maal hun werkzaamheden hier te lande aanvangen.
-
3.3.
Verhuisboedelvrijstelling
De hiervoor onder punt 3.2. genoemde personen genieten vrijstelling van belasting
bij invoer van hun verhuisboedel, wanneer zij voor de eerste maal hun werkzaamheden
hier te lande aanvangen, op de voet van artikel 46 van de Beschikking Vrijstellingen-Tariefbesluit
1960; voorts zijn de punten 3.4 tot 3.7 hierna van toepassing.
Indien een proeftijd voorafgaat aan de definitieve indiensttreding, wordt het begin
van de proeftijd beschouwd als de aanvang van de dienstbetrekking. Ik heb er geen
bezwaar tegen dat de vrijstelling eveneens wordt verleend voor goederen die later,
doch in het algemeen niet later dan een maand na het tijdstip van de definitieve indiensttreding
worden ingevoerd, mits deze goederen reeds voor de aanvang van de dienstbetrekking
tot de inboedel van belanghebbende behoorden.
-
3.4.
Normale verblijfplaats
De voorwaarde van artikel 46, eerste lid, letter a, van de Beschikking Vrijstellingen
Tariefbesluit 1960, inzake de overbrenging van de normale verblijfplaats, is niet
van toepassing.
-
3.5.
Nederlanders
De punten 3.6 en 3.7 zijn niet van toepassing op personen, die de Nederlandse nationaliteit
bezitten. Artikel 46 van de Beschikking Vrijstellingen-Tariefbesluit 1960 is op deze
categorie personen, behoudens het gestelde in punt 3.4, onverkort van toepassing.
-
3.6.
Toepassing van de verhuisboedelvrijstelling op andere goederen dan motorrijtuigen
Indien de in dit punt bedoelde goederen in het buitenland in het vrije verkeer zijn
aangeschaft en daarvoor geen teruggaaf van belasting is of wordt verkregen, behoeft
de voorwaarde van artikel 46, derde lid, letter b, niet in acht te worden genomen.
In de overige gevallen is deze bepaling onverkort van toepassing.
-
3.7.
Toepassing van de verhuisboedelvrijstelling op motorrijtuigen
Voor motorrijtuigen die blijkens een gewoon buitenlands kenteken zich in het buitenland
in het vrije verkeer bevonden, behoeft artikel 46, derde lid, letter b, jo. vierde
lid, niet in acht te worden genomen. Voor één motorrijtuig dat in het buitenland met
vrijstelling van belasting is verkregen of in ongebruikte staat uit het buitenland
wordt ingevoerd of hier te lande uit een douane-entrepot wordt betrokken, wordt vrijstelling
van belasting verleend mits de vrijstellingsvergunning wordt aangevraagd binnen een
maand na eerste aankomst in Nederland.
Indien een proeftijd voorafgaat aan de definitieve indiensttreding kan, mits de proeftijd
niet langer duurt dan zes maanden, vrijstelling worden verleend gedurende de proeftijd
of binnen een maand na de definitieve indiensttreding.
In alle gevallen is de voorwaarde van het derde lid van artikel 46, inhoudende dat
goederen twaalf maanden na de invoer niet worden overgedragen, verhuurd of uitgeleend,
van toepassing.
-
3.8.
Kentekenbewijzen
Voor motorrijtuigen, waarvoor de in punt 3.7. bedoelde vrijstelling is verleend, wordt
een gewoon Nederlands kentekenbewijs afgegeven. Voor motorrijtuigen waarvoor krachtens
de regelingen welke van toepassing zijn op diplomatieke ambtenaren (zie punt 3.1.)
een vrijstelling is verleend, wordt een kentekenbewijs afgegeven met de letters CDJ.