Het polderdistrict Rijn en IJssel, vertegenwoordigd door de dijkgraaf de heer Drs.
W. Wolters
en
het Wasserverband Netterdenscher Kanal, vertegenwoordigd door de voorzitter de heer
R. Lörks
gaan uit van de volgende overwegingen:
-
1. De omstandigheden bij het Grenskanaal (Netterdenscher Kanal) en de Wild zijn door
indijking op Nederlands gebied en de bouw van het gemaal Kandia veranderd. De nieuwbouw
van de sluis te Klein-Netterden is vereist op grond van de verplichting van de Bondsrepubliek
Duitsland om het Grenskanaal (Netterdenscher Kanal) - tot nu toe afvoermogelijkheid
van de Hetter Landwehr met een stroomgebied van ongeveer 44 km2 - gedurende het in werking zijn van het gemaal Kandia af te sluiten en het water
in Duitsland af te voeren.
-
2. De tot nu toe aanwezige stuwen bij de grensovergang Klein-Netterden en bij de grensovergang
's-Heerenberg vertonen aanzienlijke constructieve gebreken. De bodem van het Grenskanaal
(Netterdenscher Kanal) en de Wild is verregaand opgeslibd.
Eén van de oorzaken van deze opslibbing is de afvoer van de riolering en de afvoer
(het effluent) van de zuiveringsinstallaties. De toevoer van deze waterhoeveelheden
leidt bij het niet inlaten van water uit de Hetter Landwehr tot aanzienlijke (waterkwaliteits)verstoring.
De tot nu toe uitgevoerde maatregelen (baggeren vanaf de Autobahn tot in de Tiefe
Wild) hebben het probleem niet opgelost.
-
3. De verbetering en het onderhoud van het Grenskanaal (Netterdenscher Kanal) en de Wild
moeten, te zamen met de bouw en het onderhoud van de drie ontworpen stuwen een bepaalde
waterstand garanderen, de afvoer van het grondwater beperken en de overmatige plantengroei
op de bodem verminderen. Het voorkomende neerslagwater, het kwelwater en het gezuiverde
afvalwater dient zonder nadelige gevolgen afgevoerd te worden.
Dienovereenkomstig sluiten het Wasserverband en het polderdistrict met inachtneming
van hoofdstuk 4, artikel 59, lid 2 van het Grensverdrag tussen het Koninkrijk der
Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland van 8 april 1960, de volgende overeenkomst.
Het polderdistrict Rijn en IJssel verplicht zich - behoudens verplichtingen van derden
- het aan de Nederlandse zijde van de grens gelegen deel van de watergang, gevormd
door het Grenskanaal (Netterdenscher Kanal) en de Wild, dat begint nabij grenspaal
710, bovenstrooms van de uitmonding van de Lander (Hettergraf) en eindigt nabij grenspaal
663, bij de uitmonding in de Oude Rijn (Lobither Altrhein), te verbeteren en te onderhouden
en de kunstwerken en beplantingen in en aan dit deel van de watergang die naar aanleiding
van of samenhangend met de verbetering en het onderhoud van deze watergang werden
aangebracht of nog worden aangebracht te onderhouden en/of te bedienen.
Het Wasserverband Netterdenscher Kanal verplicht zich - behoudens verplichtingen van
derden - het aan de Duitse zijde van de grens gelegen deel van de watergang, gevormd
door het Grenskanaal (Netterdenscher Kanal) en de Wild, dat begint nabij grenspaal
710, bovenstrooms van de uitmonding van de Lander (Hettergraf) en eindigt nabij grenspaal
663, bij de uitmonding in de Oude Rijn (Lobither Altrhein), te verbeteren en te onderhouden
en de kunstwerken en beplantingen in en aan dit deel van de watergang die naar aanleiding
van of samenhangend met de verbetering en het onderhoud van deze watergang werden
aangebracht of nog worden aangebracht te onderhouden en/of te bedienen.
Het Wasserverband Netterdenscher Kanal verplicht zich de verbetering van de gedeelten
op Duits gebied, gelegen tussen de grensvormende delen van de watergang, uit te voeren
voor het tijdstip van gereedkomen van de gezamenlijk te verbeteren gedeelten en deze
(zelf verbeterde) gedeelten van de watergang te onderhouden.
-
a De in de overwegingen bedoelde stuwen zijn:
Bovenstrooms van de grensovergang 's-Heerenberg, punt 6,3 (km).
Stuwpeil 12,50 m NN (NAP + 12,53 m).
Bovenstrooms van de weg naar Voorthuizen, punt 9,7 (km).
Stuwpeil 12,00 m NN (NAP + 12,03 m).
Bovenstrooms van de Spijkerweg, punt 12,5 (km).
Stuwpeil 11,50 m NN (NAP + 11,53 m).
In de periode van 1 december tot en met 14 maart dient jaarlijks de waterstand 30
cm lager te worden gehouden.
-
b De bodem en het talud van het Grenskanaal (Netterdenscher Kanal) en de Wild dienen
verbeterd te worden. Daarbij wordt het bestaande tracé niet gewijzigd. De afvoer ter
plaatse van de Tiefe Wild wordt door verwijdering van slib of door andere geschikte
maatregelen gewaarborgd.
Partijen beogen aan weerszijden van de gehele watergang een onderhoudsstrook van verschillende
breedte te verwerven en/of aan te leggen.
Als compensatiemaatregelen wordt nevens de beplanting aan de watergang voorzien in
een verdere beplanting.
De voor de verbetering en het onderhoud van de watergangen en de kunstwerken maatgevende
toestand wordt in een door partijen gewaarmerkt plan vastgelegd, hetwelk met eventuele
toekomstige, op dit plan aangegeven wijzigingen, onderdeel van deze overeenkomst is.
Het plan moet een overzichtskaart met ingetekende stroomgebieden (1:25.000), een lengteprofiel
en kenmerkende dwarsprofielen bevatten.
De verbeteringskosten worden als volgt verdeeld:
-
a. De gezamenlijk uit te voeren gedeelten van punt 0 (km) + 92 (m) tot 9,1 (km) + 75
(m) en van punt 12,7 (km) + 53 (m) tot 14,8 (km) + 89 (m) alsmede de stuwen bij 's-Heerenberg
en Voorthuizen komen voor de helft ten laste van het Wasserverband Netterdenscher
Kanal en voor de helft ten laste van het polderdistrict Rijn en IJssel;
-
b. De gedeelten op Duits grondgebied:
van punt 0 (km) + 0 (m) tot 0 (km) + 92 (m) en van punt 9,1 (km) + 75 (m) tot 12,7
(km) + 53 (m) alsmede voor de stuw bij de Spijkerweg worden gedragen door het Wasserverband
Netterdenscher Kanal.
Het onderhoud en de bediening van de in artikel 1 en artikel 2 genoemde grensvormende
gedeelten watergang en kunstwerken wordt jaarlijks afwisselend, of om een andere tussen
het Wasserverband Netterdenscher Kanal en het polderdistrict Rijn en IJssel overeengekomen
periode, bij toerbeurt op gelijke wijze door een dezer partijen uitgevoerd. De per
jaar beoogde onderhoudsmaatregelen en de te verwachten kosten daarvan dienen vooraf
steeds met de andere partij te zijn overeengekomen.
De onderhoudskosten komen, verhoogd met zeven en half procent, ten laste van het Wasserverband
Netterdenscher Kanal en het polderdistrict Rijn en IJssel in de verhouding 62:38,
overeenkomend met hun respectieve stroomgebieden, behoudens de verplichting een regeling
voor de meerkosten te treffen, die ontstaan wanneer de af te voeren waterhoeveelheden
in het stroomgebied met meer dan vijf procent worden verhoogd.
De andere partij is verplicht om aan de met het onderhoud belaste partij uiterlijk
voor 1 september vijfenzeventig procent van het volgens de begroting en de verdeelsleutel
te betalen bedrag over te maken en om het resterende gedeelte binnen een maand na
de voor 1 april van het jaar daarop volgend overgelegde rekening te voldoen.
Partijen verplichten zich om in haar gebied te bevorderen dat een niet door haarzelf
te onderhouden kunstwerk in en aan de in artikel 1 en artikel 2 genoemde watergangen
door de daartoe verplichte derde wordt onderhouden.
Partijen verplichten zich, onverminderd het voor haar dan geldende nationale recht,
te bevorderen, dat bepalingen in haar reglementen worden opgenomen waardoor de eigenaren
en gebruikers van aan de in artikel 1 en artikel 2 genoemde watergangen gelegen gronden
worden verplicht:
-
a. onderhoudswerkzaamheden - ook met machines - (op hun gronden) toe te laten;
-
b. het tijdelijk opslaan van ruimsel, zowel als onderhoudsmachines en -materiaal op hun
gronden toe te laten ;
-
c. het betreden van hun gronden toe te staan aan toezichthoudende personen, aan schouwcommissies
en aan degenen die het onderhoud uitvoeren;
-
d. hun gronden, voor zover deze voor beweiding worden gebruikt, af te rasteren op een
afstand van minstens 1 m uit de kant van de watergang om deze te beschermen tegen
het betreden door het vee;
voor zover deze als bouwland worden gebruikt, tot een afstand van minstens 1 m uit
de kant van de watergang niet te ploegen;
voor zover deze grenzen aan onderhoudsstroken, die in eigendom zijn van partijen,
af te rasteren op een afstand van minstens 0,30 m van de eigendomsgrens;
-
e. geen veedrinkplaatsen aan de watergang in te richten of te gebruiken;
-
f. te verhinderen dat ruimsel wegdrijft uit de sloten die uitmonden in de in artikel
1 en artikel 2 genoemde watergangen.
-
1 Elke partij is verplicht de andere partij tijdig in te lichten, wanneer haar de bedoeling
blijkt om een wezenlijke verandering aan de watergangen, aan de kunstwerken in en
aan de watergangen of aan de waterhoeveelheden in het stroomgebied aan te brengen,
of wanneer zij een zodanige verandering constateert. In het laatste geval kan de andere
partij verlangen dat de betreffende partijen samen plaatselijk de oorzaak van de verandering
gaan constateren. De artikelen 60 tot en met 62 van het Grensverdrag, alsmede de regelen
van het dan geldende nationale recht blijven onverlet.
-
2 Voor het verlenen van een rechtsgeldige vergunning, die deze overeenkomst raakt, dient
elke partij de andere de gelegenheid te geven zijn mening te uiten.
Worden reglementen van partijen gewijzigd en worden hierdoor belangen uit deze overeenkomst
aan Duitse of Nederlandse zijde getroffen, dan dient de dan andere zijde voorafgaand
aan de wijziging te worden gehoord.
-
1 Voor het toezicht op het regelmatig onderhoud wordt een commissie van 4 leden (schouwcommissie)
gevormd, die als volgt is samengesteld:
Het voorzitterschap wordt jaarlijks afwisselend bekleed door een vertegenwoordiger
van de Duitse of de Nederlandse partij, te beginnen met die partij die het eerste
het onderhoud pleegt.
-
2 Voor de werkzaamheden van de schouwcommissie is het Reglement van Orde van de permanente
Nederlands-Duitse Grenswaterencommissie, voor zover dit geldt voor de ingestelde subcommissies,
overeenkomstig van toepassing.
-
3 De schouwcommissie schouwt de watergangen minstens tweemaal per jaar, te weten in
juni en in oktober. Per geval kan een ander tijdstip worden overeengekomen. De herfstschouw
mag echter niet na 15 november geschieden. Om de oorzaken van gebrekkige wateraf voer
vast te stellen kan de schouwcommissie de schouw ook uitbreiden tot aansluitende watergangen.
-
6 De schouwcommissie vervaardigt een verslag over het resultaat van elke schouw en elke
vergadering, hetwelk door de deelnemers ondertekend dient te worden. In het verslag
van de schouw dienen de maatregelen en zo nodig de daarbij behorende termijnen te
worden aangegeven die nodig zijn tot herstel van een behoorlijke onderhoudstoestand.
De partijen, de toezichthoudende instanties en de leden van de schouwcommissie ontvangen
ieder een exemplaar van dit verslag.
-
7 De leden van de schouwcommissie kunnen op elk gewenst moment de in artikel 1 en artikel
2 genoemde watergangen bezichtigen. De partijen verplichten zich, onverminderd het
dan voor haar geldende nationale recht, te bevorderen, dat in haar reglementen desbetreffende
bepalingen worden opgenomen.
-
1 Deze overeenkomst behoeft de goedkeuring van de regeringen van de Bondsrepubliek
Duitsland en van het Koninkrijk der Nederlanden.
Zij treedt in werking een maand na de ontvangst door een van de partijen van de laatst
verleende goedkeuring. De partijen stellen het tijdstip van de inwerkingtreding vast
door middel briefwisseling.