De Tijdelijk Zaakgelastigde
van de Bondsrepubliek Duitsland
Den Haag, 26 juli 2006
Ref.: Re-551.20
Mijnheer de Minister,
Ik heb de eer u namens de Bondsrepubliek Duitsland, gelet op artikel 1 van het Derde
aanvullend protocol van 4 juni 2004 bij de Overeenkomst van 16 juni 1959 tussen de
Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk der Nederlanden tot het vermijden van dubbele
belasting op het gebied van belastingen van het inkomen en van het vermogen alsmede
van verscheidene andere belastingen en tot het regelen van andere aangelegenheden
op belastinggebied, de volgende overeenkomst voor de aanwijzing van een grensoverschrijdend
bedrijventerrein in de zin van het nieuwe artikel 2, eerste lid, van de Overeenkomst
voor te stellen:
Het grensoverschrijdende bedrijventerrein „Avantis’’ bevindt zich in de nabijheid
van de grensovergang van de snelweg E 314 en het knooppunt „Bocholtz’’ op de gezamenlijke
stadsgrens van de steden Aken (Bondsrepubliek Duitsland) en Heerlen (Koninkrijk der
Nederlanden). Het terrein is vastgesteld door het bestemmingsplan nr. 800 van de stad
Aken van 18 juni 1997, bekendgemaakt op 12 maart 1998, en het bestemmingsplan van
de Gemeente Heerlen van 4 maart 1997, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van de
Provincie Limburg op 14 oktober 1997, en bekend gemaakt op 26 februari 2003. De Nederlands-Duitse
landsgrens vormt tussen de grenspalen nr. 211 en nr. 216 de gemeenschappelijke kadastrale
grens tussen deze beide bestemmingsplannen. Het grensoverschrijdende bedrijventerrein
is ten opzichte van het daar omheen liggende gebied naar buiten toe begrensd door
de kadastrale grenzen van beide bestemmingsplannen.
Op grond van het vorenstaande wordt het bovenomschreven bedrijventerrein „Avantis’’
aangewezen als een grensoverschrijdend bedrijventerrein in de zin van artikel 2, eerste
lid, onderdeel 6, van de Overeenkomst.
Deze aanwijzing geldt voor belastingjaren die op of na 1 januari 2005 aanvangen.
Deze overeenkomst blijft net zo lang van kracht als de Overeenkomst, tenzij deze overeenkomst
door een Verdragsluitende Staat wordt opgezegd. Elke Verdragsluitende Staat kan, met
inachtneming van een termijn van ten minste zes maanden, de overeenkomst langs diplomatieke
weg tegen het einde van een kalenderjaar opzeggen.
Deze overeenkomst wordt gesloten in de Duitse en in de Nederlandse taal, zijnde beide
teksten gelijkelijk authentiek.
Indien het Koninkrijk der Nederlanden verklaart in te stemmen met de onder de nummers
1 tot en met 4 gedane voorstellen, zullen deze brief en de antwoordbrief van uwe Excellentie,
waarin de instemming van het Koninkrijk der Nederlanden tot uitdrukking wordt gebracht,
een overeenkomst tussen onze beide landen vormen, die in werking treedt op de eerste
dag van de derde maand nadat de laatste van de mededelingen is ontvangen waarin de
verdragsluitende staten elkaar hebben meegedeeld dat aan de grondwettelijke voorwaarden
voor de inwerkingtreding is voldaan.
Sta mij toe, mijnheer de Minister, u te verzekeren van mijn zeer bijzondere hoogachting.
BERTHOLD JOHANNES
Zijner Excellentie
De Minister van Buitenlandse Zaken
van het Koninkrijk der Nederlanden
Dr. Bernard Bot
Den Haag