De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Hong Kong,
Geleid door de wens de ontwikkeling van luchtdiensten tussen hun onderscheiden gebieden
te bevorderen,
Geleid door de wens een Overeenkomst te sluiten met het doel een kader voor deze luchtdiensten
te scheppen,
Zijn als volgt overeengekomen:
Tenzij anders is aangegeven, wordt voor de uitvoering van deze Overeenkomst verstaan
onder:
-
(a) „luchtvaartautoriteiten”: wat Hong Kong betreft, de „Director of Civil Aviation”,
en wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, de Minister van Verkeer en Waterstaat,
of, in beide gevallen, elke persoon of instelling die bevoegd is alle functies die
thans door de bovengenoemde autoriteiten kunnen worden vervuld, of soortgelijke functies
te vervullen;
-
(b) „aangewezen luchtvaartmaatschappij”: een luchtvaartmaatchappij die is aangewezen en
gemachtigd overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van deze Overeenkomst;
-
(c) „gebied”: wat Hong Kong betreft, het gebied, omvattende Hong Kong Island, Kowloon
en de New Territories, en wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, „grondgebied”
in de betekenis eraan toegekend in artikel 2 van het Verdrag inzake de Internationale
Burgerluchtvaart, opengesteld ter ondertekening te Chicago op 7 december 1944;
-
(d) „luchtdienst”, „internationale luchtdienst”, „luchtvaartmaatschappij” en „landing,
anders dan voor verkeersdoeleinden”: een luchtdienst, een internationale luchtdienst
en een landing in de betekenis die daaraan onderscheidenlijk wordt toegekend in artikel
96 van genoemd Verdrag;
-
(e) „gebruiksheffing”: een heffing opgelegd aan de luchtvaartmaatschappijen door de autoriteiten
of door hen toegestaan op te leggen voor beschikbaarstellen van eigendommen of voorzieningen
of luchtnavigatiefaciliteiten, met inbegrip van de daarmee verband houdende diensten
en voorzieningen ten behoeve van luchtvaartuig, bemanning en passagiers;
-
(f) „deze Overeenkomst”: deze Overeenkomst, de ten behoeve van de uitvoering daarvan opgestelde
Bijlage, alsmede alle wijzigingen van de Overeenkomst of van de Bijlage.
Artikel 2. Bepalingen van het Verdrag van Chicago toepasselijk op internationale luchtdiensten
Bij de uitvoering van deze Overeenkomst zullen de Overeenkomstsluitende Partijen handelen
in overeenstemming met de bepalingen van het Verdrag inzake de Internationale Burgerluchtvaart,
opengesteld ter ondertekening op 7 december 1944, met inbegrip van de relevante Bijlagen,
voor zover deze bepalingen van toepassing zijn op internationale luchtdiensten.
Artikel 3. Verlening van rechten
-
(2) Elke Overeenkomstsluitende Partij verleent aan de andere Overeenkomstsluitende Partij
de hierna in deze Overeenkomst omschreven rechten voor exploiteren van internationale
luchtdiensten op de routes, omschreven in het desbetreffende Deel van de bij deze
Overeenkomst gevoegde Routetabel. Deze diensten en routes worden hierna onderscheidenlijk
„de overeengekomen diensten” en „de omschreven routes” genoemd. Bij de exploitatie
van een overeengekomen dienst op een omschreven route hebben de door elk der Overeenkomstsluitende
Partijen aangewezen luchtvaartmaatschappijen, behalve de in het eerste lid van dit
artikel omschreven rechten, tevens het recht te landen op de voor deze route in de
Routetabel bij deze Overeenkomst omschreven punten voor het opnemen en afzetten van
passagiers en vracht, met inbegrip van post.
-
(3) Niets in het bepaalde in het tweede lid van dit artikel wordt geacht de aangewezen
luchtvaartmaatschappijen van de ene Overeenkomstsluitende Partij het recht te verlenen,
op een bepaald punt op het gebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij passagiers
en vracht, met inbegrip van post, op te nemen, vervoerd tegen vergoeding of beloning
en bestemd voor een ander punt op het gebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij.
-
(4) Indien ten gevolge van een gewapend conflict, politieke onlusten of ontwikkelingen,
of bijzondere en ongewone omstandigheden een aangewezen luchtvaartmaatschappij van
de ene Overeenkomstsluitende Partij niet in staat is een dienst op haar normale routeschema
te exploiteren, moet de andere Overeenkomstsluitende Partij zich tot het uiterste
inspannen om de voortgezette exploitatie van deze dienst mogelijk te maken door middel
van passende tijdelijke herschikking van de routes.
Artikel 4. Aanwijzing van en verlening van vergunning aan de luchtvaartmaatschappijen
-
(2) Na ontvangst van deze aanwijzing verleent de andere Overeenkomstsluitende Partij,
behoudens de bepalingen van het derde en het vierde lid van dit artikel, aan de aangewezen
luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen onverwijld de nodige exploitatievergunningen.
-
(3) De luchtvaartautoriteiten van de ene Overeenkomstsluitende Partij kunnen van een door
de andere Overeenkomstsluitende Partij aangewezen luchtvaartmaatschappij eisen, dat
zij tot hun genoegen aantoont, dat haar naar behoren vergunning is verleend door de
luchtvaartautoriteiten van de andere Overeenkomstsluitende Partij en dat zij in staat
is te voldoen aan de voorwaarden die worden gesteld in de wetten en voorschriften
die door deze autoriteiten gewoonlijk en redelijkerwijs worden toegepast op de exploitatie
van internationale luchtdiensten en die niet in strijd zijn met de bepalingen van
deze Overeenkomst.
-
(4)
-
(a) De Regering van Hong Kong heeft het recht de verlening van de in het tweede lid van
dit artikel bedoelde exploitatievergunningen te weigeren of door haar noodzakelijk
geachte voorwaarden te verbinden aan de uitoefening door een aangewezen luchtvaartmaatschappij
van de in artikel 3(2) van deze Overeenkomst omschreven rechten, in alle gevallen
waarin niet tot haar genoegen is aangetoond dat een aanmerkelijk deel van de eigendom
van, en het feitelijke toezicht op deze luchtvaartmaatschappij berusten bij de Regering
van het Koninkrijk der Nederlanden of haar onderdanen of bij beide.
-
(b) De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden heeft het recht de verlening van de
in het tweede lid van dit artikel bedoelde exploitatievergunningen te weigeren, of
door haar noodzakelijk geachte voorwaarden te verbinden aan de uitoefening door een
aangewezen luchtvaartmaatschappij van de in artikel 3(2) van deze Overeenkomst omschreven
rechten, in alle gevallen waarin niet tot haar genoegen is aangetoond dat de luchtvaartmaatschappij
rechtspersoonlijkheid bezit in en haar hoofdvestiging heeft in Hong Kong.
-
(5) Wanneer een luchtvaartmaatschappij aldus is aangewezen en haar aldus een vergunning
is verleend, kan zij beginnen met de exploitatie van de overeengekomen diensten, mits
een overeenkomstig het bepaalde in artikel 7 van deze Overeenkomst vastgesteld tarief
voor deze diensten van kracht is.
Artikel 5. Herroeping of opschorting van een exploitatievergunning
-
(1) Elke Overeenkomstsluitende Partij heeft het recht een exploitatievergunning te herroepen
of de uitoefening van de in artikel 3(2) van deze Overeenkomst omschreven rechten
door een door de andere Overeenkomstsluitende Partij aangewezen luchtvaartmaatschappij
op te schorten, of door haar noodzakelijk geachte voorwaarden te verbinden aan de
uitoefening van deze rechten:
-
(a)
-
(i) met betrekking tot de Regering van Hong Kong: in alle gevallen waarin niet tot haar
genoegen is aangetoond dat een aanmerkelijk deel van de eigendom van, en het feitelijk
toezicht op, deze luchtvaartmaatschappij berusten bij de Regering van het Koninkrijk
der Nederlanden of haar onderdanen of bij beide;
-
(ii) met betrekking tot de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden: in alle gevallen
waarin niet tot haar genoegen is aangetoond dat deze luchtvaartmaatschappij rechtspersoonlijkheid
bezit en haar hoofdvestiging heeft in Hong Kong; of
-
(b) ingeval deze luchtvaartmaatschappij in gebreke blijft te voldoen aan de wetten of
voorschriften van de Overeenkomstsluitende Partij die deze rechten verleent; of
-
(c) ingeval deze luchtvaartmaatschappij anderszins in gebreke blijft de exploitatie te
doen geschieden in overeenstemming met de in de Overeenkomst gestelde voorwaarden.
-
(2) Tenzij onmiddellijke herroeping of opschorting van de in het eerste lid van dit artikel
genoemde exploitatievergunning of het verbinden van voorwaarden daaraan noodzakelijk
is om verdere overtreding van de wetten of voorschriften te voorkomen, worden deze
rechten slechts uitgeoefend na overleg met de andere Overeenkomstsluitende Partij.
Artikel 6. Beginselen van toepassing op de exploitatie van de overeengekomen diensten
-
(2) Bij het exploiteren van de overeengekomen diensten houden de aangewezen luchtvaartmaatschappijen
van elk der Overeenkomstsluitende Partijen rekening met de belangen van de aangewezen
luchtvaartmaatschappijen van de andere Overeenkomstsluitende Partij, ten einde te
voorkomen dat de diensten die de laatstgenoemde maatschappijen op dezelfde route,
of op delen daarvan, onderhouden, op onredelijke wijze worden getroffen.
-
(3) De overeengekomen diensten die onderhouden worden door de aangewezen luchtvaartmaatschappijen
van de Overeenkomstsluitende Partijen dienen nauw verband te houden met de eisen van
het publiek voor het vervoer op de omschreven routes en hebben in de eerste plaats
ten doel het bij een redelijke beladingsgraad verschaffen van capaciteit die toereikend
is voor de huidige en redelijkerwijs te verwachten behoefte aan vervoer van passagiers
en vracht, met inbegrip van post, naar en uit het gebied van de Overeenkomstsluitende
Partij die de luchtvaartmaatschappij heeft aangewezen. Het verschaffen van vervoer
van passagiers en vracht, met inbegrip van post, zowel opgenomen als afgezet op andere
punten op de omschreven routes dan de punten op het gebied van de Overeenkomstsluitende
Partij die de luchtvaartmaatschappij heeft aangewezen, geschiedt overeenkomstig de
algemene beginselen dat de capaciteit dient te zijn afgestemd op:
-
(a) de vervoersbehoeften naar en uit het gebied van de Overeenkomstsluitende Partij die
de luchtvaartmaatschappij heeft aangewezen;
-
(b) de vervoersbehoeften van de regio via welke de overeengekomen dienst plaatsvindt,
nadat rekening is gehouden met de andere vervoersdiensten die zijn ingesteld door
de luchtvaartmaatschappijen van de Staten die tezamen die regio vormen; en
-
(c) de eisen die de exploitatie van lange-afstandsdiensten stelt.
-
(4) De luchtvaartautoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen stellen van tijd
tot tijd gemeenschappelijk de praktische toepassing vast van de beginselen, vervat
in de voorafgaande leden van dit artikel, ten aanzien van de exploitatie van de overeengekomen
diensten door de aangewezen luchtvaartmaatschappijen.
-
(2) De tarieven te heffen door de aangewezen luchtvaartmaatschappijen van de Overeenkomstsluitende
Partijen voor vervoer tussen Hong Kong en het Koninkrijk der Nederlanden dienen die
te zijn, welke door beide luchtvaartautoriteiten zijn goedgekeurd en zullen worden
vastgesteld op een redelijk niveau, waarbij naar behoren rekening wordt gehouden met
alle relevante factoren, daaronder begrepen de kosten van exploitatie van de overeengekomen
diensten, de belangen van de gebruikers, een redelijke winst en de tarieven van andere
luchtvaartmaatschappijen die geheel of gedeeltelijk dezelfde route exploiteren.
-
(3) De in het tweede lid van dit artikel bedoelde tarieven kunnen worden overeengekomen
door de aangewezen luchtvaartmaatschappijen die goedkeuring van het tarief verlangen,
na overleg met de andere aangewezen luchtvaartmaatschappijen die geheel of gedeeltelijk
dezelfde route exploiteren. Een aangewezen luchtvaartmaatschappij kan evenwel niet
worden belet een tarief voor te stellen, noch de luchtvaartautoriteiten worden verhinderd
een tarief goed te keuren, indien deze luchtvaartmaatschappij er niet in geslaagd
is de instemming van de andere aangewezen luchtvaartmaatschappijen met dit tarief
te verkrijgen, of omdat er geen andere aangewezen luchtvaartmaatschappij dezelfde
route exploiteert. Met „dezelfde route” in dit en in het voorafgaande lid wordt de
gebruikte route en niet de omschreven route bedoeld.
-
(5) Elk tarief, ingediend overeenkomstig het bepaalde in het vierde lid van dit artikel,
kan door de luchtvaartautoriteiten van elk der Overeenkomstsluitende Partijen op elk
tijdstip worden goedgekeurd en, mits het in overeenstemming met het bepaalde in het
vierde lid van dit artikel is ingediend, wordt geacht te zijn goedgekeurd door de
luchtvaartautoriteiten, tenzij binnen 30 dagen (of een zoveel kortere termijn als
de luchtvaartautoriteiten kunnen overeenkomen) na de datum van indiening, één van
de luchtvaartautoriteiten een schriftelijke kennisgeving van afkeuring van het voorgestelde
tarief heeft betekend aan de ander.
-
(6) Indien kennis van afkeuring wordt gegeven overeenkomstig het bepaalde in het vijfde
lid van dit artikel, kunnen de luchtvaartautoriteiten van twee Overeenkomstsluitende
Partijen het tarief in onderlinge overeenstemming vaststellen. Elk der Overeenkomstsluitende
Partijen kan binnen 30 dagen na de betekening van de kennisgeving van afkeuring om
overleg verzoeken, dat binnen 30 dagen na het verzoek dient plaats te vinden.
-
(7) Indien een tarief door één van de luchtvaartautoriteiten is afgekeurd in overeenstemming
met het bepaalde in het vijfde lid van dit artikel en de luchtvaartautoriteiten het
tarief niet in onderling overleg hebben kunnen vaststellen overeenkomstig het bepaalde
in het zesde lid van dit artikel, kan het geschil worden geregeld in overeenstemming
met de bepalingen van artikel 14 van deze Overeenkomst.
-
(10)
-
(a) De tarieven, geheven door een aangewezen luchtvaartmaatschappij van Hong Kong voor
vervoer tussen Nederland en een andere Staat zijn onderworpen aan de goedkeuring van
de luchtvaartautoriteiten van Nederland en, indien van toepassing, van de andere Staat.
De tarieven die door een aangewezen luchtvaartmaatschappij van Nederland worden geheven
voor vervoer tussen Hong Kong en een andere Staat dan Nederland, zijn onderworpen
aan de goedkeuring van de luchtvaartautoriteiten van Hong Kong en, indien van toepassing,
van de andere Staat.
-
(b) De luchtvaartautoriteiten van elk der Overeenkomstsluitende partijen hechten hun
goedkeuring aan alle door de aangewezen luchtvaartmaatschappij van de andere Overeenkomstsluitende
Partij ingediende tarieven voor vervoer tussen een punt op het gebied van de eerste
Overeenkomstsluitende Partij en een buiten het Koninkrijk der Nederlanden of Hong
Kong gelegen punt, mits:
-
(i) aan de desbetreffende luchtvaartmaatschappij vergunning is verleend door de luchtvaartautoriteiten
van de beide Overeenkomstsluitende Partijen om dit vervoer te verrichten; en
-
(ii) dat tarief identiek is aan het naar behoren goedgekeurde tarief voor dat vervoer,
dat wordt geheven door de luchtvaartmaatschappijen van de eerste Overeenkomstsluitende
Partij of de luchtvaartmaatschappijen van het land waarin het andere punt is gelegen,
of, indien zulke luchtvaartmaatschappijen er niet zijn, door elke andere luchtvaartmaatschappij
waaraan vergunning tot het verrichten van dit vervoer is verleend door de luchtvaartautoriteiten
van de eerste Overeenkomstsluitende Partij.
-
(c) Geen tarief voor dit vervoer wordt goedgekeurd, tenzij het door de aangewezen luchtvaartmaatschappij
die deze goedkeuring verlangt, bij de luchtvaartautoriteiten van de Overeenkomstsluitende
Partij in zodanige vorm is ingediend, als door deze luchtvaartautoriteiten kan worden
verlangd voor de bekendmaking van de in het eerste lid van dit artikel genoemde bijzonderheden,
ten minste 60 dagen vóór de voorgestelde datum van inwerkingtreding (of een zoveel
kortere termijn als deze luchtvaartautoriteiten in een bijzonder geval kunnen overeenkomen
om te voldoen aan het in punt (b) van dit lid gestelde doel).
-
(d) De Overeenkomstsluitende Partij die een overeenkomstig het bepaalde in (a), (b) en
(c) van dit lid vastgesteld tarief heeft goedgekeurd, kan zijn goedkeuring intrekken
met ingang van dezelfde datum als die waarop het voor haar eigen of voor een andere
luchtvaartmaatschappij goedgekeurde tarief niet langer van kracht is.
-
(1) Luchtvaartuigen, op internationale luchtdiensten gebruikt door een aangewezen luchtvaartmaatschappij
van één der Overeenkomstsluitende Partijen, hun normale uitrustingsstukken, brandstof,
smeermiddelen, reserveonderdelen, met inbegrip van motoren, en proviand (met inbegrip
van, doch niet beperkt tot, etenswaren, dranken en tabak) die zich aan boord van een
dergelijk luchtvaartuig bevinden, worden op basis van wederkerigheid door de andere
Overeenkomstsluitende Partij vrijgesteld van alle douanerechten, accijnzen en soortgelijke
betalingen en heffingen die niet zijn gebaseerd op de kosten van de bij aankomst verleende
diensten, op voorwaarde dat deze uitrustingsstukken en voorraden aan boord van het
luchtvaartuig blijven.
-
(2) Normale uitrustingsstukken, reserveonderdelen, voorraden brandstof en smeermiddelen
en proviand, alsmede voorraden gedrukte plaatsbewijzen, luchtvrachtbrieven, alle drukwerken
waarop kentekenen van de maatschappij zijn gedrukt, en het gebruikelijke reclamemateriaal
dat kosteloos door deze aangewezen luchtvaartmaatschappij wordt verspreid, ingevoerd
op het gebied van de ene Overeenkomstsluitende Partij door of ten behoeve van een
aangewezen luchtvaartmaatschappij van de andere Overeenkomstsluitende Partij of aan
boord genomen van het door deze aangewezen luchtvaartmaatschappij geëxploiteerde luchtvaartuig
en uitsluitend bestemd voor het gebruik aan boord van luchtvaartuigen bij het exploiteren
van internationale diensten, worden door de andere Overeenkomstsluitende Partij op
basis van wederkerigheid vrijgesteld van alle douanerechten, accijnzen en soortgelijke
betalingen en heffingen die niet zijn gebaseerd op de kosten van de bij aankomst verleende
diensten, zelfs indien deze voorraden zullen worden gebruikt tijdens die gedeelten
van de vlucht die worden afgelegd boven het gebied van de Overeenkomstsluitende Partij
waar zij aan boord zijn genomen. Deze bepaling mag niet zodanig worden uitgelegd,
dat een Overeenkomstsluitende Partij kan worden onderworpen aan de verplichting tot
terugbetaling van douanerechten die zijn geheven met betrekking tot de hierboven bedoelde
artikelen.
-
(4) Normale boorduitrustingsstukken, reserveonderdelen, voorraden brandstof en smeermiddelen
en proviand aan boord van luchtvaartuigen van een aangewezen luchtvaartmaatschappij
van één der Overeenkomstsluitende Partijen mogen op het grondgebied van de andere
Overeenkomstsluitende Partij slechts worden uitgeladen met toestemming van de douaneautoriteiten
van die Partij, die kunnen verlangen, dat deze materialen onder hun toezicht worden
gesteld, totdat zij weer worden uitgevoerd of overeenkomstig de douanevoorschriften
een andere bestemming hebben gekregen.
Artikel 8A. Vermijding van dubbele belasting
-
1 Inkomsten of winsten uit de exploitatie van luchtvaartuigen in het internationale
verkeer door een luchtvaartmaatschappij van de ene Overeenkomstsluitende Partij, met
inbegrip van deelneming in een ,pool’, een gemeenschappelijke luchtvervoersonderneming
of een internationaal opererend agentschap, die onderworpen zijn aan belastingheffing
op het grondgebied van die Overeenkomstsluitende Partij, zijn vrijgesteld van inkomstenbelasting,
winstbelasting en alle andere belastingen op inkomsten of winsten die worden geheven
op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij.
Artikel 9. Beveiliging van de luchtvaart
De Overeenkomstsluitende Partijen komen overeen elkaar maximale hulp te verlenen met
het oog op bestrijding van wederrechtelijk in zijn macht brengen van luchtvaartuigen
en van andere wederrechtelijke handelingen tegen luchtvaartuigen, luchthavens en voorzieningen
voor de luchtnavigatie, alsmede van bedreiging van de veiligheid van de luchtvaart.
De Overeenkomstsluitende Partijen dienen te handelen in overeenstemming met de bepalingen
betreffende de beveiliging van de luchtvaart van het Verdrag inzake strafbare feiten
en bepaalde andere handelingen, begaan aan boord van luchtvaartuigen, ondertekend
te Tokio op 14 september 1963, het Verdrag tot bestrijding van het wederrechtelijk
in zijn macht brengen van luchtvaartuigen, ondertekend te 's-Gravenhage op 16 december
1970, en het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen, gericht tegen
de veiligheid van de burgerluchtvaart, ondertekend te Montreal op 23 september 1971.
De Overeenkomstsluitende Partijen slaan tevens acht op de van toepassing zijnde luchtvaartbepalingen
vastgesteld door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie. Wanneer zich gevallen
van of bedreigingen tot wederrechtelijk overmeesteren van een luchtvaartuig of andere
wederrechtelijke handelingen tegen luchtvaartuigen, luchthavens of voorzieningen voor
de luchtnavigatie voordoen, bespoedigen en vergemakkelijken de Overeenkomstsluitende
Partijen al het berichtenverkeer dat ten doel heeft deze gevallen snel en veilig te
beëindigen.
Artikel 10. De verkoop van diensten voor luchtvervoer
Het staat de luchtvaartmaatschappijen van de Overeenkomstsluitende Partijen vrij rechtstreeks
of door tussenkomst van een agent diensten voor luchtvervoer te verkopen op het grondgebied
van de beide Overeenkomstsluitende Partijen.
Artikel 11. Overmaking van verdiensten
Een aangewezen luchtvaartmaatschappij van Hong Kong heeft het recht, op verzoek, het
na aftrek van de plaatselijke uitgaven overblijvende bedrag van de plaatselijke inkomsten
in te wisselen en naar Hong Kong over te maken. Een aangewezen luchtvaartmaatschappij
van Nederland heeft het recht, op verzoek, het na aftrek van de plaatselijke uitgaven
overblijvende bedrag van de plaatselijke inkomsten in te wisselen en naar Nederland
over te maken. Inwisseling en overmaking worden zonder beperkingen toegestaan tegen
de voor lopende transacties geldende wisselkoers, die van kracht is op het tijdstip
waarop deze inkomsten worden aangeboden voor inwisseling en overmaking.
Artikel 12. Gebruiksheffingen
-
(1) Geen van de Overeenkomstsluitende Partijen mag de aangewezen luchtvaartmaatschappij
of luchtvaartmaatschappijen van de andere Overeenkomstsluitende Partij gebruiksheffingen
opleggen, of toestaan dat deze wordt opgelegd, hoger dan die, welke opgelegd worden
aan haar eigen of andere luchtvaartmaatschappijen die soortgelijke luchtdiensten exploiteren.
-
(2) Elke Overeenkomstsluitende Partij bevordert het overleg tussen de tot heffing bevoegde
autoriteiten en de luchtvaartmaatschappijen die gebruik maken van de diensten en voorzieningen,
waar mogelijk door tussenkomst van de vertegenwoordigende organisaties van de luchtvaartmaatschappijen.
Gebruikers dienen een redelijke tijd van tevoren op de hoogte te worden gesteld van
enig voorstel tot wijziging van gebruiksheffingen, ten einde hen in staat te stellen
hun mening kenbaar te maken alvorens de wijzigingen worden ingevoerd. Elke Overeenkomstsluitende
Partij moedigt voorts de tot heffing bevoegde autoriteiten en de luchtvaartmaatschappijen
aan toepasselijke gegevens betreffende de gebruiksheffingen uit te wisselen.
-
(1) Elk der Overeenkomstsluitende Partijen kan te allen tijde verzoeken om consultatie
inzake de uitvoering, de interpretatie, de toepassing of de wijziging van deze Overeenkomst.
Deze consultatie, die kan plaatsvinden tussen de luchtvaartautoriteiten, begint binnen
een termijn van 60 dagen na de datum waarop de andere Overeenkomstsluitende Partij
een schriftelijk verzoek daartoe ontvangt, tenzij anders is overeengekomen door de
Overeenkomstsluitende Partijen.
Artikel 14. Beslechting van geschillen
-
(2) Indien de Overeenkomstsluitende Partijen er niet in slagen door onderhandeling het
geschil te beslechten, kan het door hen worden voorgelegd aan die persoon of instantie
waarover zij overeenstemming bereiken, of wordt het, op verzoek van één der Overeenkomstsluitende
Partijen, ter beslissing voorgelegd aan een scheidsgerecht, bestaande uit drie scheidsmannen,
dat als volgt wordt ingesteld:
-
(a) binnen 30 dagen na de ontvangst van een verzoek om arbitrage wijst elke Overeenkomstsluitende
Partij een scheidsman aan. Binnen 60 dagen na de benoeming van de tweede scheidsman
wijzen de beide scheidsmannen in onderlinge overeenstemming een derde scheidsman aan,
die als voorzitter van het scheidsgerecht optreedt;
-
(b) indien binnen de hierboven aangegeven limieten enige benoeming niet heeft plaatsgevonden,
kan elk der Overeenkomstsluitende Partijen de President van de Raad van de Internationale
Burgerluchtvaartorganisatie verzoeken de noodzakelijke benoeming binnen 30 dagen te
verrichten. Indien de President overweegt dat hij een onderdaan is van een Staat die
niet als neutraal kan worden beschouwd met betrekking tot het geschil, geschiedt de
benoeming door de oudste Vice-President die niet op deze grond is uitgesloten.
-
(3) Behoudens het hierna in dit artikel bepaalde of zoals anders is overeengekomen door
de Overeenkomstsluitende Partijen, bepaalt het scheidsgerecht de grenzen van zijn
rechtsmacht en stelt zijn eigen procedure vast. Op aanwijzing van het scheidsgerecht
of op verzoek van één der Overeenkomstsluitende Partijen vindt een bijeenkomst plaats
voor de vaststelling van de precieze punten welke gearbitreerd moeten worden, en van
de specifieke procedures die in acht dienen te worden genomen, uiterlijk 30 dagen
nadat het scheidsgerecht volledig is samengesteld.
-
(4) Tenzij anders is overeengekomen door de Overeenkomstsluitende Partijen of is voorgeschreven
door het scheidsgerecht, dient elk der Overeenkomstsluitende Partijen een memorandum
in binnen 45 dagen nadat het scheidsgerecht volledig is samengesteld. De antwoorden
dienen binnen 60 dagen daarna binnen te zijn. Het scheidsgerecht houdt zitting op
verzoek van één der Overeenkomstsluitende Partijen, of naar eigen goeddunken, binnen
30 dagen na de datum waarop de antwoorden binnen moeten zijn.
-
(5) Het scheidsgerecht streeft ernaar een schriftelijke beslissing te geven binnen 30
dagen na afloop van de zitting of, indien er geen zitting is gehouden, na de datum
waarop beide antwoorden zijn ingediend, welk van deze tijdstippen het eerst valt.
De beslissing dient met een meerderheid van stemmen te worden genomen.
-
(8) Elke Overeenkomstsluitende Partij draagt de kosten van de door haar aangewezen scheidsman.
De andere kosten van het scheidsgerecht worden gelijkelijk gedeeld door de Overeenkomstsluitende
Partijen, met inbegrip van alle onkosten gemaakt door de President van de Raad voor
de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie bij de toepassing van de procedures
uit lid 2(b) van dit artikel.
-
(1) Alle wijzigingen in deze Overeenkomst, anders dan de Bijlage, die schriftelijk door
de Overeenkomstsluitende Partijen zijn overeengekomen, worden van kracht op de datum
waarop de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden schriftelijk kennisgeeft aan
de Regering van Hong Kong dat aan haar constitutionele procedures is voldaan.
Elk der Overeenkomstsluitende Partijen kan te allen tijde de andere Overeenkomstsluitende
Partij schriftelijk kennis geven van haar besluit deze Overeenkomst te beëindigen.
Deze Overeenkomst eindigt te middernacht (op de plaats van ontvangst van de kennisgeving)
onmiddellijk vóór het verstrijken van de termijn van één jaar na de datum van ontvangst
van de kennisgeving door de andere Overeenkomstsluitende Partij, tenzij de kennisgeving
in onderling overleg wordt ingetrokken vóór het einde van deze periode.
Artikel 17. Registratie bij ICAO
Deze Overeenkomst en alle wijzigingen daarvan worden geregistreerd bij de Internationale
Burgerluchtvaartorganisatie.
Artikel 18. Inwerkingtreding