AMBASSADE VAN DE
VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA
No. 49
De Ambassade van de Verenigde Staten van Amerika biedt het Ministerie van Buitenlandse
Zaken haar complimenten aan en heeft de eer, onder verwijzing naar de onlangs tussen
vertegenwoordigers van onze beide Regeringen gevoerde besprekingen, de volgende tekst
van een bilaterale overeenkomst inzake het verrichten van arbeid voor te stellen,
die een bevestiging vormt van onze wederzijdse regelingen betreffende het verrichten
van arbeid door gezinsleden van diplomaten en andere functionarissen van de Ambassade,
Consulaten-Generaal, permanente vertegenwoordigingen en van NAVO-personeel in onze
onderscheiden landen:
-
I.
Doel
Onder voorbehoud van de onderstaande bepalingen komen de Regering van het Koninkrijk
der Nederlanden en de Regering van de Verenigde Staten van Amerika overeen, op basis
van wederkerigheid, gezinsleden van diplomaten, consulaire ambtenaren en leden van
het administratieve, technische en dienstverlenende personeel dat werkzaam is bij
diplomatieke, consulaire en permanente vertegenwoordigingen, en van NAVO-personeel,
van het Koninkrijk der Nederlanden in de Verenigde Staten en van de Verenigde Staten
in Nederland, toe te staan in de ontvangende Staat betaalde werkzaamheden te verrichten
op dezelfde basis als onderdanen van die Staat.
-
II.
Begripsomschrijving
-
1. In deze Overeenkomst wordt onder „gezinsleden” verstaan: gezinsleden van diplomaten,
consulaire ambtenaren of van het administratieve en technische of dienstverlenende
personeel dat werkzaam is bij diplomatieke, consulaire en permanente vertegenwoordigingen
in het Koninkrijk der Nederlanden of de Verenigde Staten, die deel uitmaken van het
huishouden en die als zodanig door de betrokken vertegenwoordiging bij de ontvangende
Staat werden aangemeld, of de echtgenoot of afhankelijke kinderen van NAVO-personeel.
-
2. Onder „NAVO-personeel” wordt verstaan: gezinsleden van militair of burgerpersoneel
van het Koninkrijk der Nederlanden dat tewerkgesteld is op het grondgebied van de
Verenigde Staten of van de Verenigde Staten dat tewerkgesteld is op het grondgebied
van Nederland, op wie het Verdrag tussen de staten die partij zijn bij het Noord-Atlantisch
Verdrag nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten, gedaan te Londen op 19 juni
1951, van toepassing is, of categorieën burgerpersoneel in dienst van het Hoofdkwartier
van de Geallieerde Mogendheden op wie het Protocol nopens de rechtspositie van internationale
militaire hoofdkwartieren, ingesteld uit hoofde van het Noord-Atlantisch Verdrag,
gedaan te Parijs op 28 augustus 1952, van toepassing is, of internationaal burgerpersoneel
of deskundigen met opdrachten voor de NAVO op wie het Verdrag nopens de rechtspositie
van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, van de nationale vertegenwoordigers
bij haar organen en van haar internationale staf, gedaan te Ottawa op 20 september
1951, van toepassing is.
-
III.
Procedure
-
1. In het geval van gezinsleden van diplomaten, consulaire ambtenaren of van het administratieve
en technische of dienstverlenende personeel dat werkzaam is bij diplomatieke, consulaire
en permanente vertegenwoordigingen die toestemming verzoeken om in het Koninkrijk
der Nederlanden of in de Verenigde Staten betaalde werkzaamheden te verrichten, wordt
door de Ambassade van de Verenigde Staten in 's-Gravenhage, onderscheidenlijk door
de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden in Washington een schriftelijk verzoek
gericht aan de Directie Kabinet en Protocol van het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse
Zaken, of het „Protocol Departement” van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van
de Verenigde Staten. In dit verzoek wordt het gezinslid nader aangeduid en een korte
beschrijving gegeven van de aard van de betaalde werkzaamheden.
-
2. In het geval van gezinsleden van NAVO-personeel van het Koninkrijk der Nederlanden
tewerkgesteld op het grondgebied van de Verenigde Staten dient door het verantwoordelijke
defensieonderdeel of de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden een officieel
verzoek te worden ingediend bij de Legal Advisor, NATO/HQ SACT in Norfolk, Virginia.
In het geval van gezinsleden van NAVO-personeel van de Verenigde Staten tewerkgesteld
op het grondgebied van Nederland dient een schriftelijk verzoek te worden ingediend
via het kantoor van de vertegenwoordiger van de Koninklijke Marechaussee bij de „Joint
Force Command Brunssum” in Brunssum bij de Nederlandse Immigratie- en Naturalisatiedienst
(IND).
-
IV.
Voorrechten en immuniteiten
-
1.
Belastingheffing.
Gezinsleden die ingevolge deze Overeenkomst betaalde werkzaamheden verrichten, blijven
vrijgesteld van belastingheffing door de ontvangende Staat, behalve voor belastingen
die worden geheven van het uit deze werkzaamheden verworven inkomen. Bij de toepassing
van deze Overeenkomst door de Nederlandse Regering hebben deze gezinsleden aanspraak
op de algemene belastingvrije som, op de toeslagen die rechtstreeks verband houden
met hun betaalde werkzaamheden, en op de voetoverheveling.
-
2.
Sociale zekerheid.
Op gezinsleden die ingevolge deze Overeenkomst betaalde werkzaamheden verrichten,
is de sociale-zekerheidswetgeving van de ontvangende Staat van toepassing.
-
3.
Civielrechtelijke en administratiefrechtelijke immuniteit.
Ten aanzien van gezinsleden die betaalde werkzaamheden verrichten ingevolge deze Overeenkomst
en die civielrechtelijke en administratiefrechtelijke immuniteit van de ontvangende
Staat genieten krachtens het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer van april
1961, zijn de bepalingen van dat Verdrag van toepassing. Ten aanzien van gezinsleden
die betaalde werkzaamheden verrichten ingevolge deze Overeenkomst en die eventueel
civielrechtelijke en administratiefrechtelijke immuniteit van de ontvangende Staat
genieten overeenkomstig het Verdrag nopens de Voorrechten en Immuniteiten van de Verenigde
Naties of een andere toepasselijke internationale overeenkomst, wordt deze immuniteit
met betrekking tot alle uit deze betaalde werkzaamheden voortvloeiende aangelegenheden
hierbij onherroepelijk door de zendstaat opgeheven.
-
4.
Strafrechtelijke immuniteit.
Ten aanzien van gezinsleden die betaalde werkzaamheden verrichten ingevolge deze
Overeenkomst en die immuniteit van rechtsmacht van de ontvangende Staat genieten ingevolge
artikel 31 van het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer of een andere toepasselijke
internationale overeenkomst, worden verzoeken van de ontvangende Staat om opheffing
van deze immuniteit met betrekking tot uit deze betaalde werkzaamheden voortvloeiende
aangelegenheden door de zendstaat in ernstige overweging genomen. Dit laat het recht
van de zendstaat onverlet, te beslissen dat deze opheffing in strijd is met zijn belangen.
In elk geval houdt de opheffing van de strafrechtelijke immuniteit niet in de opheffing
van de immuniteit ten aanzien van de tenuitvoerlegging van een vonnis. De opheffing
ten aanzien van de tenuitvoerlegging van een vonnis dient afzonderlijk en uitdrukkelijk
te geschieden.
-
V.
Uitgesloten toepasselijkheid van nationale wetten
-
1.
Voorschriften inzake tewerkstelling.
De wettelijke bepalingen in Nederland en de Verenigde Staten betreffende de tewerkstelling
van vreemdelingen zijn niet van toepassing ten aanzien van gezinsleden die betaalde
werkzaamheden verrichten ingevolge deze Overeenkomst.
-
2.
Voorschriften inzake toelating en verblijf.
De wettelijke bepalingen in Nederland en de Verenigde Staten betreffende de toelating
en het verblijf van vreemdelingen zijn niet van toepassing ten aanzien van gezinsleden
die betaalde werkzaamheden verrichten ingevolge deze Overeenkomst. Dit lid is niet
van toepassing op gezinsleden van NAVO-personeel van de Verenigde Staten tewerkgesteld
op het grondgebied van Nederland.
-
VI.
Algemene bepalingen
-
1.
Vervallen van de toestemming.
De toestemming om krachtens deze Overeenkomst betaalde werkzaamheden te verrichten,
vervalt bij beëindiging van de plaatsing in Nederland of de Verenigde Staten van de
diplomaat, de consulaire ambtenaar of het lid van het administratieve en technische
of dienstverlenende personeel van een diplomatieke, consulaire, permanente vertegenwoordiging,
of van het NAVO-personeel van wiens gezin de betrokkene lid is.
-
2.
Beëindiging van de tewerkstelling.
Een door een gezinslid gesloten arbeidsovereenkomst dient een bepaling te bevatten
dat de overeenkomst zonder voorafgaande kennisgeving eindigt bij beëindiging van de
plaatsing in Nederland of de Verenigde Staten van de diplomaat, de consulaire ambtenaar
of het lid van het administratieve en technische of dienstverlenende personeel van
een diplomatieke, consulaire, permanente vertegenwoordiging, of van het NAVO-personeel
van wiens gezin de betrokkene lid is.
-
3.
Beëindiging van het verblijf.
Het feit dat gezinsleden ingevolge deze Overeenkomst betaalde werkzaamheden verrichten,
verleent hun niet het recht hun verblijf in Nederland of de Verenigde Staten voort
te zetten, en verleent hun evenmin het recht andere betaalde werkzaamheden in Nederland
of in de Verenigde Staten te verrichten, nadat de toestemming om betaalde werkzaamheden
te verrichten, is vervallen overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid van dit
artikel.
-
VII.
Toepassing
-
1. In het geval van gezinsleden van diplomaten, consulaire ambtenaren of van het administratieve
en technische of dienstverlenende personeel dat werkzaam is bij diplomatieke, consulaire
en permanente vertegenwoordigingen kan de toepassing van deze Overeenkomst worden
uitgebreid tot Aruba, Curaçao, Sint Maarten of het Caribisch deel van Nederland door
middel van een kennisgeving door de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden aan
de Regering van de Verenigde Staten van Amerika.
-
2. Deze Overeenkomst is niet van toepassing op gezinsleden van NAVO-personeel van de
Verenigde Staten in Nederland van wie de werkvergunning voorwerp is van een andere
overeenkomst die van kracht is tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de NAVO.
-
VIII.
Inwerkingtreding
Deze Overeenkomst treedt in werking op de datum waarop de Regering van het Koninkrijk
der Nederlanden de Regering van de Verenigde Staten van Amerika ervan in kennis stelt
dat aan de toepasselijke Nederlandse constitutionele vereisten is voldaan, en blijft
van kracht tot negentig dagen na de datum waarop één der beide Regeringen aan de andere
Regering schriftelijk kennis heeft gegeven van haar voornemen deze Overeenkomst te
beëindigen.
Indien het bovenstaande voorstel voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden
aanvaardbaar is, heeft de Ambassade voorts de eer voor te stellen dat deze Nota, te
zamen met het antwoord van gelijke strekking van het Ministerie, een overeenkomst
tussen onze beide Regeringen vormt, die in werking treedt overeenkomstig de bepalingen
van artikel VIII van de bovenstaande tekst.
De Ambassade van de Verenigde Staten van Amerika maakt van deze gelegenheid gebruik
het Ministerie van Buitenlandse Zaken opnieuw te verzekeren van haar gevoelens van
zeer bijzondere hoogachting.
Ambassade van de Verenigde Staten van Amerika
's-Gravenhage, 23 juni 1986